20. Alleen en verlaten

Sorane is intussen met Malon en Erine in de basis stoffelijk geworden, waar Anaya en de drie anderen hen afwachtend aankijken. Geen van hen snapt wat er gebeurd is. Hoe komen ze hier?
‘Wat was dat?’ vraagt Malon.
‘Zoiets als teleportatie, agent. Ik geloof dat het aportatie genoemd wordt,’ zegt Seana, die naderbij komt.
‘Ik ben weer weg, vrienden. Er zijn nog anderen die mijn hulp nodig hebben,’ horen ze Sorane nog zeggen.
Seana kijkt om, maar Sorane is al weg, dan merkt zij Malon en Erine op en glimlacht.
‘Jij hier. Ik dacht dat jullie allen…’
‘Ja, ik weet het. Dat was een idee van Sorane. Zij schiep klonen, die in onze plaats neergeschoten werden en apporteerde ons naar hier.’
‘Ze schiep klonen. Wat bedoel je, Seana?’
‘Dat weet ik niet zeker, Malon. Anya heeft me een paar minuten geleden zoiets uitgelegd. Ik snap ook niet hoe ze het doet, maar haar plannetje heeft gewerkt. Wij zijn nu allen officieel dood,’ zegt Seana, terwijl ze Erine opvangt met haar linkerarm.
Ze trekt haar snel tegen zich aan en kust haar even.
‘Je leeft werkelijk?’
‘Ja, waarom niet?’
‘Ik zag jouw kloon lichaam in haar bloed liggen en dacht dat je…’
‘Sorane kon niet anders, Erine. Ik moest sterven en jij ook, maar je was in het gebouw uit het zicht, dus kloonde Sorane je niet om haar krachten te sparen.’
‘Spijtig, anders waren we hier samen geweest, schat,’ fluistert Erine en kust Seana nu op haar beurt.
‘Hm, hm. Mag ik even met mijn zusje spreken?’
Erine kijkt om en glimlacht naar Deno. Dan knikt ze, terwijl ze zich van zijn zus losmaakt.
‘Weet jij waar Leyna zich bevindt, Seana. Ze antwoordt niet op mijn berichten.’
‘Berichten?’
‘Ik wilde haar laten weten, dat ik weer vrij was.’
‘Onze zus is in Mogwan, geloof ik. Ze had daar een paar dingen af te sluiten om een lening te krijgen.’
‘Waarom neemt ze dan niet op?’
‘Misschien heb je haar nu op haar beurt kwaad gemaakt.’
‘Ze heeft een vriend, geen vriendinnetje, die ik mooi vond, zoals jij toen, zus,’ zegt Deno met een knipoog naar Erine.
Seana kijkt Erine in de ogen.
‘Als hij dat zou proberen, dan krijgt hij niet alleen met jou te maken, Seana. Maar ook met Sorane, denk ik. Want ze houdt van hem.’
Deno staart Erine verschrikt aan.
‘Weet je dat zeker, Erine?’
‘Als ze naar je kijkt, zie ik steeds diezelfde blik in haar ogen en met die blik kijkt je zus soms ook naar mij. Dus ik ben er zeker van,’ zegt de brunette en omarmt Seana opnieuw.
‘Als je mijn zus wil verslinden, Erine. Wacht daar dan mee tot jullie in jullie woning zijn. Er zijn nog anderen hier.’
‘Deno heeft gelijk, zus. Ik en Heyan houden ook van elkaar, maar kunnen wel van elkaar afblijven.’
‘Wie zegt dat ik van je kan afblijven, schat?’ zegt een stem achter haar.
Voor Anaya kan reageren wordt ze om gedraaid en voelt ze de lippen van Heyan op de hare.
Plots merken de anderen een achtjarige jongen op die op zijn vader toestapt.
‘Papa,’ fluistert hij.
Heyan maakt zich van Anaya los en knielt voor zijn zoon.
‘Je bent veilig, Enon.’
‘Sorane bracht me hier?’
‘Mag ik jullie naar de aan jullie toegewezen woonruimten brengen.’
Verschrikt kijken ze allen naar de pas opgebouwde Tara. Malon knikt even. Het groepje voor het halogram door de gangen tot ze blijft staan en naar een deur wijst.
‘Anaya, Heyan, die is jullie woonruimte. Erine en Seana nemen de volgende en Malon die hiertegen over.’
Malon knikt en stapt op de deur, die automatisch openschuift, toe. Mag ik Enon meenemen naar de kantine. Daar zijn nog anderen jongeren die hij wel zal willen ontmoeten. Even kijkt Heyan Anaya aan en ziet haar knikken.
Raya is intussen op weg naar haar zwever, maar nog voor ze kan instappen, krijgt ze een telefoontje van een onbekende. Zij moet zich zo snel mogelijk in een garage op de twaalfde straat melden. Als ze niet komt worden haar ouders op de hoogte gebracht van haar omkoperij.
Van haar stuk kijkt ze om zich heen, maar ze kan niet anders. Als ze niet gaat dan komen haar ouders alles te weten. En dat mag nooit gebeuren. Haar vader zou haar het huis uitsmijten. Ze met trillende handen stapt ze in haar zwever en rijdt even later in volle vaart de stad in. Ongeveer twintig minuten later drukt ze op de rem en springt uit de zwever. Als ze de garage met getrokken wapen binnenrent, blijft ze plots schrikkend staan.
Voor haar staat Aqunok. Hij is alleen.
‘Ik heb een opdracht voor u, agente Raya Verodin en deze maal word je er niet in cash voor betaald.’
‘Wat bedoel je?’
‘Jij lijkt Sorane Cobanon als een soort vriendin te gaan beschouwen. Misschien vertrouwt ze je zelfs wel. Maar jij hebt geld van mensen van mij aangenomen, dus hoor jij in zekere zin tot mijn personeel.’
‘Dat is voorbij. Die honden wilden me uit de weg ruimen. Daarom werk ik niet meer voor jullie…’
‘Zwijg, agente. Dat ze je wilden doden kwam ik te laat te weten. Hun opdrachtgevers liggen intussen al onder de grond. Maar nu gaan we het over jou hebben. Ik wil dat jij Sorane Cobanon doodt, of je ouders komen, voor ik hen in stukken laat snijden, alles over u te weten.’
‘Ik moet… nee, dat kan ik niet.’
‘Dat is uw beslissing, Raya. Maar als je niet wil dat je ouders je, voor hun dood, vervloeken, dan moet je de opdracht uitvoeren. Dood Sorane en je geheim is voor altijd veilig en je ouders ook.’
‘Ik kan je ook neerschieten, als ik wil,’ zegt Raya.
‘Denk je dat ik hier alleen zou zijn, als ik voor mijn leven vreesde. Jij doet wat ik zeg, agente. Je kunt niet anders, dat weet je. Ik heb twee van mijn vrouwen, die mij nauw aan het hart liggen, gezonden. Zij hebben de taak om na te gaan dat jij je opdracht uitvoert. Als je dat niet zou doen, dan zullen zij hun talenten mogen gebruiken om je ouders te behandelen. En denk maar niet dat zij hun opdracht niet zullen uitvoeren, want ze genieten er beiden van. En dan hebben je ouders nog geluk, dat Hera Jakira zich niet met hen kan bemoeien.’
Raya laat haar wapen zakken en staart naar de vloer.
‘Oké, jij wint. Alleen betwijfel ik of Sorane gedood kan worden.’
‘Ze is ook maar een mens, zoals wij, Agente.’
‘En toch werd ze gedood en als ik het niet mis heb. Ik heb gehoord dat uzelf twee capsules door haar borst gejaagd heeft.
Aqunok slikt even.
‘Dat klopt, agente. Maar dat bleek haar dubbelgangster of misschien zelfs een kloon, waar ze in het geheim mee samenwerkte, te zijn,’
‘Ik hoop dat dat klopt, Aqunok. Want Sorane heeft me gezegd, dat er nooit een dubbel van haar is geweest.’
‘Ik ben voor jou nog steeds her Aqunok, agente. Dubbel of niet, Jij kent je opdracht, dus misluk niet. Denk aan je ouders en ook aan andere familieleden.’
‘Daar denk ik zeker aan, Her Aqunok.’
‘Ga dan, je hebt tot zes uur morgenavond. Dan is ze dood of…’
‘Ja, ik weet het. Ik zal proberen je bevel uit te voeren, Her Aqunok. Maar ik wil je woord dat mijn ouders ongedeerd blijven, zelfs als ik niet zou slagen.’
‘Dat zal gebeuren, Raya. Ofwel slaag je en Sorane ligt dood voor je voeten, ofwel jij voor die van haar. In beide gevallen blijven je ouders ongedeerd.’
‘Je hebt me je woord gegeven, Her Aqunok. Als je het breekt, dan kom ik achter je aan om je te doden.’
‘Doe wat ik vraag en je bent vrij om te gaan waarheen je wilt,’ zegt Aqunok en loopt dan naar een geparkeerde zwever toe.
Maar innerlijk twijfelt hij, dat Raya haar opdracht tot een goed einde zal kunnen brengen, zelfs als ze het uitvoert. 
‘Die agente heeft zelfs gelijk, er bestaat geen dubbel van Sorane Cobanon. Hoe ze het overleefd heeft, weet ik niet, maar ze heeft het gedaan. Vermoedelijk is ze is een telepate en nog veel meer. Misschien is ze ook al op de hoogte van mijn opdracht,’ fluistert Aqunok achter Raya.
Maar dan kijken zijn gedachten verder vooruit en hij grijnst even.
‘Haha. Misschien wordt die agente wel door Sorane gedood, dan ben ik van haar verlost. En slaagt ze, dan zullen Drane en Erona haar wel haar wel verdiende loon geven. Een dodelijke capsule zoals bij Sorane. Ik hoop zelfs dat die Raya het niet overleeft. Iemand die niet ten volle betrouwbaar is, kan ik toch niet gebruiken. En haar ouders vormen op het ogenblik geen gevaar,’ denkt hij.
De agente staat hem intussen nadenkend na te kijken, terwijl hij instapt. Als hij wegrijdt, rent ze terug naar haar zwever, hierdoor ziet ze niet dat Sorane juist materialiseert. De roodharige ziet haar echter wel naar haar zwever stappen en wegrijden. Telepathisch volgt ze haar. Raya is echter iets anders van plan. Ze wil de twee vrouwen opsporen, die haar ouders op de hoogte moeten brengen.
‘Er is toch iets goeds in haar aanwezig. Ze lijkt alles te willen doen om haar opdracht niet te moeten uitvoeren,’ denkt Sorane, die haar telepathisch scant.
Even later materialiseert ze in de buurt van het huis van Raya’s ouders. Nadat ze het huis scande, teleporteert ze opnieuw en wordt in de vroegere kamer van Raya stoffelijk. Als ze om zich heen kijkt, merkt ze dadelijk dat de kamer nog steeds onderhouden wordt. Kalm gaat ze op het bed liggen en rust een beetje uit, terwijl ze wacht tot Raya zal komen. Van hieruit observeert ze de gedachten van de agente.
Intussen is die onderweg naar het politiebureau. Nadat ze haar zwever parkeerde haast ze zich naar haar computer en typt enkele commando’s in. Ze wil weten welke vrouwen voldoende vertrouwen van Aqunok hebben om deze opdracht te krijgen. Ze vloekt als er een twintigtal op het scherm verschijnen. Het zijn er meer dan ze gedacht had. Uit de gegevens blijkt dat een zestal in de gevangenis zitten. Dus er blijven nog vijftien over.
‘Raya, wat doe jij hier? Ik denk niet dat je Sorane hier gaat vinden,’ fluistert een agent achter haar plots.
Verschrikt kijkt Raya om en ziet een jonge agent staan.
‘Jij ook al, Fagon,’ zegt ze verschrikt.
‘Ja, ik ook. Geld is macht weet je. O, je gebruikt je verstand. Aqunok heeft te veel gepraat. Je bent zijn liefjes aan het onderzoeken. Het zal je echter niet veel helpen. Zelf als je weet wie ze zijn, dan moet je hen nog zien te vinden,’ fluistert Fagon.
‘Misschien, Fagon, maar vinden zal ik hen, dus…’ glimlacht Raya.
‘Het is toch te laat, agentje. Dus kan ik je wel een beetje helpen. De ene is Erona en de andere is haar liefje Drane.’
Even denkt Raya na. Ze heeft die twee al wel eens gezien een paar jaren geleden.
‘Die Erona is een blanke blondine en de andere een bruinhuidige geloof ik. Dus ik moet je bedanken, Fagon. Dankzij jou zal ik hen wel snel gevonden hebben.’
De agent schrikt even, want als Aqunok of zijn meesteres dat te weten komt, ziet het er voor hem niet goed uit. Hij zier niet dat voor het hoofd van Raya, een 3d kaart gevormd wordt. Fagon kijkt verbaasd naar Raya, die naar iets lijkt te kijken, maar hem geen blik meer gunt.
‘Vergeet niet wat ik gezegd heb,’ zegt hij nog, voor hij zich uit voeten maakt.
Maar Raya antwoordt echter niet, als ze zich naar buiten haast.
‘Ik kan niet anders, ik moet Sorane doden. Maar een moord, kan ik dat?’ denkt ze terwijl ze naar 
haar zwever toe rent.
‘Die gedachten leiden naar de zwarte weg, Raya.’
Verbaasd kijkt ze even om zich heen.
‘Nu begin ik ook al stemmen te horen,’ denkt ze.
‘Geen stemmen, Raya. Maar stem. Sorane heeft mij aan jou gegeven. Mijn naam is Anya,’ hoort ze de stem weer zeggen en schrikt als een vrouw voor haar opgebouwd wordt.
‘Anya. Ben je dan een levend wezen?’
‘Dat was ik ooit lang geleden, Raya. Maar je kan beter denken. Alleen jij kan me zien. Voor anderen sta je gewoon met jezelf te praten.’
‘Wat moet ik dan doen?’
‘Neem contact op met Sorane, Zij zal wel raad weten.’
‘Moet ik haar dan laten weten dat ik haar wil doden? Je bent gek zeker.’
‘Mijn gebieder doden is niet zo eenvoudig, Raya. Zelfs goden hebben dat geprobeerd, maar velen van hen hebben voor die daad geboet.’
‘Leg me dat van die goden eens uit, Anya. Ik geloof niet in die zogenaamde goden.’
‘Voor een deel heb je gelijk, Raya. Maar om zoiets uit te leggen heb ik minstens een paar uur nodig.’
‘Die tijd heb ik niet, Anya. Zwijg dus maar. Als ik je nodig heb, zal ik je wel roepen.’
‘Dat zal ik niet meer toestaan, Raya. Wie naar de zwarte weg afwijkt, kan ik niet dienen.’
‘Ook goed, verdwijn dan maar weer.’
Dan kijkt ze om zich heen naar haar zwever en haast zich er heen. Als ze instapt, denkt ze maar aan een gedachte, haar ouders wegbrengen. 
Fagon keek intussen haar nadenkend na en nam snel zijn telefoon uit zijn tasje. Maar op het moment dat hij een nummer wil selecteren, wordt alles donker om hem heen. Als hij weer iets kan zien, staart hij verbaast naar de tralies die hem omgeven.
‘Heeft ze je ook te pakken, agent Fagon?’ zegt een stem.
Dan pas merkt Fagon dat er nog anderen in andere cellen zitten. Enkelen kent hij, maar de rest niet.
 ‘Wie bedoel je?’
‘Die blondine, die als twee druppels water op jullie machtige meesteres lijkt.’
‘Ik heb geen blondine gezien. Ik wilde mijn telefoon…. En plots stond ik hier. Hoe is dat mogelijk?’ vraagt hij.
‘Een overbrenger, denk ik, Fagon en zonder dat kan je hier niet weg. We hebben het allen al geprobeerd. Gelukkig materialiseert in elke cel, op geregelde tijdstippen, voldoende eten. Anders zouden we hier al snel omkomen.’
In het huis van Raya’s ouders, vangt Sorane, gedachten van twee vrouwen op. Langzaam laat ze zich uit het bed glijden. Op haar hoede sluipt ze naar de trap toe. Beiden doen zich voor als agenten, die hun dochter moeten onder zoeken.
Ze hoort de moeder van Raya met een van de vrouwen, praten.
‘Raya wordt verdacht van medeplichtigheid, Mevrouw. Wij moeten onderzoeken, in hoeverre uw dochter betrokken is bij die misdadige praktijken.’
‘Dat kan niet waar zijn, agente. Onze dochter is een eerlijke agente. Zij volgt onze familietraditie, in elke generatie is er minstens een gezinslid die de wet dient.’
‘Dat kan wel zijn. Mijnheer Verodin. Maar er zijn aanwijzingen voor. Anders zouden wij haar niet moeten onderzoeken.’
Even wil ze ingrijpen, maar ze verandert van gedachten, want ze wil van de gelegenheid gebruikt maken om nog een tijdje als dood door te gaan. En daar moet Raya voor zorgen. Maar uit de gedachten van beide vrouwen komt ze te weten, wat hun verdere opdracht is. Zelfs als Raya slaagt om haar te doden, dan nog moeten ze Raya en haar ouders ombrengen. Maar het moet lijken alsof Raya haar ouders gedood heeft.
Even denkt Sorane na.
‘Zou ik Raya naar mij laten zoeken, als ze besluit om toch haar opdracht uit te voeren. Nee, dat zou weleens voor anderen mensen gevaarlijk kunnen zijn. Ze zal mij hier voor de ogen van haar ouders en die twee vrouwen moeten “doden”. Dan heb ik Drane en Erona voor mij en kan ik ingrijpen als die twee hun opdracht willen uitvoeren.’
Intussen drukt, Raya, die hiervan niets weet, het gaspedaal in. Met een schel geluid schiet de zwever vooruit. De agente kan op het nippertje een voorbijrazende zwever ontwijken en raast in noordelijke richting weg. Hoe hard ze ook hoopt, het is nutteloos. Ze komt te laat. Erona en Drane, de twee vrouwen zijn al in het huis van haar ouders. Als Raya binnenkomt. Ze zitten in de zetel met haar vader te praten, terwijl haar moeder koffie inschenkt.
‘Ha, dochter. Ik hoop dat je weet dat er een onderzoek naar jou lopende is?’
‘Onderzoek, moeder? Daar weet ik niets van.’
‘Er zijn twee agenten hier, zeggen van de interne dienst te zijn. Zij hebben de taak om jou enkele vragen te stellen hebben.’
Dan valt de blik van Raya op de twee vrouwen.
‘Die twee, moeder. Dat zijn allesbehalve agenten. Drane en Erona staan in…’ zegt Raya, maar dan ziet ze de spottende blik van Drane.
‘Wil je nu ook al met leugens aan je kronkelige pad proberen te ontsnappen, Raya Verodin?’
Ze beseft dat ze het spel moet meespelen, wat ze echter niet weet is dat haar hypsoon in contact staat met die van Sorane, waardoor deze van alles op de hoogte is. Sorane daalt intussen de trap af en begeeft zich naar de keuken. De moeder van de agente staat op en stapt op haar dochter toe. 
‘Kom, Raya. We geen iets te drinken halen.’
Raya volgt haar moeder weifelend. Geen van beiden merkt de onzichtbare Sorane op, die tegen de muur leunt. 
‘Je weet dat ik weet dat wat die agenten zeggen, waar is, Raya Verodin. Misschien kan ik je helpen,’ hoort Raya een stem in haar hoofd zeggen.
Ze negeert die, om zich niet te laten afleiden.
‘Zijn die twee werkelijk jou aan het onderzoeken, dochter?’
‘Dat denk ik niet, mam. Ze liegen. Het heeft met mijn werk te maken. Het gaat over een paar moeilijke zaken, die ik moet zien op te lossen,’ antwoordt Raya, terwijl ze plots schrikt, als ze de roodharige vrouw opmerkt, die nu zichtbaar wordt.
‘Sorane. Hier?’ fluistert ze, terwijl ze de kom met drank op de dienbord plaatst. Haar moeder neemt het bord op en verlaat de keuken.
Raya aarzelt, maar dan volgt ze haar moeder. Als ze voorbij de trap lopen, zegt ze:
‘Mam, ik ga even naar boven om me op te frissen.’
Haar moeder kijkt haar verrast aan, maar knikt dan.
Raya haast zich snel naar de trap toe, Onder aan de trap trekt ze haar wapen en stapt op haar hoede naar boven. Ze vergeet hierbij volledig dat Sorane een telepate is. Als Sorane de moeder van Raya, met haar dochter, de keuken ziet verlaten, werd ze even terug zichtbaar, zodat Raya haar zou opmerken. Raya doorzoekt de kamers een voor een, maar van Sorane vindt ze geen spoor tot ze voor haar oude kamer staat. 
Geruisloos opent ze de deur en ziet Sorane glimlachend op haar oude bed liggen. Langzaam heft ze haar wapen en richt het op de roodharige. Tot haar verbazing blijft die glimlachen.
‘Raya Verodin. Ik weet wat er aan de hand is, daarom geef ik je nog een kans, laat je wapen zakken.’
De agente twijfelt. Ze ziet geen uitweg. Als ze haar wapen laat zakken, zal ze het niet meer kunnen richten. Maar dat wil ze niet, want dan komen haar ouders te weten wat ze gedaan heeft. Haar vader, die vroeger een agent was, zal het haar nooit vergeven.
‘Ik ben hier al een tijdje, Raya. Omdat ik je ouders wil beschermen. Zij zijn onschuldig, maar jij niet.’ 
Even kromt ze haar vinger om de trekker, maar ze kan het gewoon niet.
‘Als ze nu haar wapen zou grijpen, dan zou ik niet aarzelen,’ denkt ze.
Sorane blijft haar echter zonder te bewegen aankijken.
‘Ik wacht, Raya. Schiet of laat je wapen zakken.’
‘Ik kan het niet,’ fluistert ze.
Snel drukt ze het wapen, dat ze al lichtjes had laten zakken, tegen haar hoofd. Maar als ze afdrukt, hoort ze alleen verschillende klikken. Verbaasd kijkt ze naar het wapen en dan valt haar blik op Sorane, die enkele capsules in de palm van haar hand heeft.
‘Dat zou een te lichte straf zijn, Raya en je bent een te goede vechtster om te verliezen. Ik wil je aan mijn zijde.’
‘Je zijde? Wat bedoel je?’
‘Je kenteken van agente. Jij bent het niet waart om het te dragen,’ zegt Sorane.
‘Wat?’
‘Je hebt mij gehoord, Raya. Je hebt dat teken onteerd. Leg het op het kastje voor je.’
Aarzelend doet de agente wat Sorane vraagt. 
‘Je wapen ook,’ zegt de roodharige.
Raya legt het wapen naast haar kenteken en kijkt Sorane aan.
Een beweging, Raya en ik lever je aan het gerecht uit.
‘Zou je dat doen?’
‘Ja, dat zou ik doen. Want als ik je niet kan vertrouwen dan ben je van geen enkele waarde voor mij.’
‘I….ik weet het niet meer, Sorane.‘
‘Ze weten al een beetje, Raya, want Drane en Erona hebben niet gezwegen. Zij doen zich als agenten voor die jouw onderzoeken.’
‘Wat?? nee… dat kunnen ze niet doen. De afspraak was… Nee, laat dat niet waar zijn. Als mijn ouders te weten komen wat ik allemaal gedaan heb, dan...’
‘…..dan zullen ze je vergeven, Raya. Maar alleen als ze zien, dat je het meent.’
Sorane kijkt Raya geconcentreerd aan.
‘Zou Sorane gelijk hebben? Misschien, ik weet het niet. Haar doden kan ik toch niet, tenzij ik mijn leven moet verdedigen,’ denk ze.
Dan ziet ze Sorane glimlachen.
‘Dat is iets beter, Raya. Je bent geen koelbloedige moordenares, zoals Aqunok hoopte. Zoals ik al zei, ik wil dat je in de strijd die zal komen aan mijn zijde staat. Misschien kan je een succesvol lid van mijn groepje worden.’
‘Aan jou zijde? Lid van jouw groep. Welke groep?’
‘Jij draagt ook een hypsoon, Raya.’
‘Ja en.. die kreeg ik van jou.’
‘Al de leden van mijn groep krijgen er eentje, Raya.’
‘Dus als het waar is wat je zegt, dan maak ik al deel uit van die groep en Malon ook.’
Maar Sorane zegt niets.
‘Ik weet niet of ik wel daarbij wil horen, Sorane. Ik heb van veel te veel dingen spijt. Zelfs als mijn familie mijn fouten vergeeft, ik zal het mezelf nooit vergeven.’
‘Neem je wapen en richt het op mij, Raya. ‘
‘Wat… Nee, dat kan ik niet doen. Mijn ouders…’
‘Toch wel, Raya. Je zult het doen. Ik wil het. Mijn hypsoon beschermt me wel.’
‘Nee, dat kan je niet menen. Je wil hen doen geloven, dat ik je gedood heb. En mijn ouders dan.’
Maar Sorane zegt niets, terwijl ze de capsules op de tafel legt. Dan draait ze zich om. Telepathisch weet ze dat Raya haar wapen opraapt en de capsules een voor een in haar wapen steekt.
‘Zo goed, Sorane.’
‘Ja, het moet echt lijken voor die twee. Ik wil dat jij de moordenares wordt die ze willen zien. Jij zult mij voor de ogen van die twee doden. Maar je moet wel opletten, want ze hebben nog een andere opdracht. Ze moeten jou en je ouders doden. Ik weet niet of ze het dadelijk zullen proberen, maar wees op je hoede.’
Dan loopt ze voor de vroegere agente uit de trap af en dan naar de zitkamer. De twee vrouwen schrikken, als ze Sorane zien binnenkomen. Maar dan merken ze de ‘agente’ op die haar wapen op de rug van Sorane gericht houdt.
‘Die sloop rond het huis en ze zei dat ze op zoek was naar twee vrouwelijk misdadigers,’ zegt Raya koel en merkt tot haar genoegen, dat zowel Erona als Drane, hevig schrikken.
‘Wie is dat?’ vraagt de moeder van Raya.
Maar haar vader herkent Sorane dadelijk.
‘Dat is Sorane Nador, de huurmoordenares? Volgens de nieuwsuitzending werd jij toch gedood.’
Sorane glimlacht alleen maar en kijkt Drane en Erona aan. Die schrikken even van haar blik.
‘Dus kan het niet anders dan dat jij die dubbelgangster Cobanon bent. Waarom ben jij hier? Toch niet om Raya.’
‘Misschien is ze dat wel, vader. Maar die kans krijgt ze niet meer. Ik was haar te snel af,’ merkt Raya op, maar schrikt als ze merkt dat Erona, die achter haar moeder staat, haar wapen op haar moeder gericht houdt.
Drane staat zo dat ze haar vader, dadelijk onder vuur kan nemen als het nodig is. Maar toch aarzelt ze.
‘Dus jullie beiden zijn geen echte agenten.’
‘Nee, man. Wij dienen Aqunok.’
‘Dus heb je ons allemaal leugens wijsgemaakt.’
‘Dat waren geen leugens, moedertje. Jullie dochter, hier, liet zich betalen door ondergeschikten van onze baas. Dat is de waarheid,’ grijnst Erona.
‘Je weet wat je moet doen, collega, Dood haar of je ouders moeten eraan geloven.’ zegt Drane minachtend en spottend.
Sorane scant de gedachten van de twee en trekt ze bijna dadelijk terug. Zo hevig schrok ze van de hoeveelheid doden die ze op hun geweten hebben. Die twee en de andere vrouwen van Aqunok, die verdienen geen genade.
‘Ik ben geen agente meer, Drane. Daar hebben jullie voor gezorgd,’ zegt Raya hees en haalt de trekker over.
De capsule gaat doorheen de rug, dan de borst van Sorane en boort een gat in de muur. De roodharige blijft even met starre ogen voor zich uitstarend staan, om dan ‘levenloos’ in elkaar te zakken. Alle aanwezigen, behalve Raya, kijken verschrikt of genietend naar de ‘dode’.

Plaats een reactie