18. De weg naar Delos

‘Deriva, hier,’ denkt ze verbaasd.
Dan hoort ze de stem van Phicha zeggen:
‘Welkom, collega’s. Vandaag wordt over jullie lot rechtgesproken. Maar eerst is het de beurt aan diegene die zich voor de verhevene uitgeeft. De straf voor die bewering is de dood. Alleen wil ik weten waarom jullie hier zijn?’ 
Terwijl ze dit zegt kijkt ze in de ogen van de zwakke Sorane.
Ze kan de pijn van de roodharige, die nu door twee bewakers rechtop gehouden wordt, bijna zelf voelen.
‘Dat weet alleen, Sorane,’ hoort ze Nirasé opstandig zeggen.
Phicha knikt even en de bewakers, naast de amazone duwt een smalle energiestaaf tegen haar rug. De amazone voelt een hevige pijn door haar rug schieten. Op hetzelfde moment is ze alle gevoel in haar benen kwijt. Als de bewakers haar niet vastgehouden hadden, zou ze gevallen zijn. De andere amazones kijken naar haar half bewusteloze lichaam. 
‘Ik weet al waarom ze hier is, Koningin Phicha. Het schrijn is een van de toegangen tot Delos.’
Verschrikt kijkt de koningin naar Deriva.
‘Delos. Ben je zeker?’ 
‘Ja. Sorane moest naar Delos, want ze had maar twee jaar te leven nadat ze gedood werd door Aqunok op Enuron. En die twee jaar zijn bijna overschreden. Ik denk zelfs dat dit zelfs haar laatste dagen, misschien uren, zijn dat ze zich nog onder ons levenden bevindt.’
‘Breng Sorane naar hier,’ beveelt de koningin.
Even later komen enkele in het purper geklede mannen en vrouwen naar voor. Tussen hen wankelt Sorane moeizaam vooruit. Even lichten haar ogen op als ze het schrijn opmerkt. Maar dan kijken ze weer star voor zich uit. Heel haar lichaam is met purperen plekken en bulten bedekt. Toch verzamelt ze de laatste krachten die ze in zich heeft.
‘Ik heb ook nog goed nieuws voor jullie, De verenigde vloten hebben zich tien maanden geleden teruggetrokken op hun thuisplaneten. Dat vreemde schip van Sorane is het enige schip dat in de buurt opereert. Ze hebben tot nu geen enkele poging ondernomen om hun commandante te redden.’
Phicha kijkt even naar de elf Pentagons die voor haar op een tafel liggen. Dan draait ze zich langzaam om en kijkt de magere uitgeputte doodzieke vrouw in de ogen.
Dan zegt ze spottend:
‘Sorane. Jij, die je uitgeeft voor de verhevene. Waar is je mooie rode haar, waardoor je zo opvalt tussen andere vrouwen? En waarom kan jij jezelf niet genezen? Of heb je die krachten niet, zoals alle bedriegsters.’
‘Dat kan ze niet, Phisha. Haar enige redding is Delos tijdig bereiken, anders heeft ze zoals ik al zei niet lang meer te leven.’
Even kijkt Phisha naar Deriva, dan wendt ze zich met een ruk tot haar gevangene.
‘Is dat juist, halfdode?’
Sorane kijkt haar moeizaam aan, maar kan niet spreken. Haar lippen hebben geen normale kleur meer en zijn hevig gezwollen. 
‘Of hoop je nog steeds Delos te bereiken, Sorane.’
Nog zegt Sorane niets.
‘Verbaast dat ik dat weet, gewezen roodkop met grijze haren. Je hebt de woorden van Deriva hier toch gehoord. Maar als ze dat eerder gedaan, dan was mijn meesteres hier zeker ook geweest. Ik vrees alleen dat Jakira niet zo opgezet zal zijn met Deriva’s verrassing. Nu wil ik van jou weten hoe ik de weg naar Delos kan openen.’
Sorane probeert alleen maar te glimlachen, maar het lukt haar niet. Dan geeft Phicha een teken.  De twee mannen die haar vasthouden rukken plots haar armen opzij en twee anderen slaan snel en metalen boei om elke pols. Een hevige ruk en Sorane’s armen worden omhooggetrokken. Ze hangt met haar amen gespreid aan twee kettingen, die aan het plafond bevestigd zijn. Haar verkleurde voeten raken nog juist de vloer.
‘Wil je niets ter verdediging zeggen, of doet mijn geschenkje misschien te gruwelijk zijn werk. Als ik je goed bekijk, denk ik dat het zijn werk zeer goed uitvoert. Zelfs veel sneller dan ik gedacht had. Ik denk dat je, als Deriva gelijk heeft, over een paar dagen niet meer onder de levenden bent.’
‘Phicha, Sorane kent het geheim. Pas op met wat je doet. Als ze sterft, zonder haar geheim prijs te geven, dan zal Jakira jou nog minder snel vergeven dan mij.’
Phicha keert zich tot Deriva.
‘Zwijg jij. Of wil je ook in de mijnen werken?’
‘Onthoud mijn woorden. Als Sorane sterft dan zal jij je niet alleen voor Jakira moeten verantwoorden.’
‘Je hebt gelijk, Deriva. Maar jij zal dan ook wel leiden, want je hebt niets gedaan om mij tegen te houden.’
‘Daarin heb je gelijk, Phicha. Maar heb jij je al afgevraagd waarom de koninginnen met die roodkop meegekomen zijn? Ik wel. Zij dragen de amazone zwaarden dus moeten deze elf Pentagons een belangrijke rol spelen.’
‘Deze dingen bedoel je,’ zegt Phicha, terwijl ze naar een sokkel op een meter van haar wijst.
Dadelijk klappen de vier zijden van de kubus, die op de sokkel staat, open. Sorane merkt de elf Pentagons dadelijk op.
‘Ja, die bedoel ik, Phicha.’
Die kunnen Sorane niet meer helpen, ze is meer dood dan levend.
‘Misschien heb je gelijk, Phicha. Maar ik denk dat je een goede verklaring zult moeten verzinnen omdat je de weg naar Delos door je handen hebt laten glippen.’
‘Wat win jij hierbij?’
‘Niets. Ik waarschuw je alleen maar.’
‘Wat bedoel je daarmee? Grij…,’ zegt Phicha, maar op hetzelfde moment is Deriva verdwenen.
Even staart ze naar de lege plaats.
‘Ik krijg je wel, Deriva. En als ik je in mijn handen hebt, dan….’
Maar dan keert ze zich met een ruk weer naar Sorane.
Kreunend van de pijn kijkt de gewezen roodharige Phicha aan. Spreken kan ze bijna niet, er komt alleen een kreun over haar lippen. Maar haar blikken zeggen genoeg.
'Aknuva,' hoort Phicha haar plots fluisteren en schrikt hevig.
'Zou Sorane haar diepe innerlijke gevoelens kennen, dat kan toch niet,' denkt ze, ‘het geheim van Delos. Iets dat alleen in oude verhalen bestaat. Of zou Delos echt bestaan en kent Sorane werkelijk de weg ernaartoe. Laat me niet lachen. Dat verzinsel heeft nooit bestaan.’
 Overtuigd van haar gelijk herpakt ze zich en zegt lachend. 
 ‘Nu kunnen we rustig toekijken hoe jullie valse verhevene langzaam maar zeker kreunend van de pijn het loodje legt. Dan kunnen je volgelingen genieten van jouw vreselijk einde.’
Sorane kijkt kronkelend naar de vloer. Het kost haar moeite, maar ze slaagt erin. Haar concentratie wordt dieper en dieper. Alle aanwezigen zien de Pentagons plots een voor een omhoog zweven.
Aknuva merkt het ook en verstijfd van verbazing. Dan kijk ze naar Sorane, maar die heeft haar ogen gesloten. Intussen schieten de Pentagons naar het schrijn toe. Verbaasd en verschrikt kijkt iedereen naar het gouden en tien zilveren Pentagons, die glanzend in het licht hangen.
‘Bedank voor je hulp, Deriva,’ hoort de vrouw die intussen in een kleine verkenner stapt.
Even schrikt ze en denkt:
‘Dus toch…’
Snel activeert ze enkele apparaten, die dadelijk de omgeving van de tempel beginnen te scannen.
‘Mijn plannetje lukt zo te zien.’
‘Ik vrees dat je over enige tijd voor je woedende meesteres, T’naka, zal staan,’ hoort Deriva die stem weer in haar hoofd.
‘Sorane, ben jij dat?’
Op dat moment ziet ze Jakira op een pas van haar half zichtbaar worden.
‘Hoe kom jij hier?’
‘Gelukkig ben ik de echte, Deriva. Die kloon had je dadelijk verpulvert.’
‘Hoe?’
‘Ik maak deel uit van Sorane. Dat zou je nu toch al moeten weten. Slavin van T’naka.’
‘Wat doe je hier dan?’
‘Je vermoeden klopt, Deriva. De zwaarden activeren de verbinding met Delos. Maar je hielt geen rekening, dat je met een vergevorderde techniek te maken hebt. Je kan het overbrengersveld wel peilen? Maar nooit volgen naar de plaats waar het andere eind van het veld is,’ zegt de half doorzichtige gedaante.
‘Verdomme. Dan…’ roept Deriva uit en ziet de half doorzichtige Jakira in het niets oplossen. 
Intussen zijn de elf Pentagons in de tempel langzaam in een amazonezwaard aan het veranderen. Zodra ze volledig zijn, draaien ze tot ze met de punt naar beneden wijzen. Even hangt elk zwaard in de lucht boven de uitsparing in elk van de elf platformen. Dan schieten de zwaarden naar beneden in de uitsparing van de elk platform. Een seconde later worden de elf platforms geactiveerd en stralen een blauw licht uit. 
Boven het schrijn wordt een groter wordende mooie vrouw met vuurrode haren gevormd. Als ze de lengte heeft van een normale mens, kijkt ze om zich heen.
‘Initiatie overbrengersveld,’ horen ze de gedaante zeggen.
Iedereen staart naar de vreemde vrouw. Op dat moment materialiseert Deriva en roept:
‘Grijp Sorane snel.’
Enkele Volkors reageren, maar kijken naar Phicha, wachtend op een bevel van haar. Ook Phicha beseft haar fout pas als Sorane’s kettingen uit elkaar springen. Sorane valt bijna als haar voeten plat op de vloer terecht komen. Ze kan zich met moeite staande houden en wankelt naar het schrijn toe. Koningin Phicha roept woedend uit. 
‘Hou haar tegen, idioten.’
Maar ze beseft dat Sorane al te dicht bij het schrijn is. Dus springt ze zelf naar voor. Sorane bereikt juist het platform dat nog niet opgelicht is, als Phicha haar wil vastgrijpen. De vreemde vrouw richt haar hand echter op Phicha.
Deriva die snel wil ingrijpen, door naar Sorane te teleporteren, wordt door een vreemde kracht tegengehouden.
‘Dat laat ik niet toe, Deriva. Jij zult machteloos moeten toekijken,’ zegt die stem weer in haar hoofd.
‘Verdomde Jakira. Laat me los of…’
‘Of wat, Deriva. Als Sorane dematerialiseert ben ik er ook niet meer.’
Op dat moment hoort Deriva, zoals alle anderen de gevoelloze stem van de roodharige in het schrijn zeggen:
‘Onbevoegde binnen overbrengersveld wordt verwijderd.’
Dadelijk licht het scherm aan de kant van Phicha op. Nog voor ze Sorane ook maar kan aanraken, vlieg ze, krijsend van de pijn, achteruit. Nog voor ze op de vloer neerkomt, verandert haar gedaante. Ze kruipt kreunend recht en schrikt, want haar uiterlijk is helemaal verandert. Ze is weer de vrouw die ze altijd geweest en niet de kunstmatig gevormde Phisha.
 Als van ver hoort ze de vreemde vrouw weer zeggen.
‘Gebieder aanwezig. Overbrenging bestemming Delos gestart.’
Op hetzelfde moment is Sorane, samen met de zwaarden verdwenen en de verlichting van het schrijn dooft uit. Iedereen staart verbaasd naar de plek waar Sorane oploste. Even zien dar de tweede roodharige vrouw nog. Maar dan lost ook in het niets op. Het is doodstil in de zaal. Alleen het gekreun van de koningin is te horen. Als die een paar minuten later weer opstaat, schrikt ze als ze merkt dat iedereen haar aanstaart.
‘Aknuva, dus jij was het die.. Dan moet die Phicha als een slavin in de mijnen zijn;’ denkt Deriva nog voor ze verdwijnt.
‘Waar is Phicha?’ klinken verschillende stemmen.
‘Wie ben jij?’ hoort ze een andere amazone vragen, terwijl ze beseft dat ze haar ware gedaante niet kennen.
‘Mijn naam is Aknuva. De uitverkoren koningin van de amazones, benoemd door de verhevene zelf,’ klinkt haar stem, terwijl ze trilt van woede.
De lijfwachten staren haar verschrikt aan.
‘Waar is Phisha, mijn koningin?’ vraagt de amazone die haar rechterhand is of was.
Aknuva antwoordt echter niet op haar vraag en wend haar hoofd. Onder haar blik wijken de tien koninginnen achteruit.
‘Mooie verhevene aanbaden jullie. Ze laat haar verdomde volgelingen zomaar in de steek. Geloven jullie nog steeds dat ze de verhevene is,’ spot ze.
De koninginnen werpen even een ontmoedigde blik naar elkaar, maar kijken de afvallige koningin dan weer moedig aan.
‘Je zegt Aknuva te heten. Je bent toch een nakomeling van die smerige amazone koningin die de amazone bijna in het verderf stortte?’ vraagt een amazone die haar trouw was, maar nu dreigend tegenover haar staat. 
Even is ze verbaasd, want ook anderen van haar lijfwachten staan dreigend rondom haar. Dan beseft ze dat ze haar nu, ze haar vals uiterlijk kwijt is, niet meer zullen dienen. Dan glimlacht ze:
‘Nee, Gisna. Ik ben die Aknuva en zal opnieuw over alle amazones heersen.’
 ‘Nee, dat zal je niet. Nogmaals, waar is de echte Phicha?’
‘Die crepeert in de mijnen, waar jullie ook zullen belanden als jullie je tegen mij keren.’
‘Jij komt voor het amazone gerecht, Aknuva.’
Aknuva kijkt Gisna grijzend aan en richt haar hand op de vrouw. Dadelijk krimpt die in elkaar van de pijn en valt op haar knieën, terwijl ze de beentjes van haar rechterhand hoort kraken. Als de pijn ophoudt, staart Gisna naar haar hand, waar bloed van afdrupt.
‘Hoe voelt dat, Gisna? Ik leerde het van mijn meesteres, die ook jullie meesteres is. Jakira, de verhevene.’

Gisna is haar rechterhand kwijt.
xxxxxxxxoooooooooooo

Ze wacht niet op antwoordt, maar kijkt de andere lijfwachten aan.
‘Ik verlang dat jullie mij trouw zweren. Zo niet, dan volgen jullie Gisna, die zich inbeeldt een rechtstreekse afstammelinge van Gisnan, de eerste koningin van de twaalfde en verloren stam te zijn. Zij kan haar geliefde koningin vervoegen en misschien later haar ingebeelde voorouder.’
Enkelen maken dat ze wegkomen, maar anderen blijven en knielen ten teken van onderwerping. Diegene die zich uit de voeten wilden maken worden echter door de speciale Volkor lijfwachten van Aknuva opgewacht. De vier worden gebonden teruggebracht en tot voor Aknuva geduwd. Dan kijkt de zelfbenoemde koningin naar een van diegenen die haar trouw zweerden, aan.
‘Jij, Levaya. Jij wordt mijn nieuwe rechterhand. Neem die verraadsters mee. Ik veroordeel hen levenslang tot de mijnen in het oosten. Ze kunnen blij zijn, dat ze hun wapen niet op mij gericht hebben zoals Gisna. 
‘Wie je ook bent, jij hebt het amazonevolk verraden. Maar denk maar niet dat we angst van je hebben,’ roept een koningin uit.
‘Nee, Tovera. Nu nog niet. Maar dat komt nog wel. Levaya, doe wat ik gezegd heb. Sluit Gisna en haar vier verraadsters, samen met de koninginnen op in de mijnen, ze mogen hun werkplaats pas verlaten als ze dood zijn of als ik van hun lot wil genieten,’ sist Aknuva woedend, want haar plan is mislukt.
Ze wilde dat ze Sorane voor hun ogen zagen sterven.
‘Wat? Dat kan je niet doen, Aknuva,’ roept Teava uit.
Maar Aknuva kijkt hen niet meer aan.
‘Breng hen weg, waar ze kunnen nadenken. Diegene die Jakira, de ware verhevene, trouw zweert, schenk ik genade. De anderen worden op de dag dat onze almachtige meesters aankomt, terecht gesteld. Maar tot dan zullen ze moeten werken in de mijnen en in hun vrije tijd zullen de leiders van onze bondgenoten moeten plezieren.’
Verschrikt kijken de koninginnen Aknuva aan.
‘Dat kan je niet doen.’
Aknuva antwoordt zelfs niet op de uitroep van Elnaki.
Tot haar ondergeschikten zegt ze:
‘Nirasé is een uitzondering. Breng haar naar mijn kwartieren.’
Als ze even later haar vertrekken binnenstapt, leggen twee mannen, de half bewusteloze Nirasé op een tafel. Op een teken van Aknuva maken die twee zich uit de voeten. De koningin kijkt even op haar slachtoffer neer. Maar ze concentreert ze zich en haar gedachten onderzoeken de zenuwbanen van de amazone. Als Nirasé haar ogen opent, vraagt ze:
‘Hoe voel je je, amazone?’
‘I..ik..k kan mijn benen niet meer bewegen.’
‘Dat kan kloppen. Ik vrees dat je nooit meer zal kunnen lopen, schatje. Die energiestoot heeft je zenuwen aan je ruggenwervel doorgebrand. Maar kom, treur er maar niet om. Jij krijgt zoals de anderen de doodstraf, zodra ik genoeg genoten heb van hun lijdensweg.’
Nirasé zwijgt en probeert haar toestand te verwerken. De gedachte dat ze verlamd zou kunnen blijven is bijna te veel voor haar. Even sluit ze haar ogen.
‘Waarom zijn jullie op Yharven?’
‘Als je dat wil weten, dan zal je moeten smeken, verraadster.’
‘Ik ben geen verraadster, Nirasé. Jij wel, want jij en de koninginnen hebben de verhevene verraden.’
‘En Phicha. Heb je haar gedood?’
‘Haha, Nirasé. De echte Phicha bevindt zich in de mijnen om zich dood te werken.’
‘Wat… Dat kan toch niet? Jij zegt dat je naam Aknuva is? Ben je dan een nakomeling van die koningin die de amazones lang geleden in de grote amazoneoorlog stortte.’
De koningin kijkt Nirasé grijzend aan, terwijl ze haar lange zwarte haren achteruit strijkt.
‘Heb je mijn woorden daarstraks niet gehoord, Nirasé.’
‘Dat heb ik, maar jij kan niet onsterfelijk zijn?’
‘O, nee, Nirasé. Ik ben echt Aknuva, de amazonekoningin die ooit verbannen werd na de grote amazoneoorlog. In die tijd verloor ik de erkenning van het zwaard.’
 ‘Dat kan niet. Die Aknuva is al lang dood. Ze werd meer dan tweeduizend jaar geleden…’
‘Ja, dat weet ik. Nirasé. Tweeduizend jaar is een lange tijd, maar ik viel in handen van de Droak Torn, die ik trouw zweerde. Hij gaf mij een Yomon, waardoor mijn lichaam zo goed als onsterfelijk is. Hij leerde mij de kracht van de esper. Ik bleek er een beetje aanleg voor te hebben, dus leerde ik snel bij. Toen Jakira hem uitschakelde, trad ik in haar dienst en ik moet zeggen. Het bevalt mij.’
Nirasé slikt en hoort Aknuva zeggen:
‘Nu ben jij weer aan de beurt. Zeg me wat ik wil weten of...’
‘Ik weet zo goed als niets over Delos. Zelfs niet dat het echt bestaat. Je had het aan Sorane of die Deriva moeten vragen. Zelfs die laatste leek meer over Delos te weten, dan ik.’
Alvorens de amazone in elkaar krimpt van de pijngolven die doorheen haar lichaam, ziet ze dat Aknuva haar doordringend aankijkt. 
‘Als ik die in mijn handen krijg, dan zal ze jullie lot delen, maar eerst zal ik haar laten genieten als ik haar lichaam in stukjes breek. Haar lot zal erger zijn dan dat van jou en de koninginnen.’
Dan richt ze zie tot enkele volkors.
‘Breng haar maar weg. Ze zal moeten toekijken hoe de koninginnen langzaam maar zeker ten gronde zullen gaan.’
‘Wat bedoel je nu weer?’
‘Ze zullen het ergste lot dat een amazone kan treffen moeten ondergaan, Nirasé. Jij ontsnapt daar gelukkig. Want een half verlamde is niet van grote waarde voor mannen.’
‘Je bedoelt dat ze….’
‘Jazeker. De verhevene heeft een programma op een verre planeet opgestart om kinderen te klonen, want Jakira heeft trouwe soldaten nodig om voor haar te vechten. Alleen uitverkoren vrouwen krijgen de kans om langs die weg de verhevene te dienen.’
‘Noem jij dat een voorrecht, Aknuva. Ik niet.’
‘Dat beslist Hera Jakira. Niet ik.’
‘Dat kan jij toch niet toelaten, Aknuva. Ook jij was ooit een amazone.’
‘En nu deel ik de bevelen uit. Ik hoop dat ze hun toekomstige partners tevredenstellen, want anders zullen ze zwaar gestraft worden.’
‘Is er dan nog een zwaardere straf dan dat voor een amazone, Aknuva?’
‘O, ja. Half vrouwtje. Die is er zeker.’
‘En je moet niet hopen op hulp, want een van  mijn nakomelingen in rechte lijn, Edrina, is voorbestemd om de nieuwe koningin van de verenigde amazonestammen te worden.’
‘De verenigde… Daar zal ze nooit in slagen, Aknuva.’
‘O, dat zal ze zeker. En wel met de steun van de Verhevene.’
Even slikt Nirasé, maar kan geen woorden meer uitbrengen. 

Nirasé verlamd.
xxxxxxxxxxxxxxxooooooooooooo

‘En nu onder mijn ogen,’ roept Aknuva luid, terwijl ze een teken geeft aan haar ondergeschikten.
Twee Volkors nemen Nirasé tussen hen in en dragen haar naar buiten. Die koninginnen zitten op hetzelfde moment in hun cel als enkele wachters een zwaar toegetakelde vrouw in de gang smijten. Het blijkt de echte Phicha te zijn. Ze is doodziek en zeer zwak.
'Het groepje is weer compleet,' zegt een van hen grijnzend, terwijl drie amazones over de zwaar toegetakelde vrouw buigen.
'Phicha, ben jij dat? Wat hebben ze met jou gedaan?' stamelt Tovera.
Maar de gewonde heeft het bewustzijn verloren. Verschillende uren gaan voorbij, terwijl ze hun lotgenote zo goed als het kan verzorgen.
‘Waar zouden ze die Gisna en de vier anderen heengebracht hebben.’
‘Vermoedelijk een paar verdiepingen lager, Veréna.’
‘Ze zullen hen toch niet aan de mannen beschikbaar stellen?’
‘Dat staat hen zoals vele amazones te wachten, Elnaki. En ons vermoedelijk ook.’
Plots wordt de cel weer geopend en Nirasé wordt naar binnen geworpen. Kreunend van de pijn rolt de amazone over de vloer. Elnaki en Veréna knielen naast haar. Als beiden Nirasé proberen rechtop te zetten, fluistert deze:
'Laat maar, ik kan toch niet op eigen kracht rechtop blijven zitten. Ik ben vanaf mijn heupen volledig verlamd. Er zijn verschillende zenuwen doorgebrand, door die stroomstoot enkele uren geleden.'
'Wat? Is er niets aan te doen?'
'Niemand van ons kan dat, Renaé, misschien zelfs de verhevene niet. Ik hoop dat ze zich redt waar ze zich ook mag bevinden.'
'Ben jij gek, Nirasé. Geloof je nog altijd dat zij de verhevene is.'
'Ja, Elnaki. Ik moet wel. Die hoop is het enige dat ik nog heb. Zonder geloof zou ik gewoon zelfmoord plegen, denk ik.'
Even is het doodstil in de cel.
'Jij mag denken wat je wil, amazone, maar ik kan het niet meer geloven. Ze heeft ons gewoon gebruikt,' zegt Tovera met ijskoude stem.
‘Voor wat, Tovera. Ze heeft een fout gemaakt. En niet alleen Sorane, jullie ook. De dag dat wij allen gevangen genomen werden, trokken we de zwaarden uit hun sokkels,’ zegt Gabory.
‘Dat klopt, we moesten ons toch verdedigen.’
‘Dat had niet mogen gebeuren, want ik hoorde Sorane nog een waarschuwing roepen. We waren allen in paniek, daarom hoorden wij haar woorden niet bewust,’ fluistert Teava.
‘Ik hoorde ook iets, maar het drong niet tot me door wie of wat het riep.’
 ‘De stem zei: Initiatie overbrengers veld.’
‘Ja, dat hoorden we allemaal.’
‘Sorane riep ook nog -Nee, laat de zwaarden…- De rest verstond ik niet meer.’
‘Als dat zo is. Wat betekende dat dan?’ zegt Veréna, terwijl ze Teava aanstaart.
‘Ik vermoed dat als we onze zwaarden niet gegrepen hadden wij een paar seconden later weg zouden geweest zijn. Misschien zelfs in of op Delos. En dat was het doel van Sorane.’
Even is het stil en de cellen.’
‘Bedoel je dat we dit aan onszelf te danken hebben.’
‘In zekere zin wel, Renaé.’
‘Als je gelijk hebt, Teava, dan hebben we Sorane onterecht de schuld gegeven van wat wij hier moeten ondergaan.’
‘Wat er ook van waar is. We zitten nu met zijn allen in deze cellen,’ merkt Gabory op.
‘Misschien kan die vreemde roodharige vrouw ons helpen. Ze bezorgde die valse Phicha een hevige pijn. We hebben haar allen horen krijsen, voor ze haar valse gedaante moest opgeven,’ zegt Zeyna ernstig.
‘Ik denk niet dat we van haar hulp moeten verwachten alleen in de Tempel zou ze ons misschien kunnen helpen, maar tot hier reikt haar macht vermoedelijk niet.’
‘Elnaki heeft gelijk, de vrouw was Tara, een Halogram. Aknuva botste op het krachtveld dat gevormd werd. Die Tara deed niet echt iets, want dat kan ze niet,’ fluistert Nirasé.
‘Een Halogram,’ denken de anderen verrast, terwijl ze beseffen dat Elnaki gelijk heeft.
Een voor een gaan ze op de vloer zitten met hun handen op hun knieën. Hun toestand ziet er niet rooskleurig uit. Niemand zal hen komen helpen, zelfs hun vloot niet, want die hebben geen bevelvoersters meer. En bevelen van de mensen van Sorane zullen ze nooit willen aanvaarden.
‘Onze vloot. Als die…’
‘Die zal niet komen, Veréna. De nakomeling van Aknuva wordt vermoedelijk de nieuw koningin en zij zal haar over-over- en overgrootmoeder zeker steunen.’
‘Wat!!!???’
‘We zijn dus op onszelf aangewezen.’
‘Zoiets, Renaé,’ merkt Nirasé nog op.
Op dat moment bereikt Lotte twijfelend de onzichtbare jager. Maar als ze hem weer zichtbaar maakt en de cockpit opent, klinkt achter een stem.
‘Dus zo ben jij met Nirasé hier geraakt, verraadster.’
Langzaam kijkt Lotte om en merkt Aknuva op, die naar haar kijkt.
‘Leg je wapen neer, ontkomen kan je niet, Lotte.’
‘Hoe wee..??’
‘Ik ben een telepate en nog veel meer, amazone.’
Lotte activeert echter haar wapen en kijkt Aknuva dreigend aan. Die glimlacht echter en plots staat Lotte daar naakt voor haar. De vroegere koningin houdt haar Hypsoon tussen de vingers van haar rechterhand en kijkt ernaar.
‘Zou deze ook weer verdwijnen, zoals die van Nirasé, Lotte.’
Op dat moment materialiseren twee amazones achter de zus van Nirasé’s man. Die grijpen haar dadelijk vast.
‘Voor jou heb ik een speciale behandeling op het oog, schatje. Tenzij je me trouw zweert.’
‘Nooit.’
‘Ik hoopte daar al op, Lotte. Breng haar en haar broer naar mijn paleis.’
Zodra beide amazones met hun gevangene gedematerialiseerd zijn, richt ze haar hand op de jagers. Het toestel begint langzaam te kraken en te vervormen, terwijl het in elkaar gedrukt wordt. Tot het plots ontploft, maar Aknuva wordt door een energiescherm beschermd. Grijnzend kijkt ze naar de smeulend resten, voor ze in het niets oplost.
Diep onder de grond materialiseert ze.
Voor haar ligt de naakte Lotte op een tafel met haar voeten tegen mekaar vastgebonden.
‘Je bent mooi, amazone. Om die schoonheid te bewaren, wil ik maar een ding van je. Zweer mij trouw of geen enkele vrouw of man zal je ooit nog willen aankijken.’
Lotte zegt echter niets. Ze staart recht naar het plafond.
Aknuva grijnst even en kijkt haar slachtoffer strak aan.
‘Weet je dat ik zelfs niet moet aanraken om je pijn te doen, meisje. Maar daar geniet ik niet zo veel van.’
Maar Lotte blijft naar het plafond staren.
‘Zwijgen betekend weigeren, vrouwtje.’
Nog even wacht Aknuva.
Dan geeft ze een teken en een mooi blonde amazone komt binnen. Zij gaat naast de weerloze amazone staan kijkt haar met een glimlach in de ogen.
‘Een heerlijk vrouwtje, Hera,’ zegt ze slikkend.
‘Dat is ze nog steeds, Osery, maar als ze weigert mij trouw te zweren dan wil jij haar op het einde van deze week niet meer aankijken.’
‘Is dat geen verspilling van…’
‘Nee, Osery. Dat is wat ik wil of weiger jij ook.’
De roodblonde vrouw schudt haar hoofd.
Lotte kijk beide vrouwen afwisselend aan. Ergens heeft ze een beetje hoop, dat de blondine haar zou helpen, maar dan hoort ze haar zeggen.
‘Ik doe wat u beveelt, Hera.’
‘Wees daar maar zeker van, Osery. Je weet waarom je hier bent, dus doe met haar wat je wil. Ik wil dat ze geniet.’
Osery knikt even en kruipt op de tafel. Met haar beide benen gespreid gaat ze op de buik van de amazone zitten. Beiden kijken elkaar in de ogen. Dan buigt Osery voorover en kust Lotte beide wangen en dan op de lippen. Maar Lotte draait haar hoofd dadelijk weg.
‘Ik wil je helpen, Lotte, maar niet nu,’ fluistert ze en kijkt de witharige amazone weer aan.
Lotte richt haar blik weer op haar belaagster, maar haar blik blijft even koel als tevoren. Als Osery haar kust, beantwoordt ze echter voorzichtig haar kus. Ze wil een teken geven dat ze het begrepen heeft.
‘Dat is beter. Komt er nog wat van, Osery. Ik wil dat ze nog een laatste maal geniet. Daarna is het mijn beurt om te genieten.’
‘Dat is juist wat ik doe, Aknuva. U wil toch dat deze gevangene heerlijk geniet van mijn ‘behandeling’. Daarom moet haar opwinding langzaam vergroten tot ze erom smeekt en dan….’
‘Je hebt gelijk, doe wat je moet doen, maar ik wil haar horen schreeuwen van genot.’
Osery glimlacht.
‘Dat is ook mijn wens, Hera.’
Aknuva knikt en gaat in een van de drie zetels zitten die tegen de muur staan. Vandaar uit kijkt ze nauwlettend toe hoe, haar slavin de gevangene begint te kussen eerst in de hals dan de borsten…
Tot buiten de cel horen ze kreten van Lotte, die smeekt om te stoppen maar Aknuva kijkt nog steeds genietend toe, hoe Osery te werk gaat. Meer van een uur later, klimt Osery van de tafel af en kijkt Aknuva aan.
‘Dat was volledig wat ik wilde, slavin. Als beloning krijg je twee dagen vrijaf.’
‘Dank u, Hera.’
‘Meld je bij mijn rechterhand Levaya. Zij heeft een pasje voor je. Daarmee kan je je famillie in de stad gaan bezoeken. Het is voor twee dagen geldig. Wees echter op tijd terug, want een minuut te laat en je zal gestraft worden.’
‘Begrepen, Hera. Ik dank u voor de beloning. Mijn famillie zal gelukkig zijn om me weer te zien.’
Aknuva knikt. Maar als Osery de deur achter zich gesloten heeft, verandert haar gelaatuitdrukking.
‘Was je laatste keer lekker? Je hebt ervan genoten, dat kon ik zien en horen. Je laatste kreet klinkt nog na in mijn oren.’
Maar Lotte kijkt haar zelfs niet aan.
‘Wil je toch niet liever trouw zweren? Dan kan je nog vele malen hetzelfde meemaken, misschien zelfs met Osery…. Was ze goed, of speelde je alleen maar comedy.’
‘Osery is meer vrouw dan jij ooit zult zijn, Aknuva,’ sist Lotte met een stem waarin de woede en frustratie doorklinkt.
Even slikt Aknuva.
‘Wees maar zeker dat ik ervan ga genieten, Lotte,’ zegt ze dan en neemt een dunne pin van een meter lang van de tafel achter haar.
Kalm houdt ze het horizontaal tegen de boven dij van de amazone.
‘Laatste kans, Lotte. Zweer me trouw en je bespaart je veel pijn.’
‘Droom maar lekker, Aknu… aaaaaaaaaaaarrrrggghhhhh,’ zegt Lotte, maar haar woorden eindigen in een kreet van pijn, als Aknuva de pin doorheen beide dijen ramt.
Dan neemt ze even kalm een tweede pin van de tafel en houdt ze weer naast de dij van de amazone, maar nu een achttal centimeter lager. Even kijkt ze naar haar slachtoffer en dan duwt met een snelle beweging vooruit. Ook deze pin boort zich door het vlees van haar beide dijen.
‘Aaaarrrghh… ooooaaaaaannngghhhh,’ kreunt Lotte.
Nog steeds met een grijns drukt Aknuva de derde pin lichtjes tegen het vlees van Lotte, nu ongeveer zes centimeter boven haar knie.
‘OOOOOOONGGHHHHHH,’ krijst Lotte opnieuw als haar beide benen doorboort worden.
Nog twee maal ramt Aknuva een pin tussen de drie andere die al in de dijen van Lotte steken. Lotte roept het steeds luider uit van de pijn.
‘Zo dat zijn je dijen, Lotte. Nu gaan we iets hoger verder. Maar ik wil zo lang mogelijk genieten van je pijn. Dus moet ik je ook zo lang mogelijk in leven houden.’
Als Aknuva even vooroverbuigt en Lotte in de ogen kijkt, spuwt de amazone plots in haar gezicht.
Kalm richt Aknuva zich op en veegt het speeksel uit haar gezicht, terwijl Lotte koel aankijkt. Dan zegt ze grijnzend:
‘Maar even ter informatie. Deze pinnen, zijn hol van binnen en aan de zijkanten zijn er kleine gaatjes. Voor vandaag is dat voldoende. Je kan de hele nacht nog van de pijn die ze zullen veroorzaken. Maar morgen, dan worden de pinnen met kabeltjes verbonden en dan laat ik een speciaal zuur door de gaatjes sijpelen. Je lichaam wordt dan van binnenuit langzaam verteert. Ik vrees alleen dat jij het zult uitbrullen van de pijn.’
‘Vervloekt monster.’
‘Beledig me nog maar meer, Lotte. Des te erger wordt het voor jou, tenzij je me trouw zweert.’
‘Nooit. Je kan me beter doden, Aknuva. Want als je ooit in mijn handen valt, dan….’
‘Niets, Lotte, want jij ontsnapt nooit uit deze cellen,’ zegt haar beul spottend en duwt tegen de pinnen.
‘Aaaaanngghh….,’ kreunt Lotte, terwijl er verschillende druppeltjes bloed uit de wondjes druppelen.
Als ze haar ogen weer opent, staart recht naar een veertig centimeter lange pin die Aknuva vasthoudt.
‘Mooi niet,’ fluistert ze spottend.
Dan drukt ze de pin van boven naar beneden door het vlees van haar rechterzijde. Lotte moet op haar lippen bijten om het niet uit te schreeuwen. Een minuutje later wordt een tweede korte pin door haar andere zijde geboord.
‘Geniet je, amazone.’
Maar Lotte zegt niets meer. Ze staart alleen maar naar het plafond. Aknuva glimlacht even en neemt een nieuwe pin van de tafel. Die steekt ze met een snelle beweging doorheen de rechter bovenarm en dan een tweede. Iets boven de ellenboog. En een derde boort ze door het vlees van haar onderarm, die ze in de juiste stand draaide, tot in de tafel.
‘Vind je het lekker, Lotte?’
Maar de amazone antwoordt niet. Ze heeft het bewustzijn verloren. Even kijkt de vroegere koningin op haar slachtoffer neer en drukt dan grijnzend op een knop, waardoor water uit het plafond op Lotte regent. Kreunend komt die tot bewustzijn.
‘Ik vroeg of je het lekker vond, Lotte.’
Maar Lotte zegt niets meer.
‘Nu je andere arm.’
Lotte kreunt deze maal wel van de pijn, als Aknuva op dezelfde manier drie pinnen door haar linkerarm steekt.
‘Zo dat is al wat beter. Nog twee en dan is het genoeg voor vandaag. En dan ben je klaar voor de behandeling die je morgen te wachten staat.’
Even zwaait Aknuva met een lange pin voor de ogen van Lotte, die er met angstige ogen naar staart. Dan richt ze het naar beneden en zoekt boven haar schouder naar de geschikte plek. Zodra ze die plek gevonden heeft, ramt ze de pin naar beneden door de spieren van Lotte’s linkerschouder.
‘Aaaaaarrrghhhh.. SSStoopppp….Stoooopp…’ krijst Lotte.
‘Stoppen, meisje. Nee, nog niet. Nog eentje en dan mag je tot morgen rusten,’ fluistert de koningin spottend en neemt de laatste pin van de tafel.
Weer buigt ze zich over de weerloze vrouw en prikt even in de huid van Lotte. 
‘Nu de juiste plek en dan mag je krijsen.’
Dan drukt ze de pin door de rechterschouder van Lotte.
‘Aaachhh aaachhhh.. iikk kkaaann…. Neee, stooooppp…’
‘Nu mag je rusten, Lotte. Dit was een voorproefje voor morgen.’
‘Sadistisch monster.’
‘O, ik ben nog een brave beul, amazone. Je moest mijn meesteres eens bezig zien. Diegenen die zij onder handen neemt, hun kreten houden dan het hele celblok wakker.’
Dan buigt Aknuva over Lotte en kust haar op de mond.
Maar Lotte bijt in haar tong, waardoor de koningin zich snel terugtrekt.
‘Nog een beetje vuur in je lichaam, amazone. Ik vrees dat je tegen morgenavond dat laatste restje vuur ook wel kwijt zult zijn.’
‘Een moedige amazone ben je, Aknuva. Maar te laf om echt tegen mij te vechten.’
‘Waarom zou ik tegen jou vechten, Lotte. Ik geniet ervan om weerloze mensen onder handen te nemen. Telkens kom ik op nieuwe ideeën om iemand te pijnigen.’
Even glijdt de hand van Aknuva strelend langs beide wangen van Lotte.
‘Nog geen spijt. Misschien wil je me nu trouw zweren?’
Maar Lotte staart weer naar het plafond.
‘Ook goed. Slaap wel dan. Morgen zal ik je eerst dezelfde vraag stellen. Denk er eens over na. Misschien stem je dan wel toe.’
Dan slaat de deur achter Aknuva dicht en Lotte blijft met haar pijn en gedachten alleen achter. Elke beweging bezorgt haar helse pijnen.
Gino weet niets van dit alles. Hij zit helemaal al verschillende uren alleen in een cel diep onder de grond. Plots hoort hij geluiden. 
‘Dat lijken me schoten. Er wordt gevochten,’ denkt hij verbaasd.
Aarzelend staat hij op en haast zich naar de deur toe. Maar nog voor hij die bereikt, draait de deur open. Twee gewapende mannen springen naar binnen. 
‘Hier is er nog eentje, Ona Janera. En deze heeft zelfs geen vodden om zijn lijf.’ zegt een van hen.
Dan stapt een gewapende vrouw naar binnen. Even kijkt ze de gevangene aan.
‘Wie ben jij?’
‘Gino.’
‘Gino. Wie… Toch de man van Nirasé niet?’
Gino knikt.
‘Dat was ik ooit.’
‘Deze komt ook mee, Ecrivo,’ zegt de amazone en werpt Gino een laken toe.
‘Volg ons snel,’ zegt de amazone.
Buiten in de gang ziet hij verschillende doden liggen.
‘Kom, we moeten er vandoor.’
‘En mijn zus? Die is hier ook ergens opgesloten.’
‘Je zus?’
‘Ja, Lotte. Zonder haar ga ik niet.’
Even kijken de twee amazones en vier mannen elkaar aan.
‘Wat nu?’
‘We moeten haar bevrijden, anders blijf ik hier.’
De amazone die de leiding heeft, kijkt Gino aan. Dan knikt ze.
‘Alleen, waar kan ze zijn? Gisna zoekt haar ook.’
Op dat moment komen twee amazones met een roodblonde vrouw de gang in.’
‘Janera, deze vrouw vraagt dat we een zekere Lotte willen helpen,’ zegt de zwartharige amazone.
Janera kijkt de knappe vrouw die ze tussen hen in houden.
‘Ook een toeval. Die daar lijkt te weten waar je zus is.’
‘Wie ben je?’ vraagt Gino.
‘Osery, ik wil haar helpen.’
‘Waarom wi…?’
‘Weet je waar ze is?’ onderbreekt Gino de amazone.
Osery knikt zwijgend.
Even kijkt Janera hem met een kwade blik aan, maar vraagt dan.
‘Hoe weet je dat?’
‘I.ik moet gevangenen plezieren van Aknuva. Voor zij hen behan….’
Als ze de vreemde blik van Gino en Janera opmerkt, sluit ze haar mond. 
Dan zegt Janera:
‘Kom. Ik ga met je mee. Osery, jij wijst de weg. De anderen volgen ons als een achterhoede.’
Even slikt Osery, als ze aan de witharige amazone denkt, die ze van Aknuva moest ‘behandelen’. Telkens ze aan haar denkt, voelt ze haar hart sneller slaan.
‘Volg me.’ zegt ze met trillende stem.
‘Vertrouw je haar?’
‘Nee, Gino, niet echt. Maar zij sterft als eerste als er vijanden opdagen.’
Aarzelend volgen de anderen Janera, die Osery op de voet volgt, terwijl haar wapen op de vrouw gericht houdt.
‘Ecrivo breng de groep, die Gisna moest bevrijden, op de hoogte.’
‘Gaat niet, Ona. Ze hebben radiostilte afgesproken om niet ontdekt te worden.’
Janera knikt even.
‘Geef dan het alarmsein. Dan keren ze terug naar de afgesproken plaats.’
De man drukt snel op een knop van zijn armband, waardoor een kort signaal uitgezonden wordt.
Plots blijft Osery echter staan en kijkt om.
‘Wees op jullie hoede. Want als ze ons op deze verdieping ontdekken, dan raakt niemand van ons daar levend buiten.’
‘Is dat zo geheim?’
‘Je kan er alleen komen met de toestemming van Aknuva. Alleen zij kan de toegang openen.’
‘Hoe raken we daar dan binnen?’
‘Ik ben al dikwijls met haar daarbinnen geweest, om mijn taken te volbrengen, amazone. Intussen ken ik de toegangscode van buiten.’
‘Heeft Aknuva die aan jou laten weten?’
‘Nee, niemand mag die code weten. Maar ik heb haar telkens geobserveerd en zo langzaam maar zeker de code geleerd. Alleen heb ik daar nooit alleen naar toe durven gaan.’
‘Als dat geen val is, dan wee…,’ zegt een van de mannen.
‘Er is nog geen alarm, Janera, dus we hebben wel even tijd,’ zegt Gino.
‘Jij wil je zus, man. Maar ik ben verantwoordelijk voor deze groep. En ik wil hen levend hierbuiten brengen.’
‘Ik ga, Janera. Als Lotte daar is moet ik haar helpen.’
‘Vertrouw jij die Osery?’
‘Dat weet ik niet zeker, maar het is onze enige kans om mijn zus te vinden.’
De amazone knikt dan even, dan wendt ze zich tot de anderen.
‘Keer terug en haast jullie naar de plaats, die we met Gisna afgesproken hebben.’
Enkelen knikken en keren snel om.
‘Ik hoop dat we er goed aan doen, Gino,’ zegt Janera.
‘En nu jij, Osery. Breng ons zo snel mogelijk bij zijn zus.’
‘Kom volg me, ik heb haar, denk ik, vier verdiepingen hoger zien opsluiten,’ zegt ze knikkend, in een poging om deze mensen af te leiden, dat ze iets voor Lotte voelt. 
En toch is ze maar eenmaal met haar samen geweest. Ook Janera weet niet echt wie ze is. Alleen Gino viel de aarzeling van de amazone op, maar hij zoekt er verder niets achter. Even kijkt hij naar de anderen van de groep die hem bevrijdde. Zij hebben intussen het einde van de gang bereikt en beginnen aan de afdaling.
Dan volgt hij de twee vrouwen naar de trap. Vier verdiepingen hoger komen ze voor een gesloten deur te staan. Osery aarzelt even, maar tikt dan, na elk cijfer even aarzelend, de code in. Als de deur openschuift zucht ze opgelucht en kijkt de lange gang in. Osery haast zich zeven deuren verder en opent de achtste. Even fronst Gino zijn voorhoofd, want hij vindt het vreemd dat Osery zo maar de juiste deur zou open, terwijl ze zegt dat ze zijn zus maar even gezien heeft.
Gino die na Osery binnenstapt, botst bijna tegen haar aan, omdat ze schrikkend blijft staan.
‘Och, Lotte, wat heeft die duivelin met je gedaan?’ hoort hij haar fluisteren. 
Heel even vangt Osery zijn verontruste blik op als hij haar aankijkt.
‘Aknuva, wees vervloekt,’ hoort hij Janera uitroepen.
Even kijkt hij naar haar, maar dan schrikt hij, als hij Lotte ziet liggen. Janera en Osery haasten zich naar zijn naakte zus toe. Maar dan beseft Janera dat Gino hen zal volgen.
‘Naar buiten, man. Je kent de amazoneregels.’
‘Ja, die ken ik, Osery. Maar Lotte is mijn zus. Naakt of niet. Ik moet haar helpen.’
Even kijkt da amazone naar Janera, maar die trekt haar schouders op. Dus knikt ze alleen maar.
Gino loopt op de tafel toe en kust Lotte op haar voorhoofd. 
‘Ik ben hier, zusje. Je bent veilig nu,’ fluistert hij.
‘De pinnen. We moeten hen verwijderen, Janera,’ zegt Osery.
‘Dat zal pijn doen. De verticale steken vast in de tafel. Die krijgen we niet zo snel los.’
‘Met mijn laser snijden we de pin over en trekken de rest uit haar lichaam, Janera.’
Osery trekt voorzichtig de pinnen uit de dijen van Lotte, terwijl Gino de vier pinnen een voor een langzaam uit de bovenarmen van zijn zus trekt.
Lotte kreunt lichtjes, want ze is half bewusteloos.
‘Welke nu?’ vraagt Gino.
‘Haar onderarmen. Dan kunnen we gemakkelijker bij haar schouders.’
‘Gino, wil jij haar rechterarm lichtjes omhoogheffen?’ vraagt Janera, terwijl ze Osery toeknikt.
De broer van Lotte knikt even. Dan neemt Osery haar laser en legt die op de tafel. Als Gino haar arm hoog genoeg heeft, snijdt Osery de pin vlak boven de tafel af. Met een snelle beweging trekt Janera de pin uit de arm van Gino’s zus.
Dan bevrijden ze de linkerarm op dezelfde manier. 
Maar als ze de pin aan de rechterschouder los gebrand heeft en Janera wil de pin lostrekken, roept Osery plots.
‘Stop!!!.’ 
Verbaasd kijken Janera en Gino haar aan.
‘Aan deze zit een weerhaak aan vast. Als je die omhoog rukt, dan ruk je haar spieren kapot.’
‘Wat nu?’
De drie andere pinnen los maken en dan de pinnen van voor naar achter door haar lichaam duwen. Even kijken beide amazones, Gino aan. Dan knikken ze. Meer dan drie minuten later zijn ook de drie andere pinnen los van de tafel.
Gino helpt zijn hevig kreunende zus recht op. Janera duwt de pin in de linkerschouder van Lotte naar achter toe. Osery grijpt die dan achter de haak vast en trekt eraan. Toch duurt het nog twee minuten voor Lotte van de resterende pinnen bevrijd is. Dan worden de wonden door een snelverband afgebonden.
‘Later zal ik haar wel verzorgen,’ zegt Osery tot Gino’s verbazing.
De broer van Lotte knikt even, terwijl hij zijn zus tegen zich aan laat leunen, terwijl hij haar haren streelt.
‘Je bent veilig, zusje,’ fluistert hij.
‘Niet zo vlug, Gino. We moeten nog weg zien te raken.’
Gino slaat een laken om het lichaam van zijn zus en draagt haar in zijn armen de gang in. Osery en Janera volgen hem. Daar wachten de anderen.
‘Kom, volg me. We nemen een andere weg, Janera,’ zegt Osery. 
Even kijkt Janera de vrouw wantrouwig aan.
‘Toen ik de deur opende, was Aknuva dadelijk op de hoogte, Janera.’
‘Wat? En je hebt dat vergeten te vermelden.’
‘Ik wilde haar helpen. Zou je dat gedaan hebben als ik dat gezegd had?’
‘Nee, ik vermoed van niet.’
Osery knikt en zegt:
‘Deze richting leidt naar de oostkant. Aknuva weet niet dat ik weet waar dat uitkomt. Ze moest mij ooit eens langs die weg naar buiten brengen, omdat er onverwachts wapenhandelaars die enkele gevangenen kwamen ophalen. Aknuva kon die de toegang niet weigeren, maar kon niet langs de normale toegang naar buiten. Dus kreeg ik een energiekooi op mijn hoofd, waardoor ik zo goed als niets kon zien. Ze sleurde mij met grote haast naar beneden en dan naar buiten. Daar schakelde ze de kooi weer uit en haastte ze zich dan naar haar paleis.’
Als Janera aarzelt.
‘Hoe weet je dan….’
‘Aknuva weet niet dat ik verschillende gaven heb. Door een van die krachten kon ik om het zo te zeggen door de energiekooi heen kijken.’
Even kijken Gino en Janera elkaar.
‘Er zit niets anders op, amazone. Ga maar verder, Janera,’ zegt Gino.
‘Doe dan maar, Osery. Maar pas toch maar op, want bij het minste gevaar schiet je neer.’
‘Ik geef om Lotte,’ zegt de amazone en gaat de gang in.
Op hun hoede volgen ze haar. Maar dan klinkt het alarm door het complex.
‘Ze zullen de doden gevonden hebben,’ zegt een van de mannen.
Langs verschillende toegangen dringen gewapende Volkers het complex binnen. Maar Osery leidt de groep veilig naar een geheime uitgang. Aknuva heeft intussen de cel van Lotte bereikt en stapt vloekend naar binnen.
‘Vindt haa….,’ beveelt ze maar wordt door een ontploffing onderbroken. Snel haast ze zich de gang in, maar op dat moment ontploffen nog verschillende bommen. 
‘Zoek hen, maar ik wil die Lotte levend en die valse kat van een Osery ook,’ beveelt ze met trillende stem.
Vrezend voor haar leven activeert ze dan haar overbrenger en brengt zich in veiligheid. De groep van Janera heeft intussen hun verborgen zwever bereikt. Osery kijkt achterom naar de anderen en merkt dat Gino het zeer moeilijk heeft. Het gewicht van zijn zus is teveel aan worden. Even aarzelt ze, dan haast ze zich naar hen toe.
‘Laat me helpen, Gino.’
‘Ik kan het wel alleen, Osery. Ik…’
‘Vertrouw je me niet?’
‘Ik weet niet wat ik van je moet denken. Je leek te weten waar mijn zus was.’
‘Laat me, broer. Ik voel me iets beter. Ik denk wel dat ik weer kan staan.’
Gino trekt, terwijl hij Osery in het oog blijft houden, zijn arm onder de knieën van zijn zus uit. En laat haar op haar benen steunen. Lotte wankelt licht.
‘Dank je, Gino. Hou me wel nog vast, ik kan maar moeilijk zonder pijn bewegen. Had ik mijn Hypsoon nog maar.’
‘Je Hypsoon?’
‘Ja, die kan wonden langzaam regeneren.’
‘Ja, nu je het zegt, dat is nog waar ook. Maar ze zijn in handen van Aknuva, tenzij ze verdwenen zijn,’ zegt Gino.
Osery merkt plots de wantrouwende blikken van de anderen. Ook Janera komt op haar toe.
‘Ja, dat vroeg ik me ook al af. Hoe wist je waar je moest zijn?’ vraagt de leidster van de groep nu ook.
Even slikt Osery.
‘Ik heb jullie toch veilig tot hier geleid.’
‘Ja en.. Misschien is dat wel in de opdracht van Aknuva. Haar opsporingsdiensten zoeken onze verzetsgroepen nog steeds.’
‘Als dat waar is dan loopt de groep van Gisna recht in een val.’
‘Gisna, is die hier?’
‘Ja, Osery. Zij leidt een andere groep die naar Lotte op zoek is. Maar jij wist waar diegene was, die wij naar zochten.’
‘Dat wist ik zeker. En ik bracht jullie dadelijk naar haar toe.’
‘Juist, maar dat maakt je juist verdacht. Het kan niet anders dan dat jij voor haar werkt.’
‘Dat was ook zo, Janera, maar als een soort seksslavin. Daardoor wist ik waar Lotte was. Aknuva heeft vreemde kronkels in haar geest. Ze wilde dat ik haar slachtoffers nog eerst liet voelen wat genot betekende. Dan beseften die wat ze in de toekomst zouden moeten missen als ze niet wilden trouw zweren aan haar en haar meesteres. Als het slachtoffer daarna nog steeds bleef weigeren, ging ze verder met martelingen. Lotte was de volgende waarvan ze kon genieten, omdat ze weigert haar te dienen.’
Janera kijkt Osery in de ogen.
‘Ik kan het niet meer, Janera. Jullie moeten me geloven. Ik heb vele vrouwen en mannen moeten plezieren en een aantal dienen Aknuva nu. Anderen heb ik een week later vreselijk toegetakeld op een hoop doden zien liggen. Elk van die gezichten zie ik nog dagelijks.’
‘Waarom nu?’
‘Om te blijven doen wat Aknuva van me wilde, moest ik mij afschermen van diegenen die ik moest ‘behandelen’. Voor een korte tijd moest ik een koele slavin worden, maar als het voorbij was, verborg ik mij huilend op mijn bed. Aknuva is dat nooit te weten gekomen, anders zou ze mij dadelijk gedood hebben. Maar toen ik Lotte kuste, voelde ik mij plots anders. Mijn ijskoude gedachten verdwenen, omdat ik warm werd van binnen en dan beantwoordde Lotte mijn kus met alle vuur die ze nog in zich had.’
‘Kon ik maar geloven dat je ons daarom hielp?’
‘Wil je ons wijsmaken dat je plots verliefd werd?’ vraag de derde amazone die tot nu nog niets gezegd heeft.
‘Verliefd. Kan ik nog verliefd worden na wat ik allemaal gezien heb? Dat weet ik niet. Maar ik weet dat Lotte iets in mij wakker gemaakt heeft. Daarom heb ik ook contact gezocht met een verzetsgroep.’
‘Je hebt.. Verdomme. Je wist wie…,’ zegt Janera verschrikt en richt haar wapen op Osery.
‘Wat is er met Osery? Waarom?’ vraagt Lotte aan haar broer.
‘We denken dat ze voor Aknuva werkt om de rebellen op te sporen.’
Hij voelt dat ze schrikt.
‘Denk jij dat ook?’ zegt Lotte en maakt zich van hem los. 
Ze kan zich met moeite op de been houden, maar valt niet door haar wilskracht. Gino kijkt haar verschrikt na als ze op de amazones toestapt. Ze grijpt een van de mannen bij de schouders en duwt hem opzij. Als hij zich naar haar omwendt is ze hem al voorbij en stapt op Janera toe.
‘Geef deze aan de broer van Lotte. Ze zijn van hem en zijn zus,’ hoort ze Osery zeggen.
Janera staart naar de twee ijsgroene Pentagons in haar hand.
‘Waar heb je dat gehaald?’
‘Veel geluk,’ zegt Osery en draait zich om.
Met trillende benen stapt van hen weg in de richting waarvan ze gekomen zijn. Janera staart haar na. Ze twijfelt plots, want als ze het mis heeft, stapt die amazone haar dood tegemoet. Ze opent haar mond om iets te zeggen, maar merkt plots een andere amazone die haar lichtjes wankelend voorbij stapt.
‘Ze heeft gelijk, amazone. Osery fluisterde na haar eerste kus, dat ze me zou helpen,’ hoort ze Lotte zeggen.
Na een paar passen blijft Lotte staan en zegt:
‘Osery, je bent diegene die een dag geleden mijn hart aanraakte. En jij bent de enige die ik buiten mijn broer vertrouw onder de aanwezigen hier.’
De amazone blijft staan, maar keert zich niet om.
‘Dit is mijn weg, Lotte.’
‘Dan is dat ook mijn weg, Osery. Waar je gaat, zal ik je volgen.’
‘Die weg leidt naar mijn dood. Lotte. Ik heb je niet geholpen om mij te volgen.’
‘Dat is juist, maar ik heb, zoals jij, het recht om mijn weg te kiezen. En ik zal je volgen omdat mijn hart dat wil.’
‘Je kent me niet echt, Lotte. Ik ben niet…’
‘Aknuva dwong je om te doen wat je deed, Osery. Ik vraag je om naast mij te strijden zoals ik een medestrijdster van de verhevene ben.’
Osery draait zich met tranen in de ogen naar Lotte om.
‘Ik ben geen amazone, Lotte.’
‘Dat weet ik, Osery,’ zegt de zus van Gino, terwijl ze dichter naar Osery toestapt.
‘Voor de verhevene die ik dien is elk wezen aan elkaar gelijk. Daarom wil ik dat je blijft.’
Voor Osery blijft Lotte staan. Beiden kijken elkaar in de ogen, terwijl de amazones hun wapens laten zakken. Als Gino naar zijn zus wil toestappen, zegt Janera:
‘Ik moest je dit van, Osery geven.’
Verbaasd neemt Gino de hypsoons aan en glimlacht even.
‘Ik vertrouw haar, zoals mijn zus haar vertrouwt, amazones.’
‘Waarom zo ineens, toch niet door die twee Pentagons?’
‘Juist, daardoor. Osery moet die van Aknuva gestolen hebben. En dat bewijst dat ze van plan was om Lotte te helpen,’ zegt hij, terwijl hij een van de Pentagons tegen zijn hals drukt.
Als hij het laken dat hij om zijn heupen droeg laat vallen, merkt Janera dat hij volledig gekleed is een ijsgroen-uniform. Ze kijkt hem even verbaasd aan.
‘Ik kies voor het leven, Lotte,’ hoort ze Osery plots zeggen.
Dan zien ze dat Lotte haar omarmt en tot hun verbazing nog kust ook. Als ze beiden weer naar de groep toekomen, fluistert Lotte iets dat alleen haar broer kan horen:
‘Ik ben van haar, zoals zij van mij, broer. Alleen beseft ze het nog niet.’
Gino kijkt Osery in de ogen en zegt fluisterend:
‘Geef jij het maar, Osery.’
Verbaasd neemt de vrouw het Pentagon aan.
‘Dank je voor je vertrouwen,’ fluistert ze met tranen in de ogen en omarmt hem.
Gino kijkt zijn zus aan en glimlacht even.
‘Ga nu maar, mijn zus wacht op je,’ zegt hij.
Osery kijkt om en maakt zich van Gino los. Als Osery het Pentagon in de hand van Lotte legt omarmt die haar even. Verbaasd kijkt Gino beiden na als zijn zus, ondersteunt door Osery naar de zwever toestapt. Als de anderen hen willen volgen, merkt hij echter iets op.
‘Stop in dekking,’ roept hij.
Lotte is de eerste die reageert en trekt Osery met zich mee tussen de struiken die tussen de gebouwen staan. De anderen volgen iets later. Gino blijft even staan, terwijl Janera hem argwanend aankijkt. Dan ziet ze hem glimlachen, voor hij hen volgt.
Intussen dalen een dertigtal Volkors in de omgeving van de zwever neer. Enkele dringen erbinnen maar, er is niemand.
‘Doorzoek de omgeving. Maar vergeet niet dat Aknuva die Lotte en de slavin levend wil.’
Dan verspreiden de Volkors zich. Plots duikt er echter een vreemd toestel naar beneden en raast over de huizen.
‘Niet schrikken vrienden,’ zegt Gino.
Het vreemde toestel vlieg een tweede maal over, maar nu veel lager. Maar nu wordt het beschoten vanuit de Volkortoestellen. Het scherm dat het toestel omgeeft neutraliseert de energie van de schoten, maar dan vuurt het zelf en die schoten gaan doorheen de schermen van enkele Volkorzwevers, die ontploffen. Op hetzelfde moment dematerialiseren alle rebellen en de bevrijde gevangenen.
Dan stijgt het toestel met grote snelheid op en verdwijnt tussen de wolken. Aan boord kijken de amazones verbaasd om zich heen. 
‘Is dit jullie schip?’ vraagt een van de twee mannen.
Gino knikt en antwoordt:
‘Een kruiser van de Tiren.’
Als Janera haar verbaasd aankijkt, zegt Lotte:
‘Het schip van de verhevene.’
‘De verhevene is die hier.’
Gino knikt. 
‘Sorane zit op Yharven met de koninginnen in een kale cel.’
‘Bedoel je dat Sorane de verhevene is en in een cel zit? Ben je gek, Gino? Wie bezit die macht?’
‘De valse verhevene, die Aknuva dient.’
 ‘Zijn jullie niet op de hoogte? Sorane is weg. Ze slaagde erin op haar laatste krachten het schrijn te bereiken en verdween.’
Iedereen kijkt Osery verschrikt aan.
‘Wat?!!! Ben je zeker?’ vraagt Lotte.
‘Ik stond achter Leame, die ik soms moest helpen om de wensen van haar nieuwe liefde, als je dat zo kan noemen, te voldoen.’
‘Leame, Osery. Ben je daar zeker van?’
‘Ja, ze activeerde het schrijn en loste op in het niets.’
Even kijkt Janera Gino aan, als die zegt:
‘Het is haar dus toch gelukt.’
‘Dat bewijst nog niet dat ze de verhevene is.’
‘Nee, dat niet, maar…’
‘En die Leame is dat zo iemand als jij, Osery.’
‘Nee, dat is ze niet. Ze is een amazone Volkor, maar nadat Sorane Cobanon verdween is ze erg verandert. Haar ogen zijn niet meer helemaal zwart, maar ze lijken steeds witter te worden.’
‘Hoe is dat mogelijk?’
‘Dat weet ik niet. En soms zie ik die amazone tweemaal op een paar seconden na elkaar. Het lijkt wel of ze tweemaal bestaat.’ 
‘Ik ga even rusten,’ zegt Lotte, ‘ik wil mijn wonden niet weer opentrekken.’
Verbaasd kijken de amazones haar aan.
‘Wil je me vergezellen, Osery?’ vraagt Lotte.
Die aarzelt en schudt haar hoofd.
‘Ik wil met je praten, Osery.’
Dan knikt de vrouw al is het aarzelend.
Gino kijkt hen na als ze de centrale van de kruiser verlaten.
‘Als dat maar goed komt. Misschien verwacht mijn zus te veel van die jonge vrouw,’ denkt hij.
‘En Gisna, die is nog daar beneden,’ vraagt een amazone.
‘Wie is Gisna?’ vraagt Gino.
‘Ze werd onze leidster nadat ze met negen anderen uit de mijnen kon ontsnappen. Ik en Modi maakten deel uit van die groep.’
‘Waar is…’
‘In dat ondergronds complex op zoek naar jouw zus.’

Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxooooooooooo2022

Gino knikt even en geeft een telepathisch bevel.
‘Wat doen we? We weten niet waar ze zijn, Gino?’
‘Nog niet, Janera,’ antwoordt hij. De kruiser raast over hem complex en plots verschijnen beelden van hevige gevechten. Meer dan honderd Volkors zijn in gevecht met een vijftiental amazone vrouwen en mannen.’
‘De groep van Gisna. Verdomme, die hebben geen enkele kans,’ merkt Janera op.
‘Pas op, Gino. Er naderen gevechtskruisers,’ zegt Lotte, die met Osery terug in de centrale binnenkomt.
Gino knikt even.
‘Duik vlucht, Tara,’ beveelt hij.
Even reageert het halogram niet. Dan wendt ze zich tot Osery.
‘Zij. Gevaar. Zender rechterschouderblad…. Gevaar geweken. Zender onklaar gemaakt,’ zegt ze.
Janera kijkt kwaad naar Osery.
‘Jij…’
‘Osery draagt geen schuld. Zender was onzichtbaar. Vermoedelijk een tracer,’ zegt Tara plots. 
‘Ik wist het niet, Ona. Je moet me geloven.’
‘Ik geloof haar, Janera,’ zegt Lotte.
‘Ja, jij wel. Liefde maakt blink en zeker liefde op eerste zicht. Je kent haar nog maar pas.’
‘Ze kunnen haar niet meer volgen, Janera. We zien later wel of mijn zus gelijk heeft.’
De amazone knikt, maar werpt wel een dreigende blik op Osery. 
Intussen is de kruiser naar beneden gedoken en raast met grote snelheid tussen de piramidevormige gebouwen door. De kruisers kunnen hen niet volgen maar stijgen hoger om hun te beletten opnieuw te stijgen.
Als ze de plaats van het gevecht naderen, richten verschillend de Volkors hun zware wapens op het toestel, maar nog voor ze kunnen vuren, worden ze door schoten vanuit de kruiser vernietigd. Met grote snelheid raast het toestel over het gevechtsterrein en draait dan weg, terwijl hij doorzichtig wordt. De vijandelijke kruisers zien hen niet meer, maar hun peilers wijzen het toestel wel aan. Maar telkens ze vuren wijst de tracer een ander doel aan.
‘Stop, niet meer vuren, we beschieten onze eigen toestellen,’ roept de bevelhebber aan boord van het grootste schip uit.
Het is echter al te laat, vier kruisers storten zwaar getroffen neer. Drie ervan ontploffen als ze de straatstenen raken. De vierde slaagt erin om te landen.
De kruiser van Gino is intussen op weg naar het noorden.
‘En onze vrienden?’ vraagt Janera.
‘Die zijn veilig, amazone. Ze waren met te veel voor dit toestel. Dus heeft Tara ze allen over gestraald naar de coördinaten van jullie schuilplaats. Ze zullen zich nu wel afvragen hoe ze daar gekomen zijn.’
‘Gelukkig, anders waren we onze leidster kwijt.’
Gino knikt even. Als ze de kruiser verlaten, na de landing in de ondergrondse hangar, schrikken echter. Gisna en vijf anderen zijn er niet.
‘Zijn ze nog daar?’ vraagt Janera.
Een van de mannen knikt.
‘Ze liepen voor op. En dan werden we plots beschoten. Terwijl ze in dekking gingen, werden verschillende van ons neergeschoten. Gisna was een van hen.’
Janera kijkt de amazone aan. Zij behoorde tot de lijfwacht van Phicha, maar ze was een van de vier die met Gisna in de mijnen terecht kwam.
‘Elda probeerde de bewusteloze Gisna nog weg te trekken, maar werd dan zelf geraakt. We beseften toen dat ze ons allen levend wilden.’
‘Dat konden we niet weten, Janera.’
Even kijkt de amazone Gino aan en knikt.
‘J..Janera, kom kijken. Ze hebben hen op het grote plein.’
Gino en Janera haasten zich naar de kleine schermen. Daar zien ze de vijf amazones en vier mannen, geboeid tussen zwaarbewapende Volkors naar de verhoging voor de tempel ingang toe geleid worden.
Op de verhoging zien ze Aknuva en achter haar langs beiden zijden van hun meesteres zes in blauwe uniformen geklede lijfwachten staan. De koningin staart naar de gevangen, die op een rij naast elkaar geduwd worden.
Een van de Volkors geeft een wapenarm aan Aknuva.
‘Van wie is dat ding?’
De man wijst op Gisna.
‘Ze droeg dat aan haar rechterarm.’
Aknuva kijkt even naar het wapen.
‘Zo, Gisna. Je wilde terug vechten en doden.’
De amazone zegt echter niets.
‘Dus jij zat achter de bevrijding van Lotte.’
‘Is het gelukt, Aknuva?’
‘Spijtig genoeg wel. Maar we krijgen haar toch weer in handen.’
‘Zeker van, Aknuva. Je kon ons ook maar door een toeval grijpen. En vermoedelijk omdat je ergens een spion had die ons verraden heeft.’
‘Denk je dat, Gisna. Je onderschat mijn krachten. Ik ontdekte je gedachtepatroon al zeer snel, nadat je rebellen het complex betreden hadden. In zekere zin heb jij je eigen mensen verraden. Alleen wist je het niet. En het patroon van Lotte en Gino ken ik ook, dus het zal niet lang duren voor zij ook opnieuw in de val lopen.
‘Niet als ze de Yharven verlaten.’
‘Dat zal hen nooit lukken, afvalige. Ze hebben hulp Osery, van een verraadster, maar die weet niet dat ze een piepkleine zender draagt.’
‘Dan kan je best hopen dat de reikwijdte van dat ding ver genoeg reikt, Aknuva.’
‘O, dat is geen probleem. Zodra ik hier op druk wordt het geactiveerd. En een speciale opsporingsbrigade staat al klaar om ik een overbrengingsveld te stappen.
Gisna kijkt even naar de hand van Aknuva, die een klein apparaatje vasthoudt. Ze merkt dat de amazone grijnst als ze erop drukt. Maar dan verandert haar gezicht in woede.
‘Werkt dat ding niet?’
Aknuva wendt haar hoofd en kijkt met bliksemende ogen naar Gisna. Die amazone krimpt dadelijk in elkaar van de pijn. Meer dan een minuut kronkelt ze op de stenen, dan houdt Aknuva op.
Dan geeft Aknuva een teken en drie lijfwachten stappen links langs de afloop van het verhoog af. Drie anderen volgen hun voorbeeld, maar dan rechts. Twee van hen halen Gisna, Mesay en Koveina tussen de anderen uit en duwen hen, terwijl ze hen onder schot houden tegen de muur van het podium. Aknuva kijkt naar de twee vrouwen en vier mannen, die haar trots aankijken.
‘Jullie zijn nutteloos voor mij, rebellen. Alleen als voorbeeld, van wat elke rebel wacht, zijn jullie nog van nut.’
‘Wat bedoel je?’ roept Gisna vragend naar omhoog.
Dan ziet dat de vier andere lijfwachten voor de gevangenen gaan staan en hun kleine wapens op de zes richten. Twee van hen drukken hun wapen tegen de hals van twee rebellen. De twee anderen hebben naar een rebel voor hen, maar ook zij richten hun wapen op de hals van hun slachtoffer.
‘Ik hoop dat de rebellen van jullie dood zullen genieten, zoals ik dat zal doen,’ horen ze Aknuva zeggen.
Dan drukken de lijfwachten af. De zes voelen alleen een prikje in hun hals, voor de lijfwachten omkeren en per twee naar een zijde van het verhoog stappen.
De zes rebellen kijken hen na. Dan wenden ze hun blik naar Aknuva.
‘Ga, maar. Maar haast je als je van het plein wil raken. Je hebt niet lang meer,’ zegt Aknuva grijnzend.
De twee vrouwen en vier mannen kijken omhoog naar de koningin en dan spuwen ze op de stenen voor hun voeten. Een paar seconden later krimpt de eerste man in elkaar als hij het virus dat ze hem inspoten zijn werk voelt doen. Dan zakt hij kreunend op zijn knieën. De vijf anderen staren hem schrikkend aan. Ook zij voelen het goedje, dat zijn werk doet.
‘Aknuva, wat heb je gedaan?’ roept Gisna, terwijl ze haar mensen kreunend in elkaar ziet zakken.
Maar Aknuva antwoordt niet, ze geniet van de pijn van de zes die over de stenen kronkelen. 
Hun lichamen zijn al snel door bloedrode en purperkleurige vlekken overdekt, terwijl ze het uitroepen van de pijn. Ongeveer een minuut later blijft de laatste plots doodstil liggen, terwijl purpergekleurd bloed uit zijn mond vloeit.
‘Zo, nu begint jullie lijdensweg, Gisna. Breng hen naar binnen.’
De zes lijfwachten duwen Gisna en beiden anderen de afloop op.
‘Ben je van plan om ons ook zoiets in te spuiten, Aknuva?’
‘Nee, als ik dat wilde, dan lag jij daar nu ook. Jullie staat een veel erger lot te wachten. Maar eerst mogen jullie rusten, tot ik de tijd heb om mij met jullie verraadsters bezig te houden.’
‘Jij hebt je eigen volk verraden, Aknuva. Wij niet,’ roept Mesay uit.
Aknuva grijnst even.
‘Jij zal de eerste zijn, Mesay.’
Dan duwen twee lijfwachten hen de lift in en brengen hen diep onder de grond. Zeker twintig verdiepingen later stappen ze uit de lift.
In de schuilplaats van de rebellen staren ze allen verschrikt naar de doden op het scherm. Plots keert Janera zich naar een amazone.
‘Het spijt me van Dorvo, Orinsa. We konden…..’
‘Ik weet het, Janera. Maar ik zal haar doden.’
Dan kijkt ze twee mannen aan.
‘Jij ook, Mirco. Je vrouw stierf daareven op een gruwelijke wijze. En jij Hecrin, ze was je zus.’
Beide mannen kijken elkaar aan en knikken.
‘Krina, mijn zus, vraagt om bloed, Orinsa, wij beiden staan achter jou,’ zegt de broer van de amazone die op het plein een gruwelijke dood gestorven is.
‘Nee, Orinsa. Dat kan ik niet toelaten.’
‘De dood van mijn vrouw vraagt om bloed, Janera. De man die hem inspoot zal nog voor zijn meesteres sterven,’ zegt Mirco sissend en volgt beide anderen.

Plaats een reactie