Als Sorane in haar vertrekken materialiseert, kijkt Jouna haar verbaast aan.
‘Dat is snel, Sorane. We kregen juist bericht dat een zekere Unka een paar minuten geleden op de ruimtehaven aangekomen is. Zij wilde je spreken.’
‘Unka!! Is die hier? Dat is lang geleden. Daarom ben ik hier, Jouna.’
‘Ken je haar?’
‘Ja, Unka was mijn zus, toen ik nog als Jakira leefde.’
‘Wauw? Dat zijn toch wel weer een paar dingen waaraan we zullen moeten wennen. Zussen uit een vorig leven, Sorane.’
‘Dat is als je wedergeboren wordt en weet wie je was. Jij hebt voor dit leven ook zussen en broers gehad, Deno en Jouna ook.’
Deno slikt even, want hij moet even wennen dat hij al verschillende levens geleefd heeft, die hij zich niet meer kan herinneren.
‘Wen er maar snel aan, Deno. Misschien lopen jullie allen mijn vroegere dochters en zonen ook nog weleens tegen het lijf. Om dan nog maar niet te spreken van hun nakomelingen.’
‘Oei, nichten, neven en nog anderen. Sorane, ik hoop dat het er niet al te veel zijn?’
Sorane kijkt Seana even glimlachend aan.
‘In meer dan dertigduizend jaar kan je vele kindjes maken, Seana. Maar zoveel kindjes zijn het er gelukkig niet. Ik weet echter niet hoeveel nakomelingen ze zelf hebben. Misschien ben jij er wel een van.’
Seana slikt even en kijkt de anderen even aan.
‘Dat kan wel oplopen, Sorane. Als je telkens een drieling krijgt,’ merkt Jouna lachend op.
Sorane kijkt haar even verbaasd aan.
De anderen lachen even. Alleen Deno kijkt Sorane verbaasd aan.
‘Waarom lachen ze met een mopje over een drieling?’ denkt hij. (Er is geen drieling)
Xxxxxxxxxooooooooooooooo
‘Tja, elk jaar een drieling, dat maakt negentigduizend kinderen ongeveer,’
‘En als jij telkens de vader zou blijken te zijn, Deno,’ zegt Sorane licht spottend.
‘Ik, de vader? Nee, zoveel kinderen wil ik niet.’
Allen zijn ze verbaasd. Aenon is de eerste die de zwever opmerkt die hun verblijf nadert.
‘Dat zal je zus Unka wel zijn, Sorane.’
Toch duurt het nog een veertigtal minuten voor haar zus uit een vorig leven aankomt. Sorane weet echter waarom. Elnaki wil van de gelegenheid gebruik maken om Unka te spreken. Eerst wilde ze Unka geen toestemming verlenen om te landen, maar veranderde van gedachte. Misschien kan Unka, de zus van de oude verhevene, de gedachten van Sorane controleren en zo achter de bedoelingen van Sorane komen.
Als Unka naar binnengebracht wordt, door een mannelijke lijfwacht, merkt die Sorane eerst niet op.
‘Welkom, zus. Al lang niet meer gezien,’ hoort ze Sorane naast zich plots zeggen.
‘Hee, wie… wat,’ schrikt de witharige ‘jonge’ vrouw.
Heeft ze wit haar ????
Xxxxxxxxooooooo
Langzaam kijkt ze om en glimlacht.
‘Mijn zus?’
Sorane knikt, maar schermt zich af, als ze voelt dat Unka haar gedachten telepathisch probeert te lezen.
‘Doe het niet, Unka.’
Maar haar zus, die iets sneller reageerde, heeft haar krachten al teruggetrokken, want ze schrok van het besef van de waarheid.
‘Verdomme. Tena had in haar verslag toch gelijk. J.. Jij bent het toch, Jakira, hoe is dat gekomen?’
‘Dat is een vreemd verhaal, zus. Ik vertel je dat nog weleens. Hoe is het met onze oude vrienden?’
‘Diegene die nog in leven zijn, maken het goed. Behalve Tena. Niemand weet niet waar ze is. Ze antwoordt nergens op.’
‘Toen ik Tena de laatste maal zag, was ze van plan opnieuw door harde training als volwaardig lid tot mijn oude vrienden toe te treden, Unka. Maar ze wilde alleen zijn zolang ze haar innerlijk niet gezuiverd had van de zwarte invloed.’
‘Daar hadden we haar toch mee kunnen helpen.’
‘Het was haar beslissing, Unka. Ze zal wel terugkeren als ze de tijd gekomen vindt.’
Even knikt Unka, maar dan denkt ze aan beide anderen waar ze geen contact meer met heeft.
‘Maar ik ben hier ook in opdracht van de andere overlevenden. Ik en zij vinden dat jij gestraft moet worden voor de dood van onze vrienden.’
‘Wie, zus?’
‘Ik spreek niet tot jou als de zus van je Jakira innerlijk, Sorane. Jij hebt iets gedaan dat ze niet ongestraft kunnen laten.’
‘Bedoel je Dargo en zijn vriendin Arjina?’
‘Het is vreselijk, om vrienden die je zolang kent te verliezen, roodkop. En ik denk niet dat dat een verhaaltje van Tena was. Het was wel de reden waarom ze naar de zwarte weg verdwaalde.’
‘Je hebt gelijk, zus. Dat was de reden, maar ook omdat ze niet wilde luisteren.’
‘En dat zal ik ook niet, Sorane. Je kan je er niet uitpraten. Die daad kan niet ongestraft blijven,’ zegt Unka koel.
Sorane glimlacht even als er achter haar zus twee gedaanten materialiseren.
‘Die glimlach zal je niet helpen, roodkop.’
‘Misschien niet, Unka. Maar ik zou toch maar eerst even achter jou kijken, voor je geweld gaat gebruiken.’
‘Haha. Je bent weer niet alleen. En die achter mij zullen hun wapen al wel in handen hebben.’
‘Waarom, zus? Dat is niet nodig.’
Gespannen kijkt Unka Sorane aan en opent en sluit dan haar rechterhand weer. Ze twijfelt of ze haar cilinder zou grijpen of niet. Met haar linker tast ze naar haar hals, terwijl ze haar bijna volledig witte haren opzij duwt. Het is een beweging die Sorane kent, want dat doet haar vroegere zus altijd als ze voor een belangrijke beslissing staat.
Daarom knikt ze snel naar de gedaanten achter Unka. De man glimlacht even en zegt:
‘Waarom doe je niet wat Sorane vraagt, oude vriendin?’
Unka verstijfd nog meer, want ze kent die stem.
‘Dargo,’ fluistert ze en kijkt om.
Maar het is Arjina die voor haar staat. Een pas achter haar ‘dode’ vriendin staat Dargo te glimlachen.
‘Dat kan toch niet waar zijn,’ fluistert ze.’
‘Die kloon van onze vriendin dode onze klonen, die Sorane gevormd had. Daardoor denkt zij dat wij beiden dood zijn.’
Unka dringt het hoofd van Arjina telepathisch binnen, maar voelt geen verzet omdat Arjina haar gedachten helemaal voor haar open laat.
‘Jullie zijn echt in leven,’ stamelt de vrouw met witte haren.
‘Zoals mijn vrouwtje zei, Unka. Dankzij Sorane.’
‘Waarom zijn jullie niet teruggekeerd?’
‘Dat komt wel, Unka. Maar we willen eerst Sorane en haar nieuwe mensen leren kennen. Nu trainen we samen met hen. Daardoor leren we nieuwe dingen van hen en zij van ons. Daarom bleven we aan boord van de Tiren.’
‘De Tiren?’
‘Het schip van Sorane, vriendin.’
Unka kijkt eerst Dargo verbaasd aan en dan keert ze zich tot Sorane.
‘Dat had je wel eens kunnen zeggen, gewezen zus. Ik schrok me bijna dood toen ik daareven de stem van Dargo hoorde.’
‘Het spijt me, Unka. Had Tena toen geluisterd, maar ze zag alleen haar dode vrienden in hun bloed liggen. Ze wilde niet luisteren.’
‘En toch heb je haar kunnen overtuigen.’
‘Ja, maar dat was veel later, toen Tena al ver van haar weg afgeweken was.’
‘En die vrouw die zich voor Jakira uitgeeft. Denkt die nog steeds dat ze Arjina en Dargo dood zijn?’
Sorane knikt alleen maar, terwijl ze even aan dat ogenblik moet terugdenken.
Unka omarmt intussen haar beide doodgewaande medestrijders.
‘Komen jullie nu met mij mee naar onze andere vrienden?’
‘Nee, Unka. We blijven bij Sorane. Wij leiden een deel van Sorane’s rekruten op. Het is vele jaren geleden dat we nog mensen lessen gaven om onze medestrijders te worden.’
‘Misschien kan ik de anderen ook laten komen, of is jouw schip te klein voor ons allemaal, Sorane.’
‘Nee, Unka, niet te klein. Maar ik…’
‘Xan kan jij niet uitzoeken waar Tena zich bevindt.’
Maar de halografische gedaante van een man die opgebouwd wordt, zegt:
‘Dat kan ik niet, Unka. Mijn programma laat niet toe om een afvallige in ere te herstellen. Dat zou je moeten weten.’
‘Tena is geen afvallige. Ze is mijn vriendin en onze medestrijdster.’
‘Dat was ze, Unka. Maar zij wilde wraak, waardoor ik moest ingrijpen volgens mij programma.’
‘Wat? Is dat waar Xan?’
‘Had Tena naar Sorane geluisterd dan was dit allemaal niet gebeurd. Toch heeft Tena mijn steun gedeeltelijk terug, toen ze afzag van haar wraak. Ze heeft echter nog een lange weg te gaan.’
Unka kijkt Xan even.
‘Je bent even gevoelloos zoals altijd, halogram. Als we weten waar ze is dan kunnen we haar helpen.’
‘Dat weet ik niet, Unka. Ik heb geen contact meer met haar hypsoon.’
‘Hoe kan dat, Xan?’ zegt Sorane op dat moment.
Xan richt zich plots tot Sorane.
‘Ik kan en mag een onbevoegde geen antwoordt geven, Sorane. Maar voor een maal zal ik die regel met de voeten treden, zoals de mensen zeggen. Ik verloor het contact met Tena, kort nadat ik haar Hypsoon aangepaste programma’s toestuurde.’
‘Hoe is dat mogelijk?’
‘Meer gegevens heb ik niet En als ik ze had, dan zou ik die niet aan u beschikbaar kunnen stellen. Alleen de gebieder waarop ik wacht, kan mij opdragen om u toe te staan meer gegevens te ontvangen.’
‘Ik was ooit Jakira, Xan. Verleent dat geen volmacht.’
‘Was, Sorane. Nu bent u dat niet meer’, zegt Xan en lost dan in het niets op.
Unka kijkt Sorane verbaasd aan, want ze heeft niet alles van het gesprek gesnapt. Maar de roodharige gaat er niet op in.
‘En Aya, Kerto en de anderen. Hoe is het met hen?’
Even zegt Unka niets.
‘Je bent zo te zien niet op de hoogte Sorane.’
‘Van wat?’
‘Je hebt toch van de grote oorlog gehoord, Sorane.’
‘Ja.’
‘Meer dan zeventig jaar geleden, toen een grote Olaanse vloot de Amazone en Enuroonse sectoren binnenviel. Ze werden uiteindelijk verslagen, maar ik, Kerto en vele anderen werden gewond. Maar velen van onze mensen vonden de dood. Kerto stierf echter later aan zijn verwondingen. Jij, die toen nog Jakira was, konden we niet vinden. Verschillende maanden later vonden Tena en Arjina je eindelijk. Maar je was stervend aan een Onvar besmetting. En dan werd je door een transvormmonster gedood. En dan kon Zor, de rechterhand van T’naka, ontkomen.’
‘Dat laatste weet ik, Unka. Maar Xan en de basis. Hoe…’
'De basis is niet meer van ons, Sorane. De Enuronen hebben die tijdens de gevechten ontdekt en bezet. Alleen met de centrale kern konden we ontkomen.'
'Wat bedoel je? Je hebt daarstraks zoiets gezegd, maar ik luisterde niet zo goed. Wat is er gebeurd?'
'Een paar maanden nadat jij verdween vond, werden we aangevallen door soldaten van het Olaanse leger. Er werd zwaar gevochten, zowel op Enuron als in de basis. De soldaten drongen de basis op de tweede maan binnen en stoten op de Enuronen. Een vreselijk gevecht barste los. De Enuronen verloren langzaam maar zeker de strijd en begonnen zich terug te trekken. Een deel van de aanvallers drong dieper in de basis binnen en openden de wanden, die de Enuronen van ons afschermden. Toen moesten wij ook om de basis vechten. Intussen vochten onze schepen in de ruimte zij aan zij met de Enuronen. Toen de Amazonevloot te hulp kwam, werd de toestand voor de Olaanse vloot onhoudbaar. De vijand werd verslagen en de overlevenden kozen voor de vlucht. Ook Aya en Danor en vele anderen hadden we verloren. We waren nog maar met een vijfhonderdtal overgebleven en meer dan de helft daarvan was gewond.’
'Hoe is dat kunnen gebeuren?' vraagt Sorane verschrikt.
‘Het wordt nog erger,' merkt Unka op, met een droevige klank in haar stem, als ze aan de gruwelijke gebeurtenissen terugdenkt.
Even kijkt Sorane Unka ontsteld aan en klinkt dan, waarna ze haar verhaal weer oppakt.
‘Langzaam maar zeker werd de toestand weer normaal. Maar onze schepen hadden vele verliezen geleden. Pas weken later beseften we hoeveel. Meer dan duizend gevechtsschepen en ongeveer drieduizend kruisers gingen verloren. Ook in de basis moesten we onze doden begraven. Onze gevechtskracht bleek tot één tiende gedaald te zijn. We hebben zelfs niet genoeg mensen meer om de resterende tweehonderd schepen volledig te bemannen. Het ergste was dat de Enuronen beseften dat we hen, volgens hun mening, bedrogen hadden. Hun soldaten bezetten de basissen op de twee maan volledig. Ook de derde maan is een paar weken later in hun handen gevallen. Ons centrale schip is gelukkig kunnen ontkomen. Het bevindt met de tweehonderd schepen op een amazone planeet, waar ze een tijdelijke landingsplaats gekregen hebben. Dat alles gebeurde ongeveer vijftig jaar geleden. Erine zal dat zich nog wel herinneren.’
Even is het stil als Unka haar verhaal beëindigd. Sorane werpt even een blik op Erine.
‘Dat kan toch niet waar zijn, zo vele vrienden en familieleden dood. Houdt het dan nooit op,’ denkt ze.
Ook Erine kijkt haar nieuwe en zeker veel jongere vriendin aan. Maar ze durft niets zeggen. Ze heeft er maar een deel van begrepen. Ook zij heeft meer dan veertig jaar geleden aan de gevechten deelgenomen. Even denkt ze terug aan de tijd toen ze nog maar achttien jaar oud was en ze in het ruimteleger ging. Het was een zware tijd waar ze nog steeds de wonden van draagt. Gelukkig slaagde de vijand er niet in om op Enuron te landen. Maar toch liggen de vele doden aan boord van de schepen, nog vers in haar geheugen. Ook zij heeft moeten doden om te overleven. Aan boord van een van deze schepen kwam ze voor het eerst in contact met de Olanen.
Zij doden alles en iedereen. Samen met haar speciale eenheid vocht ze tegen deze vreemde soldaten. Toen alles voorbij was, landde ze terug op Enuron en werd agente. Veertien jaar later werd ze de partner van Malon. En nu staat ze hier bij haar nieuwe vrienden. Alleen is ze eenenzestig jaar ouder, dan toen ze als naïeve bakvis soldaat werd. Dan kijkt ze even naar Seana, waar ze met heel haar hart van houdt, maar die ongeveer vijfenveertig jaar jonger is. Ze merkt dat die haar verbaasd aankijkt. Dan wordt ze uit haar gedachten gerukt.
'We moeten voort maken, Sorane. Als we naar ons schip gaan, dan kunnen we…'
'Nee, Unka. Ik kan niet met je mee. Ik kan dat nu niet uitleggen. Maar we mogen nu zeker geen fouten maken. Die kloon van mij wordt gevaarlijk, maar ik moet mijn mensen nog opleiden. We zijn te zwak om het tegen haar op te nemen.'
'Je mensen, wat...'
'Ik was al van plan om een aantal medestrijders op te leiden, Unka. Zij moesten mij helpen om mijn opdracht uit te voeren. Maar nu moet ik veel aan mijn plannen veranderen. Toch komt die opdracht op de eerste plaats.'
'En die kloon van je oude ik, wat gaan we daaraan doen?'
'Jullie niets, Unka. Jakira heeft de beschikking over duizenden schepen. Op het moment zijn wij zowel als jullie te zwak om hen te verslaan. Misschien met de hulp van de amazones.'
'Die krijgen we nooit, Sorane. Ze gaven ons wel een afgezonderde planeet om ons terug te trekken. Maar ze lachen ons in stilte uit. Velen van onze mensen hebben ons al in de steek gelaten. Misschien als jij terugkeert, dan...'
‘Nee, Unka. Later misschien, maar nu is het nog niet mogelijk. Ik denk dat jullie beter die amazone planeet verlaten. Misschien kan ik jullie helpen om een nieuw onderkomen te vinden.’
‘Waarom kom je niet terug naar je oude vrienden? We hebben je nu meer dan ooit nodig.’
‘Dat kan nog niet, Unka. Misschien dat we na mijn terugkeer weer samen kunnen werken.’
En nu. Dat kan nu toch ook wel. Als we samen naar de centrale eenheid…...'
'Dat kan ik niet, Unka. Ik ben niet meer dezelfde als vroeger. Mijn gaven zijn sterk toegenomen. Ik wil ze eerst volledig beheersen, anders zou in de basis weleens de hel kunnen losbarsten. Maar er zijn ook veel dringender dingen die ik moet volbrengen.'
'Zou je mij je vriendinnen nu eindelijk niet voorstellen? Ze zullen wel moe aan het worden zijn, zo gespannen, want ze beseffen nog niet dat ik geen vijand ben.'
Sorane kijkt even naar Erine en Seana en glimlacht knikkend:
'Je hebt gelijk. Jullie zullen elkaar toch ooit beter leren kennen. Dit zijn Seana en Erine, beiden zijn vroeger agenten geweest. En daar heb je Aenon en zijn vriendin Jouna.'
'Hai, meisjes. Ik ben Unka, Sorane was toen ze nog als Jakira leefde mijn oudere zus.'
Dan geeft ze beiden een hand. Maar bij Erine aarzelt ze even.
‘Jij was erbij Kapitein Erine Rand.’
Even slikt Erine, maar knikt dan.’
‘Ik volgde bevelen, Sir’
‘Laat dat sir maar, Erine. Je bent al ongeveer achtenvijftig jaar oud. Dus noem me maar Unka. Nu je een Hypsoon draagt zal je misschien nog ouder worden dan je normale levensduur op Enuron.’
Klopt dat xxxxxxxxxxxxxxxxxoooooooooooo
Even kijkt Erine naar een verbaasde Seana, die haar aankijkt.
‘Ik heb al bijna mijn halve leven achter mij. In deze tijd worden de oudste mensen ongeveer honderdtachtig. En Seana moet nu ongeveer vierendertig zijn vermoed ik. Ben ik niet te oud voor haar,’ gaat het door haar gedachten.
‘Nog ouder dan… Kan dat dan?’
‘Hoe oud schat je dat ik ben, Erine?’
‘Voortgaande op je uiterlijk, schat ik ongeveer rond de dertig jaar of zoiets.
Unka zucht even en glimlacht.
‘Ik ben ergens rond de veertigduizend haar oud, Erine.’
Erine schrikt maar merkt ook dat Seana nog meer schrikt. Beiden beseffen nu pas echt wat het betekent om zeer lang te leven, door een Hypsoon te dragen. Seana wil iets vragen, maar de witharige wendt zich tot een jonge vrouw, die nu pas bij het groepje opdaagt.
‘En jij wil een van de beste dokters worden die bestaat, voel ik.’
‘Dankzij de techniek van onze leidster wordt mijn wensdroom zeker overschreden. De kennis van Anya overschaduwt alles wat ik op Enuron had kunnen leren,’ zegt Jouna.
‘Pas maar op, Jouna. Te veel kennis kan je verblinden.’
Dan wordt haar aandacht getrokken, door Seana, die haar armen om de hals van Erine slaat en fluistert:
‘Ik wist dat je ouder was, dan ik, lieveling, maar dubbel zoveel, daar had ik geen vermoeden van.’
Weet ze al xxxxxxxxxxxxxxxxxxooooooooooooo
‘Seana, ik…’
‘Je denkt toch niet dat ik daarom minder van je hou, schat,’ hoort Unka, Seana zeggen, voor ze Erine kust.
Even moet Unka aan haar geliefde denken, die al verschillende jaren geleden de dood vond. Ze houdt nog steeds van hem, maar hij is er niet meer. Dan schudt ze die gedachte van haar af en keert zich naar de enige man van het gezelschap.
‘En die knappe man daar, Sorane.’
‘Dat is Deno. Hij speelt de rol van mijn man hier.’
‘Alleen maar de rol, of is hij het ook.’
Even kijkt Sorane naar Deno. Hij bevalt haar, zelfs zeer goed, maar ze wil niets zeggen. Niet zolang haar leven in gevaar is. Daarna zien we wel hoe hun samenzijn afloopt.
‘Haha. Mijn vermoeden klopt, zusje. Je houdt van hem, maar weet je al waarom. Je kent Achnac an Guineva uit de gedachten van jullie beiden. Maar je toen je mijn zus was, hielt je dol veel van Sinaron.’
Sorane doet alsof ze de telepathische stem van haar vroegere zus niet gehoord heeft, maar toch denkt ze even aan die naam Sinaron. Die heeft ze nog in haar gedachten gehoord.
Dan vraagt ze:
‘Hoe maken de anderen het, Unka?’
‘Niet zo best, We hebben de amazonewereld moeten verlaten en zijn nu terecht gekomen op de planeet Noden II. Maar daar leven weinig levende wezens. We konden niet anders. We hebben nu nieuwe vijanden. Die kloon en haar volgelingen zoeken ons.’
‘Dan heb ik een nieuwe bestemming voor jullie allen, Unka. De basis in het Krison stelsel op de vierde planeet.’
‘Dat is niet nodig, Jakira. Die planeet werd ons door Xan aangeduid. We zochten er een nieuw thuis, maar er was niets. Welke basis je bedoelt, weet ik niet. Op Krison IV is geen basis, ik ben daar al dikwijls geweest. Daar ben ik zeker van, zus.’
‘Ik denk dat je niet goed rondgekeken hebt, toen je er was, zusje. Ik heb de coördinaten naar je Hypsoon doorgestuurd,’ zegt Sorane licht spottend.
‘Dank je.’
‘Ik moet terug, Unka. Als ik terugkeer zie ik je nog wel.’
‘Hopelijk niet te lang. Al zal het wel even duren, voor ik aan je nieuw uiterlijk zal wennen. En daarbij zou ik zou toch graag weten, hoe je terug onder de levenden geraakt bent. Ik was erbij toen je stierf aan die vreselijke ziekte.’
‘Ik vertel het nog weleens, Unka. Maar ik moet eerst op een belangrijke missie met mijn vrienden.’
Unka kijkt Sorane even nadenkend aan.
‘Mag ik je vergezellen? Misschien kan ik je helpen.’
‘Het spijt me, zus.’
‘Dat kan je niet menen, Jakira.’
‘Toch wel. Het kan niet anders. We moeten ingrijpen, want de kloon moet tegenhouden. Maar voorlopig kan ik niets ondernemen. In een zeer korte tijd heeft zij een grote macht achter zich verzameld. Zowel volkors of zwarte wachters, zoals mensen en anderen die haar uit winstbejag steunen, noemen.’
‘Waarom ga je er dan vandoor, zus?’
‘Ik moet, Unka. Ik hoop op Yharven, de weg naar Delos te vinden.’
‘Delos. Ben je niet goed wijs, Jakira. Dat is een oude legende. Niemand heeft dat legendarische controlecentrum ooit gevonden en we weten beiden, dat velen in een poging omgekomen zijn. Hoe haal je het in je nieuwe hoofd om daarnaar te gaan zoeken?’
‘Ik moet wel, Unka. De samensmelting van mijzelf, Jakira en Megan is nog niet helemaal volbracht. Pas op Delos, zal ik diegene zijn die ik moet worden.’
‘Wat bedoel je met samensmelting?’
‘Ik ben stervende, Unka. Jij bent een van de weinigen die het weten. Dat is ook de reden waarom ik Deno niet kan laten weten dat ik van hem hou,’ denkt Sorane telepathisch.
‘Dat kan niet waar zijn, Jakira.’
‘Spijtig genoeg wel. Sorane’s lichaam stoot mij af. Uit de gegevens, die ik uit de databanken van de Tiren, kon ik opmaken dat alleen Delos mij kan redden. Als ik het mis heb, zal ik mijn drie kindjes nooit meer terugzien.’
‘Kindjes. Wat bedoel je?’
Ze is geen drieling..xxxxxxxxxxxxxxxxxoooooooooooooooooo
‘Sorane was drie weken in verwachting, toen ze stierf, Unka. Alleen wist ze toen niet dat ze in verwachting was. Een paar maanden toen ze weer onder de levenden was werden Trix, Arika en Ron geboren. Ze bevinden zich nu veilig op Enuron.’
‘Is dat waar, Jakira? Maar had je ze dan niet beter kunnen meebrengen.’
‘Nee, ze zijn nu ongeveer een twee jaar oud, zus. Als ik hen met me meegenomen had, zou ik ze beiden in gevaar brengen.’
‘Misschien wel. Maar of ze op Enuron veilig zijn, daar ben ik nog niet zo zeker van.’
‘Als ik geweten had, ik jou hier zou ontmoeten, dan had ik wel iets anders beslist, maar het is nu te laat.’
‘Hoeveel tijd heb je nog?’
‘Zeker weet ik het niet, maar ik moet mij steeds harder concentreren. Dus ik schat ten hoogste een jaar of twee.’
Even kijkt Unka, Sorane nadenkend aan. Maar merkt ook de blikken van de vijf vrienden van Sorane op. Zij hebben niets van het korte telepathisch gesprek gehoord.
‘Je had het daareven over de planeet Yharven. Je wilt toch niet naar die planeet toe.’
‘Zeker. Ik kan niet anders.
‘Dan zal je het niet gemakkelijk hebben. Koningin Phicha heeft die planeet aan de Olanen, die met wapenhandelaars samenwerken, geschonken. Ze willen hun geloof in Tanoch verspreiden en bouwen nu overal Sonkas. Dit op voorwaarde dat ze alleen aan hen wapens aan hun volgelingen te verkopen. En dat doen ze ook, maar ze houden hun woord niet. En ze hebben zich ook op deze planeet gevestigd en de amazones, die er leefden, in slavernij gebracht. Amazone tempels worden overal vernield en afgebroken. En dat met de goedkeuring van die stomme koningin, die denkt dat ze haar volk er mee helpt. Maar in plaats daarvan worden de amazones gedwongen om volgens het geloof van Tanoch te leven. Zo niet worden ze als een ongelovige terechtgesteld.’
‘Zo erg zal het toch niet zijn. Iedereen is vrij om te geloven wat hij of zij wil.’
‘Dat is het wel. De Olaanse godsdienst herkent geen enkel ander geloof.
‘Toch kan ik niet anders, Unka. Ik moet die weg volgen. Alleen op Yharven kan ik volgens de gegevens van Taxala en de oude database van de Tiren de weg vinden.’
‘Dan zal je alle hulp kunnen gebruiken, Jakira.’
‘Nee, zus. Dit moet ik alleen oplossen.’
‘Maar…’
‘Unka. Jij hebt hier een taak, samen met onze vrienden.’
‘Zij kunnen ook zonder…….’
‘Genoeg, zus. Mijn besluit staat vast,’ zegt Sorane streng.
‘Nog steeds even nauwgezet als vroeger, Jakira.’
‘En noem me toch niet steeds, Jakira. Mijn naam is nu Sorane Cobanon.’
‘Kan je niet beter een andere naam kiezen? Zij staat bekend als een soort partner van een genadeloze huurmoordenares.’
‘Ik en Sorane Nador zijn dezelfde persoon, Unka. Maar een andere naam aannemen zou niet veel uithalen, Unka. Iedereen zou mijn uiterlijk herkennen. Ze was echter niet zo genadeloos als iedereen denkt. Het geld dat ze verdiende gebruikte ze om mensen te helpen, niet voor zichzelf. Ze doodde ook alleen mensen die dood verdiend hadden.’
Even kijkt Unka de roodharige aan en glimlacht dan.
‘Ook goed, Sorane dan. Maar wees voorzichtig op Yharven. Hopelijk vind je er wat je zoekt.’
‘Zal ik doen, zus. Maar je zei daarstraks dat je niets meer van Tena gehoord hebt. Dat is vreemd.’
‘Hoe... vreemd?’
‘Ze was van plan om jullie opnieuw op te zoeken, om jullie op de hoogte te brengen.’
‘Dat heeft ze gedaan, daarom ben ik naar hier gekomen. We kregen een kort verslag van haar hypsoon. Ze had nog iets te doen op Enuron. Sindsdien hebben we geen contact meer met haar.’
‘Op Enuron zijn strenge veiligheidsmaatregelingen van kracht, Unka. Ze neemt nog wel contact op, zodra de gelegenheid zich voordoet.’
‘Ik hoop het. Maar ik moet gaan, Sorane. De amazones willen mij en mijn andere vrienden niet meer toelaten.’
‘Ja, dat weet ik. Unka. Ik praat wel met Elnaki, nadat jij verslag uitgebracht hebt.’
Even glimlacht Unka en knikt dan naar de vrienden van Sorane.
‘O,ja. Nog iets belangrijks, Unka. Zor, die zoals je daareven zei is kunnen ontkomen. Maar hij is nu mijn medestrijder.’
‘Wat???’
‘Toen hij aan jullie ontkwam, had hij mij als Jakira een belofte geven. Hij zou zijn weg veranderen en terugkeren naar het pad van de witte weg.’
‘En jij gelooft dat Sorane.’
‘Ja, omdat ik er nu zeker van ben. Toch heeft hij nog steeds een terugval. Maar hij heeft vol gehouden.’
‘Je ziet spoken, Sorane. Zor zal nooit veranderen.’
‘Toch niet, Unka. Want nu heeft hij ook nog een andere reden om de ingeslagen weg te blijven volgen.’
‘Als hij je maar niet bedriegt, gewezen zusje.’
‘Hij wil een amazone als vrouw naast zich als zijn vrouw, Unka.’
‘Hoe weet je dat nu weer?’
‘Omdat die amazone mijn zus, Cora, is.’
‘Zus, dan heb je al meer familieleden, dan vroeger. Zijn die twee samen?’
‘Nog niet, Unka. Zor heeft zich, omdat ik hem dat vroeg, laten inlijven bij de volgelingen van Jakira.’
‘Ben je zeker dat hij te vertrouwen is?’
Sorane knikt.
‘In orde, Sorane. We zullen wel zien of je gelijk heb.’
Unka doet plots een stap naar voor en omarmt Sorane, alsof ze haar wil omhelzen. Maar ze wil met haar teleporteren. Alleen lukt het haar niet. De krachten van Sorane houden hen beiden op hun plaats. Unka kan zich niet voldoende concentreren om te teleporteren.
Verbaasd laat Unka haar ‘zus’ los en kijkt haar aan.
‘Hoe doe je dat?’
‘Mijn krachten zijn sterk toegenomen. Dat is een van de redenen dat ik naar Yharven moet.’
‘Yharven? Wat is er daar dan zo belangrijk?’
‘De weg naar Delos.’
‘Ik hoop dat je gelijk hebt.’
‘Dat heb ik.’
Unka glimlacht even.
‘Dan ga ik snel verslag uitbrengen bij de koninginnen.’
‘Doe onze andere vrienden mijn groeten. Wens hun geluk toe en de weg naar de basis op Krison,’ zegt Sorane nog.
Intussen is Unka weer gematerialiseerd in het paleis van Elnaki. De aanwezige amazones staren haar allemaal na, als Unka weer naar buiten stapt, waar ze door de lijfwacht opgewacht wordt. Even later stapt ze omringt door de vier amazones naar de vertrekken van de koningin.
Intussen in de Tiren.
‘Ik zie jullie over een paar minuten, vrienden. Nirasé zal al ongeduldig in de centrale van de Tiren staan wachten.’
Deno, die er maar stond te kijken, alsof hij een toeschouwer was, knikt even.
Vind-ik-leuk Aan het laden...