Intussen stappen Sorane en haar vrienden vele lichtjaren daarvandaan uit de zwever en kijken om zich heen.
‘Dank je,’ zegt Erine nog tegen de bestuurder, die haar verrast aanstaart.
Dadelijk merkt ze drie amazones op die op hen toekomen. Een van hen zegt streng:
‘Ik ben Nirasé, Veiligheidsagente. Mag ik jullie papieren?’
Sorane geeft een pasgevormd pasje aan de amazone, die het even bekijkt.
‘Wij zijn van Enuron afkomstig, Nirasé. Ik mag u toch zo noemen?’
‘Voor mij geen probleem, Enuroonse. Maar ik moet u vragen wat u op het domein van Koningin Elnaki komt doen. Vreemden hebben hier geen toegang, tenzij ze uitgenodigd zijn.’
‘Dit zijn Seana, Jouna, Erine, mijn man Deno en Aenon, de man van Jouna. Ik ben Sorane.’
‘Dat blijkt uit je paspoort, Sorane Vergan.’
Deno kijkt verbaasd naar de slanke rug van de roodharige, maar zegt niets.
‘Ze heeft zijn familienaam op haar paspoort. Ik hoop dat mijn vermoeden klopt en ze om mij geeft. Ik zou niets liever willen, want ik ben van haar gaan houden. Maar tot nu wilde ze niet al te veel van mij weten,’ denkt Deno hoopvol.
Ook Seana is verbaasd en staart Deno aan. Maar aan zijn blik kan ze zien dat hij even verbaasd is als zijzelf. Toch merkt ze nog iets anders.
‘Verdomme, mijn broertje wordt steeds meer op onze Sorane verliefd. Als dat maar goedkomt,’ denkt ze.
Deno die de blik van zijn zus opgemerkt heeft, kijkt even naar haar. Plots hoort hij een vreemd gegiechel in zijn hoofd en kijkt verbaasd naar Sorane. Maar die kijkt naar de brunette, die zegt:
‘Ik kan je geen toegang verlenen zonder uitnodiging. Keer om, Sorane Vergan. Ga naar het oostelijk dorp Helon. Daar kunnen jullie onderdak vinden.’
‘Dat interesseert ons niet, amazone. Voor zover ik weet is iedereen vrij om zich te verplaatsen.’
‘Dat is juist, Sorane. Maar u wil het domain van de Koningin betreden en dat is niet toegelaten, zonder toestemming.’
‘En waar kan ik die toestemming verkrijgen, amazone.’
Even kijkt Nirasé Sorane in de ogen, maar dan schudt ze haar hoofd.
‘Ik zou die kunnen geven, maar jullie zien er geen van allen belangrijk genoeg uit.’
‘Dus als ik geen gewone amazone was dan zou je mij wel toegang verlenen, amazone.’
‘Juist, Sorane.’
‘Elke amazone is volgens de leer van de verhevene gelijk, amazone.’
‘Mijn naam is Nirasé, Sorane. Als je je tot mij richt wil ik dat je bij mijn naam noemt.’
‘Ik ken de beleefdheidsregels ook wel. Maar in onze streken gelden die alleen voor amazones die de leer van de verhevene eerbiedigen. Jij doet dat niet.’
‘De hogepriesteres vertegenwoordigt de verhevene bij de stammen, Sorane. Zij kent de regels van de verhevene als geen ander.’
Even kijkt Sorane Nirasé aan en glimlacht. Nirasé brengt haar hand nerveus aan het zwaard, ze wil er komaf mee maken. Desnoods zullen Sorane en haar gezellen een tijdje in de cellen mogen doorbrengen. Plots schrikt ze echter als het gezicht van de roodharige ziet veranderen. Dan volgt ze haar blik.
Enkele amazones brengen juist vier jongens en twee meisjes het plein op. Ze zijn allen gebonden met energieboeien en kijken met droevige ogen naar het betonnen pad.
‘Wat hebben die misdaan? Twee van hen lijken me nog geen twaalf.’
Nirasé schrikt van de strenge stem, die bevelend klinkt.
‘Dat zijn onreinen, Sorane. Ze hebben duivelse krachten, die ze niet kunnen controleren. Op bevel van Harone de hogepriesteres worden ze allen naar Sector X verbannen.’
‘Sector X? Wat is dat?’
‘Een stelsel op een twaalftal lichtjaren van hier. Daar worden alle onreinen, zodra ze ontdekt zijn, heengebracht en afgezonderd. En dat tot ze weer normale amazones zijn.’
‘Wat is normaal, amazone?’
Nirasé balt haar vuisten en zegt met trillende stem:
‘Normaal is zoals wij allen.’
‘Dus ze worden daar heropgevoed, als ik het juist heb, amazone. En ook nog van hun krachten geroofd.’
Sorane merkt dat de ogen van de amazone haar willen doorboren, terwijl ze daar klaar om in woede uit te barsten naar haar staat te kijken.
‘Ik heb een naam, roodkop,’ roept ze uit.
‘En naam, dat wel. Maar niet het recht om met die naam aangesproken te worden. En nog iets, amazone. Woede is een slechte raadgever. Die woede maakt echter geen indruk op mij.’
Even kijkt ze naar haar twee ondergeschikten, maar die zijn zo verbaasd als zijzelf. Dan hoort ze Seana zeggen.
‘En jij hoort bij diegenen dat dat goedkeuren, amazone. Wij in ieder geval niet en Sorane doet dat ook niet.’
Nirasé wendt met een ruk haar hoofd naar Seana. Die kan de woede van amazone bijna voelen en hoort haar sissend zeggen:
‘Zwijg, Amazone. En Sorane daar heeft niets te willen. Harone, de hogepriesteres handelt naar de wil van de verhevene.’
‘Ben jij zeker dat dat de wil van de verhevene is, amazone?’ vraagt Erine.
Nirasé kijkt haar verbaasd aan, terwijl ze haar vuisten balt.
Als ze het goed begrepen heb, is Sorane jullie meerdere en toch waag je het om mij een vraag te stellen, vrouw.’
Maar voor de amazone iets kan zeggen, staat Sorane plots voor Nirasé.
‘Seana is mijn gelijke, amazone. Zoals ook diegenen die jij onreinen waagt te noemen. Zij heeft evenveel recht om te spreken als ik en mijn andere begeleiders.’
Weer balt Nirasé haar vuisten, want nog steeds richt die roodharige zich tot haar zonder haar naam te gebruiken. Toch waagt ze het niet om haar wapen te trekken. Sorane’s blik volgt echter het groepje jongelingen, die door een achttal gewapende amazones begeleid worden.
Die jongelingen worden, omdat hun krachten op de voorgrond getreden zijn, onreinen genoemd en weggevoerd als een soort straf.
‘Dat is tegen de wil van de verhevene en dat kan ik niet ongestraft laten gebeuren. Als de koningin zoiets goedkeurt, dan wordt het tijd om haar af te zetten’, zegt Sorane, nadat ze met een ruk haar hoofd naar Nirasé wendt.
‘Ik ben hier om Elnaki uit te dagen,’ klinkt haar stem vastberaden.
Even is het doodstil. Nirasé slikt even, maar dan glimlacht ze.
‘Jij wilt de koningin uitdagen. Haha, ben je gek geworden? Jij, een onbekende amazone.’
‘Waarom niet?’
‘Scheer je weg, voor Koningin Elnaki je in stukjes hakt.’
Maar Sorane kijkt de amazone recht in de ogen en stapt dan vooruit. Omdat Nirasé in de weg staat, botst ze tegen haar aan. Door de schok wankelt die achteruit.
Twee andere amazones trekken hun zwaard en willen Sorane tegenhouden, maar Sorane beweegt zo snel dat ze geen enkele kans maken. Als Nirasé ook haar zwaard wil trekken, hoort ze Deno dreigend zeggen:
‘Wie mijn vrouw bedreigt, bedreigt ook mij, amazone.’
Trillend van woede kijkt ze de man aan maar iets in zijn blik zegt dat ze zich kan optreden, anders kan ze haar gezag verliezen. Maar ze maar met drie, dus in de minderheid. En er zijn veel toeschouwers. Ze moet optreden en hem op zijn plaats zetten. Maar als ze naar haar twee ondergeschikten kijkt, bedenkt ze zich. Die twee zijn al ontwapend. Eén ligt op de grond en probeert recht te kruipen, maar haar linkerbeen, waar Sorane haar raakte, lijkt wel verlamd. De tweede probeert zich los te maken uit de ijzeren greep van Sorane, maar geeft haar poging al snel op.
‘Ik wil niet dat er gewonden vallen, amazone. Een uitdaagster mag je geen toegang weigeren. Dat weet je. Breng mij en mijn vrienden naar Koningin Elnaki.’
Nirasé laat haar zwaard weer in de schede op haar rug glijden en knikt Sorane toe.
‘Dat is juist, Sorane. In orde. Een pasje krijg je niet, maar ik breng jullie persoonlijk tot bij de koningin. Maar of ze jullie zal willen ontvangen, dat weet ik niet.’
‘Ze zal wel moeten, amazone, want wat er met die jongens en meisjes gebeurt, duld ik niet.’
‘Jij duldt dat niet, Sorane. Wie ben jij om zoiets te willen? Als je ooit voor de hogepriesteres staat, dan zal de verhevene je door haar laten beoordelen.’
‘Dat zien we dan wel, amazone. Nu wil ik een antwoordt op mijn uitdaging,’ zegt Sorane met een lichte dreiging in haar stem.
De roodharige geeft haar vrienden een teken en laat de amazone los uit haar greep. Die tast even naar haar hals, terwijl ze Sorane kwaad aankijkt. Maar de roodharige en haar vrienden kijken hen alleen afwachtend aan. Nirasé trekt haar schouders op en zegt:
‘Ginona, jij hebt de leiding van de patrouille.’
De amazone, die probeert recht te raken, knikt.
‘Help mij even, Nisa?’ vraagt de amazone.
‘Laat haar, Nisa. Als Ginona echt amazone is moet ze de pijn kunnen verbijten.’
‘Zwijg, Sorane. Ginova staat onder mijn bevel.’
‘Pas op, of ik noem je zelfs geen amazone meer, vrouw.’
Nirasé kijkt Sorane, met ogen die lijken te bliksemen van woede, aan.
‘Over een minuut of zo, verdwijnt de verlamming wel vanzelf, Ginona.’
Met gemengde gevoelens kijkt die Sorane aan, maar knikt dan maar.
‘Ik ben een amazone, Sorane,’ zegt Ginona met een van pijn vertrokken gezicht.
Maar ze slaagt erin om recht te staan en knikt Nisa toe, terwijl ze verbaasd denkt:
‘Hoe weet die roodkop mijn naam.’
Ginona voelt de pijn in haar been intussen alweer afnemen en zucht opgelucht.
‘Wij volgen je, amazone,’ zegt Sorane.
Nirasé kijkt Sorane even aan, want ze hoorde duidelijk dat zij haar ondergeschikte met haar naam aansprak. Maar haarzelf weigert ze met haar naam aan te spreken. Maar ze zegt niets meer. Stilzwijgend geeft ze een teken aan en haast zich naar het centrum van de stad toe. Sorane en haar vrienden volgen de Amazone met de korte bruine haren.
‘Berg verslag uit, Nisa. En laat de centrale enkele anderen deze sector laten controleren.’
‘Heb ik juist gedaan, Ona Nirasé. Ze sturen de eenheid van Ona Griva naar deze sector.’
Even kijken Jouna nog naar Nisa, die haar collega loslaat, als ze merkt dat die weer alleen kan staan. Dus volgt ze Sorane en de anderen. De twee amazones kijken het groepje even na. Dan stapt Nisa naar haar wapen toe en raapt het op
‘Onze wapens, Ginona’, fluistert ze, terwijl ze haar wapen op haar rug hangt.
Ginona mankt nog lichtjes als ze naar haar zwaard toestapt en zich bukt.
‘Wat doen we, Nisa?’
‘We zouden moeten wachten tot Ona Griva ons van onze taak bevrijdt, maar ik denk dat we beter met Nirasé meegaan. Wie weet heeft ze ons nodig, want ik vertrouw die vreemden niet.’
Ginona knikt en gaat aan de zijde van haar collega achter Nirasé aan. Nadenkend volgen ze de zes nieuwelingen. Het groepje stapt naar een soort vliegende bus. Vooraan is een groot cirkelvormig passagiersgedeelte en achteraan een kleiner gedeelte, ook cirkelvormig, voor de piloten.
‘Waar gaan we daarmee naar toe. Een andere stad soms, amazones?’ vraagt Sorane.
‘Dit soort vervoer wordt voor transport waarmee elk gedeelte van deze grote stad bereikt kan worden. Met dit type mogen we hoger vliegen, dan de gewone persoonszwevers,’ zegt Nisa.
‘Ona Nirasé. Als u wil kan u plaatsnemen bij onze gasten. Wij besturen het toestel wel,’ zegt Ginona.
Dan merkt ze dat Nirasé hen gefronst aankijkt.
‘We kunnen je beter vergezellen, Nirasé. Je zou ons beiden nodig kunnen hebben om onze vrienden hier te bewaken.’
Nirasé werpt een woedende blik op Ginona, maar die glimlacht even.
‘Kom je, Nisa?’
Nisa knikt haar toe en volgt Ginona naar het achterste gedeelte.
‘Kom, Sorane. Wij mogen tijdens vlucht van de omgeving genieten,’ zegt Nirasé, terwijl ze even de glimlachend blik van Sorane en Seana opvangt.
‘Uw twee ondergeschikten vertrouwen ons niet zo, Ona. Ze vergeten beiden, dat ik ze met gemak kan uitschakelen,’ zegt Sorane glimlachend.
‘Een tweede maal verras je ons niet, Sorane,’ zegt Nisa met zelfverzekerde stem.
Sorane glimlacht alleen maar. Nirasé kijkt Sorane echter met een vreemde blik aan.
‘Ze weigert zo te zien nog steeds haar naam te gebruiken?’
Maar Sorane doet alsof ze het niet merkt, als ze, met haar vrienden, op de cirkelvormige passagierszetels gaat zitten.
Alleen Jouna heeft het gemerkt, dat Sorane heel even licht doorzichtig werd, maar weet niet wat het betekent.
Het toestel verheft zich van het landingsgestel en plots schuiven er langs de linker- en rechterkant vleugels uit. Als ze koers zetten naar het westen van de stad, voelen allen de hitte van de zon die haar licht over deze kant van de planeet verspreid.
Deno en de vriend van Jouna kijken om naar de omgeving. Maar geen enkele amazone in voorbijvliegende zwevers kijken naar hen.
‘Vermoedelijk vermoeden ze dat we beiden bij een van de vrouwen aan boord horen,’ fluistert Deno.
‘Heb je het ook al gemerkt? Het is alsof we lucht voor hen zijn.’
De passagiers kijken om zich heen naar de omgeving, waar zoals ook op Enuron vele belangrijke gebouwen een piramidevorm hebben. Ze zien ook veel verkeer, die op verschillende hoogten door de straten razen. Nirasé merkt het maar heeft alleen oog voor Sorane, waarover ze zeer diep nadenkend. Ergens begint ze te twijfelen.
‘Ze kent de regels van de amazones, maar toch is er iets aan haar. Maar wat?’ denkt ze.
Een deel van Sorane is intussen aan de rand van de stad gematerialiseerd. Ze kijkt naar de groep die in de wachtende zwevers stapt en glimlacht even. De zes onreinen merken plots dat ze door iets vreemds omgeven worden. Maar dan dematerialiseren ze. Een seconde later zien ze hun omgeving weer. Maar ze staan nu tussen de bomen. Verbaasd kijken ze om zich heen.
‘Zijn wij dat?’ vraagt een van de jongemannen verbaasd.
Een van de meisjes kijkt hem verbolgen aan, maar kijkt dan toch in de richting waarin hij wijst. Allen zien ze zichzelf in de zwevers stappen, samen met de amazones die hen begeleiden.
‘Dat kan toch niet. We kunnen toch niet op twee plaatsen tegelijk zijn,’ zegt een andere jongeman.
‘Achter ons, ik voel…,’ roept de derde jongeman uit.
Dan zien ze allen de gedaante uit de struiken tevoorschijn komen. Deze gedaante heeft rode haren, maar is door een licht blauwe gloed omgeven.
‘Wie bent u?’ vraagt het eerste meisje.
Het andere meisje knielt plots:
‘Wij dienen u, vrouwe,’ fluistert ze.
‘Dienen, Dyva. Niemand dient mij, zoals ik ook nooit zal dulden dat iemand voor mij zal knielen.’
Verschrikt richt het meisje zich op en kijkt even naar de anderen.
‘Mijn naam is Sorane, vrienden. Wie van jullie wil naast mij strijden?’
‘Bent u een machtige, vrouwe?’ vraagt het andere meisje.
Maar Sorane doet alsof ze niets gehoord heeft.
‘Hebben jullie mijn vraag niet begrepen?’
‘Ik,’ zegt Dyva, tot de verbazing van de anderen.
Een van de jongemannen kijkt haar aan en knikt ook, want hij weet dat zijn zus, Dyva, de sterkste telepate van hen is. Zijn jongere vriend, volgt aarzelend zijn voorbeeld.
Een derde kijkt het andere meisje, dat boos naar Sorane staart, aan. Zij is een dochter van een belangrijke amazone en niet gewoon dat ze genegeerd wordt.
Dan merkt ze dat de roodharige haar aankijkt.
‘Wat ook je afkomst is, Ninca. Iedereen is voor mij gelijk en evenwaardig. Ik weet dat jullie allen krachten bezitten en daarom als onreinen verbannen worden. Maar dat is strijd met mijn leer. De hogepriesteres zal ik later wel ter verantwoording roepen. Nu ontbreekt de tijd.’
‘Waarom heeft u ons geholpen?’
Sorane richt haar blik op de vierde jongeman en glimlacht.
‘Ik heb strijders nodig om aan mijn zijde te strijden, Loaco. Maar ik wil jullie niet dwingen.’
‘Wij zijn amazonemannen en vrouwen, vrouwe.’
Sorane knikt even.
‘Jullie zijn ook espers zoals ik. Maar jullie beheersen deze krachten nog niet. Dus wil ik jullie een kans geven om mijn leerlingen te worden.’
‘Dat kunnen wij niet, vrouwe. Onze famillie stond ons af om naar Sector X gebracht te worden. Daar zullen we leren hoe we onze krachten moeten onderdrukken om weer normale amazones, die de verhevene dienen, te worden.’
Na deze woorden merkt Sorane dat alleen Dyva haar nog aankijkt. Even stelt ze haar gedachten open. De amazone merkt het een scant haar dadelijk.
‘U bent het werkelijk, verhevene. Vergeef ons,’ stamelt ze.
‘Ooit noemden de amazones mij zo, medestrijdsters. Maar ik heb die titel nooit gewild. Mijn naam is Sorane. Dus wie naast mij wil strijden, zal mij met deze naam moeten aanspreken.’
Even is het stil rondom haar, terwijl Dyva haar gedachten voor haar vrienden openstelt. Ook zij beseffen nu wat Dyva uit de gedachten van de roodharige kon opmaken.
‘Wij dienen u, vrouwe Sorane,’ zegt een jongeman met blond haar.
‘Heb jij me wel begrepen, Loaco?’
Loaco durft Sorane niet aan te kijken.
‘Toch wel, Sorane,’ fluistert hij.
‘Stemmen jullie allen in,’ vraagt ze nogmaals.
De zes knikken.
‘Ik moet gaan, vrienden. Nirasé, de amazone verwacht mij. Ik wil dat jullie afscheid van jullie ouders nemen. Daarna kunnen jullie mij vergezellen.’
‘Terug de stad in. Dan worden we dadelijk weer opgepakt, vrouwe.’
Sorane staart Ninca, die schrikt van die blik in haar ogen, aan. Dan glimlacht ze en laat zes Pentagons materialiseren. Roerloos hangen ze in een halve cirkel voor haar in de lucht.
‘Eentje voor elk van jullie,’ zegt ze.
‘Zijn dat amazonezwaarden zoals de koninginnen dragen?’ vraagt een jongeman.
‘Nee, Gon. Wij noemen dit een Hypsoon.’
Aarzelend neemt Ninca eentje vast en weet uit de gedachten van Sorane wat ze moet doen. Als eerste drukt ze het achteraan tegen haar hals.
‘Ga en neem afscheid van jullie ouders. Jullie hypsoon zal jullie beschermen. Maar schrik niet als ze zich vertoont,’ zegt Sorane nog, voor ze dematerialiseert.
‘Wat dat werkelijk de verhevene, Dyva?’
‘Weet ik niet zeker. Maar volgens haar innerlijke stemmen is een van hen diegenen die de amazones ooit de verhevene noemde.’
‘Meldt jullie bij mij in het paleis van de koningin,’ horen ze telepathische stem van Sorane zeggen.
‘Het paleis van… Daar hebben wij geen toegang, Ona.’
‘Dat is mijn wil, medestrijdsters. Als jullie ouders willen mogen ze jullie vergezellen.
De zes kijken elkaar even aan.
‘We zullen proberen, Ona. Maar…’
‘Jullie staan onder mijn bescherming, Dyva,’ hoort ze Sorane nog denken, maar dan verbreekt Sorane het telepathisch contact.
Intussen glijdt het toestel met onze vrienden langzaam naar beneden en mindert snelheid. Voor hen zien ze een groot complex. Nisa laat het gevleugelde toestel langzaam dalen. De zwever landt even later op het landingsterrein vooraan het groot complex. Even is Sorane weer doorzichtig geworden als ze zich weer samenvoegt met haar evenbeeld. Dan merken onze vrienden de vier verschillende complexen op, die deel uitmaken van het geheel. Die complexen zij door water omgeven binnen een soort omheining met gebouwen. Nirasé glimlacht als ze hun blikken ziet.
‘Welke functie hebben die twee grote Pyramides daarachter,’ vraagt Erine.
‘Daar zijn de amazones gelegerd, die de Koningin in geval van nood moeten beschermen. In die Pyramides zijn verschillende gevechtsjagers gehuisvest.’
Even kijkt Nirasé naar Sorane en glimlacht:
‘Verbaasd over de eenvoud, Sorane.’
Sorane wendt haar hoofd en glimlacht:
‘Nee, amazone. Ik verwachte geen toonbeeld van rijkdom.’
‘Hoezo, je verwachte?’
‘Ik weet meer dan je denkt. Maar ik wil voorkomen, dat je mij als een onreine ziet.’
‘Voorkomen. Onreine. Wat bedoel je?’
‘Dat is iets voor later, amazone.’
‘En nog steeds weiger je mij met mij naam aan te spreken.’
‘Dat doe ik tot je bewijst dat je hem waardig bent.’
‘En wanneer is dat?’
‘Als je voor mijn zes medestrijdsters staat en ze aanvaart.’
‘Zes medestrijdsters? Wie bedoel je?’
‘Vier jongens en twee meisjes. Ik heb ze allen in het paleis ontboden.’
‘Je hebt wat… Dan worden ze dadelijk in de boeien geslagen, Sorane.’
‘Dat zullen ze niet. Ze worden door mij beschermd.’
‘Ben je nu ook al gek geworden?’
‘Nee, amazone. Ik meen wat ik zeg.’
‘Wanneer ga je eindelijk weer mijn naam gebruiken? Als anderen dat horen, dan verliezen ze hun eerbied.’
‘Eerbied, moet je verdienen, amazone. Maar ik wacht op je reactie, als je aan mijn zijde voor mijn medestrijders en hun famillie staat.’
Nirasé moet moeite doen om haar woede te temperen.
‘Droom maar verder, roodkop.’
Nirasé verwacht een woedend antwoordt, maar ze ziet Sorane alleen maar glimlachen.
‘Dus je hebt eindelijk opgemerkt dat ik rood haar heb.’
‘Blijven we hier nog lang, Sorane?’
‘Dat hangt van onze gids, die me kwaad wil maken, hier af, Deno.’
Nirasé kijkt de man van Sorane even aan en balt haar vuisten.
‘Kom, we gaan,’ zegt ze met trillende stem.
Sorane en haar vrienden volgen Nirasé, terwijl Nisa en Ginona achter hen lopen. Erine kijk even om en glimlacht.
Naast een zwever, die op een bus lijkt, maar met open dak., blijven ze staan. Nisa neemt gaat op de plaats van de bestuurder zitten. Nirasé gaat met Sorane en Deno achteraan zitten. Ginona, Jouna, Seana, Erine en Aenon in het middengedeelte plaatsnemen.
‘Alleen met deze zwevers mag er tussen de vier complexen gereisd worden, Sorane,’ antwoordt Ginona, als ze de vragende blik van Sorane opmerkt.
‘Dus hier is ergens het onderkomen van Koningin Elnaki?’
Nirasé knikt.
‘Het eerste complex rechts, Sorane.’
Sorane kijkt naar het verlichte paleis, terwijl ze er voorbij zweven.
‘Waar breng je ons heen, Nirasé?’ vraagt Jouna.
‘Het tweede gedeelte rechts, Jouna. Heb ik het juist?’
Jouna knikt.
‘Je hebt mijn naam zo te zien onthouden.’
Nirasé knikt, terwijl ze naar Aenon kijkt.
‘Je hebt toch geen oogje op mijn man laten vallen, amazone. Is dat het geval, dan zal ik je een lesje moeten leren.’
Nirasé slikt even, terwijl ze snel haar blik afwendt. Op dat moment stopt Nisa de zwever aan de brug die toegang geeft dit tot een kleine Pyramide, die door rechthoekige gebouw omringt is.
Het groepje volgt de drie amazones over de toegangsbrug, waar er door twee gespierde amazones opgewacht worden.
Nirasé stapt op hen en wisselt een paar worden met hen. Ze laat echter haar schouders zakken.
‘We krijgen geen….,’ zegt ze, maar Sorane onderbreekt haar.
‘Mijn naam is Sorane. Ik ben hier om Koningin Elnaki uit te dagen. Dus ik heb recht op toegang.’
Even kijkt de blonde amazone, Sorane aan.
‘U heeft gelijk, Sorane. De centrale melde uw komst, maar we dachten de Nirasé het jullie al wel zou afgeraden hebben.’
‘Dat heeft ze geprobeerd, Ona. Maar ik zie niet van mijn uitdaging af.’
De amazone rechts van haar knikt.
‘U moet het weten, Ona. Ik hoop dat Nirasé hier je op de hoogte gebracht heeft van de straffen als je verliest.’
‘Dat heeft ze.’
Dan knikt de andere amazone.
‘Breng voorlopig onder in het gebouw op de hoek daar.’
Nirasé volgt kijkt in de richting waarin de amazone wijst en glimlacht.
‘Dank u, Teoruna.’
‘Als de koningin vindt dat onze gasten belangrijker zijn, dan ze eruitzien, dan krijgen ze misschien een ander onderkomen.’
Als ze voor het hun toegewezen onderkomen staan, merkt Sorane dat het gebouw, dat uit drie verdiepingen bestaat, kleiner is dan de drie gebouwen waar ze net voorbijgingen.
aazz
Het piramidevormige paleis van de koningin op. Sorane kijkt even om zich heen. Ze is wel verbaasd, want meestal is een paleis een toppunt van luxe. Dit paleis is groot maar heeft geen zichtbare versieringen. De centrale piramide is omringt door een aantal kleinere piramiden en lange padden, met langs beide zijde hoge bomen. Even later volgen ze de drie amazones naar binnen.
Zie 3D Plan
Als ze uitstappen krijgt Nirasé van een paleiswachter een teken en stapt op hem toe. Fluisterend brengt ze de man, die even een blik werpt op Sorane en de anderen, op de hoogte. Sorane merkt dat de man een kort antwoordt geeft.
‘Sorane, jij alleen mag mee. Elnaki nodigt je op haar feest uit.’
‘Feest?’
‘Ja, ter ere van haar vriendin Mira, die een van de beste vechtsters is van de stam.’
‘En mijn vrienden?’
‘Het spijt me. Je man en beide anderen zullen naar jullie gastgedeelte gebracht worden.’
Dan kijkt ze haar beide ondergeschikten aan.
‘Het spijt met, maar jullie beiden moeten je op het centrale commando melden.
De roodharige knikt haar vrienden toe en volgt Nirasé de brede trap op. Deno en de anderen kijken haar na. Seana kijkt even met een uitdagende blik om zich heen.
‘Willen jullie mij volgen?’ zegt een stem achter hen.
Erine kijkt om en glimlacht als ze de knappe man ziet staan. Maar de man zegt niets meer, terwijl hij zich omdraait. Deno, zijn zus en hun drie vrienden volgen hem dan maar, door de karig versierde gangen. En dan door open weg naar een ander complex toe.
Voor een gebouw met twee verdiepingen blijft de amazoneman staan en wijst naar de toegang.
‘Ona, deze vertrekken zijn jullie toegewezen.’
‘Dank u,’ zegt Erine en volgt de anderen naar binnen. Al het noodzakelijke is er aanwezig, maar meer ook niet.
Deno schakelt een beeldscherm, dat aan de muur bevestigd is, in. Na een paar seconden verschijnen de eerste beelden. Deno gaat zitten, zijn zus en Erine volgen zijn voorbeeld, want ze willen meer weten over deze beschaving.
Intussen is het Erine opgevallen dat hier zo goed als geen luxe aanwezig is.
‘Hebben jullie het ook gemerkt, Seana. Die Koningin Elnaki hoort zo te zien niet bij de rijken van hun samenleving.’
‘Zijn er bij de amazones wel echte rijken, Erine. Ik heb gelezen dat ze hier hun rijkdom anders verdelen.’
‘Jij weet er meer van dan ik, zus. De amazoneleer van de godin die zij de titel van verhevene gaven, behoorde tot een van jouw belangrijkste hobby’s.’
‘Ik hoop dat die verhevene je woorden niet gehoord heeft, zus. Want als de geschriften juist zijn, dan wilde ze die titel zelfs niet. Ze wilde een als een gewone vrouw gezien worden.’
‘Weet je hoe ze er uit zag?’
‘Jullie hebben al tegenover haar gestaan, Seana.’
‘Wie, Deno? Je bedoe… Toch niet die blondine die… Nee dat kan niet waar zijn.’
‘Volgens Sorane is dat een kloon van de echte. Alleen ziet een groot deel van de amazones haar nog steeds voor de verhevene aan.'
Erine kijkt even naar haar vriendin.
‘Dat zou dan betekenen de echte nog steeds hier ergens kan opduiken.’
‘Dat niet, Seana. Ze is al vele honderden jaren geleden gedood. Alleen enkele van haar vrienden zijn nog steeds in leven.’
‘Een van hen kennen we, Jouna. Haar naam is Tena. Zij had het op Sorane gemunt.’
‘Wat? Hebben jullie die Tena, met haar rode haren ontmoet?’
‘Zeker, Jouna. Op Enuron. Ze wilde Sorane doden, omdat ze ervan overtuigd was dat zij haar twee vrienden Dargo en Arjina gedood had.’
Ontsteld kijkt Jouna Seana aan.
‘Zijn die beiden werkelijk dood?’ vraagt Erine.
‘Nee, schat. Je hebt zelf met een van hen gepraat, maar niet herkent.’
‘Waar? Wie dan?’
‘Aan boord van de Tiren.’
‘Is Arjina aan boord van de Tiren?’
‘Wat!! Ben je zeker? Werden ze dan niet gedood door die blonde, die ons toetakelde?’
‘Die Jakira dacht ze hen dode, maar Sorane had hen door klonen vervangen.’
‘Klonen? Kan Sorane die ook al scheppen? Is dat weer een machtige trucks van haar? En dat zonder dat die blonde het gemerkt heeft.’
‘Hoe ze het deed weet ik niet, maar het is gelukt. Ook ons heeft ze zo gered, toen we op het plein beschoten werden.’
‘En ik herkende Arjina niet en dat terwijl ik de vrienden van de echte Jakira eens wou ontmoeten, Stom hé.
‘Zo stom is dat niet, Jouna. Je verwachte hen niet, want jij dacht dat ze allebei dood waren.’
Deno, die met Aenon naar het korte gesprek luisterde, zegt plots:
‘Laat ons erover zwijgen. Als het tijd is zal Sorane ons wel meer erover vertellen, want zij noemde die blondine, waar jullie van spreken, Jakira.’
Plots staat Jouna op en glimlacht even naar Aenon. Deno kijkt hen even na als ze beide arm in arm het vertrek verlaten.
Erine wil iets vragen, maar Seana is haar voor.
‘Waar is Jouna nu weer heen? Die verdwijnt de laatste tijd regelmatig.’
Dat moet je aan haar of Aenon gaan vragen,’ zegt Deno glimlachend, terwijl hij naar het vertrek, dat Jouna toegewezen kreeg, wijst.
Als Seana naar de kamer wil toestappen, hoort ze haar broer zeggen:
‘Dat zou ik niet doen als ik jou was, zusje. Ze wilden even alleen zijn.’
Even kijkt Seana haar broer aan en dan glimlacht ze.
‘Ik wacht wel even. Het is toch niet zo dringend.’
Sorane stapt op dat moment na Nirasé een kleine ontvangstruimte binnen. Sorane kijkt even naar de gewapende amazones, die langs de zijmuren, op wacht staan. Nirasé loopt naar het midden toe, waar twee gespierde mannen hen opwachten. Een van hen wijst naar de rechterwand waar een licht groene gordijn hangt.
Sorane volgt Nirasé achter de wand en dan naar buiten. Even kijkt ze omhoog naar de top van de piramide voor haar. Meer dan tachtig meter boven de grond. Dan volgt ze Nirasé de piramide in.
In de lange gang staan ook op enkele passen van elkaar Amazones op wacht. Achteraan wachten twee Amazones, gekleed in een laken dat om hun lichaam gewikkeld is, hen op.
‘Welkom, Sorane. Mijn naam is Kriva en dit is Jona. Wij beiden werden aan u toegewezen. Onze Koningin Elnaki verwacht u.’
Even kijkt Sorane naar Nirasé.
‘Ons beiden, bedoel je?’
‘Nee, aan u. Nirasé moet zich om uw dienaren bekommeren.’
‘Wil je mij beledigen, Kriva? Ik heb geen dienaren, wel medestrijders. En Nirasé zal misschien later ook tot mijn medestrijdsters behoren. Of ik jullie beiden die eer gun, hangt af van mijn oordeel. Nirasé komt met ons mee of ik weiger de uitnodiging van Elnaki.’
‘Sorane, ik ben…’
‘Nirasé, jij bent voor mijn veiligheid verantwoordelijk. En ik vertrouw je. Daarom wil ik je aan mijn zijde.’
Nirasé kijkt haar verbaasd aan. Normaal zou zij geen toegang hebben tot de vertrekken van de koningin. Maar nu eist Sorane dat ze meekomt.
‘Zou ik dat wel wagen?’ denkt ze.
Even kijkt Kriva naar de andere amazone, die aarzelend knikt. Dan wijst ze naar de muur.
‘Dan moeten jullie beiden de gepaste kleding aantrekken.’
Sorane kijkt naar de muur waar een twintigtal lakens naast elkaar aan de muur hangen.
‘Is dat de voorgeschreven kleding. Een laken?’
‘Wij dragen dat, zoals bijna iedereen, maar alleen op speciale feesten,’ antwoordt Jona.
Terwijl Nirasé haar kleding behalve haar slipje uitrekt, neemt Sorane het laken en slaat het om haar lichaam. Beide amazones glimlachen als ze Sorane haar kleding verborgen door het laken zien uittrekken. Tenminste ze doet alsof, want haar kledij is op een gedachtebevel automatisch tot niets geslonken.
‘Een echte amazone schaamt zich niet voor haar lichaam, Sorane. Draag jij soms aan korsette om magerder te lijken.’
Sorane kijkt de amazone aan en glimlacht lichtjes, wat beiden als een bevestiging opvatten.
‘Zoiets hebben echte amazones niet nodig. Kijk maar naar Nirasé, zelfs een lagere amazone is slank en gespierd door harde training.’
‘Lagere amazone, zeg je, Kriva. Ik weet dat ik Nirasé kan vertrouwen. Jullie beiden ken ik echter niet. Of ik jullie kan vertrouwen moet nog blijken,’ zegt Sorane terwijl ze op Kriva toestapt.
Dan kijkt ze recht in de ogen van de amazone.
‘Denk je werkelijk dat ik zo gek zou zijn om de koningin uit te dagen als ik maar weinig getraind had, Kriva.’
Sorane kan voelen dat de amazone voor haar trilt van woede, maar niets durft ondernemen. Met een ruk draait Kriva zich om en sist:
‘Kom, volg ons.’
Sorane glimlacht even naar Nirasé, die Sorane dan maar volgt. Iedereen kijkt op als ze beiden tussen de dubbele rij palen doorlopen in de richting van de genodigden. Snel scant Sorane, de ongeveer vijftig belangrijke vrouwen, die in verschillende zetels zitten te praten. Sommigen kijken in hun richting, maar het zijn geen opgewekte blikken die ze haar en Nirasé toewerpen. De koningin is echter niet aanwezig. Twee paar amazones zijn aan het vechten, terwijl anderen toekijken.
‘Is Elnaki er niet, Kriva?’
Omdat Kriva niets zegt, antwoordt Jona dan maar:
‘Onze koningin komt straks, Sorane.’
Jona gaat hen voor naar een leegstaande set zetels, terwijl Kriva hen volgt.
Terwijl Jona en Nirasé plaatsnemen, kijkt Sorane Kriva opnieuw in de ogen.
‘Woede is een slechte raadgever, Kriva. Als ik je beledigd heb, dan spijt het mij.’
‘Nu beledig je mij nog meer, roodkop.’
‘O, je wil erop losslaan, merk ik.’
‘Kriva, stop. Laat Sorane.’
‘Laat maar, Jona. Als je collega hier wil dan kunnen we even met elkaar dansen, zoals die twee amazones daar.’
Kriva kijkt haar verbaasd aan en hoort Sorane zeggen:
‘Maar in dit laken, kan ik niet vechten,’ zegt Sorane lachend.
Kriva grijnst dadelijk.
‘Kom dan, roodkop.’
Met een grijns volgt Sorane Kriva naar de piramide waar ze beiden andere kleding aantrekken. Een weinig bedekkend bovenstukje en een korte lendendoek. Ze merkt plots de blik van Kriva op die haar van top tot teen observeert.
‘Aarzel je, soms, Kriva.’
‘Nee, maar ik denk niet dat je een korsette moet dragen.’
‘Die draag ik ook niet, amazone.’
Even slikt Kriva, maar gaat dan weer naar buiten. Sorane volgt haar en merkt dat iedereen hen aankijkt. Voor een van de zwembaden blijft Kriva staan en keert zich naar Sorane. Nog voor Sorane zich kan klaarzetten, valt Kriva haar aan. De roodharige wordt dadelijk in de verdediging gedwongen en moet wijken. De ene na de andere klap kan ze telkens speels opvangen, iets wat geen enkele amazone lijkt op te merken, ook Nirasé niet. Toch merkt Kriva op dat Sorane er plezier lijkt in te hebben en dat maakt haar woedend. Dan lijkt Sorane zich te herpakken, maar Kriva vangt uitval zonder moeite op.
En weer moet Sorane wijken. Jona, de tweede amazone, kijkt naar het gevecht en merkt dat Sorane in haar richting achteruit gedreven wordt. Met een harde slag, die maar op het nippertje kan opvangen, moet Sorane om zich te herpakken een paar stappen achteruit doen en staat nu op halve meter voor Jona. Die doet snel een stap naar voor.
‘Doe eens een beetje meer je best, Sorane. Straks wil Elnaki niet met je vechten,’ fluistert ze.
‘Ik mag toch een beetje spelen, met mijn speelmaatje. Maar je hebt gelijk, gedaan met spelen,’ zegt Sorane met een glimlach.
‘Maak je uit de voeten, Jona of ik sla jou ook nog tegen de grond, zoals ik met Sorane ga doen,’ roept Kriva uit.
Sorane duikt echter onder de slag door, van de amazone en rolt opzij over de harde dalstenen. Kriva volgt haar op de voet en Sorane moet enkele malen haar schop blokkeren om haar gezicht en lichaam te beschermen. Maar plots ziet Sorane haar kans en geeft een harde klap tegen de voet van de amazone waardoor die maar op het nippertje haar evenwicht kan bewaren. Hiervan maakt Sorane gebruik om rechtop te staan.
Even wankelt haar tegenstandster, want Sorane heeft haar hard geraakt. Opgelucht voelt ze de pijn al snel verminderen en kijkt Sorane in de ogen. Ergens is ze verbaasd omdat Sorane niet van deze kans gebruik maakte.
‘Je vecht goed, Amazone. Maar nu speel ik niet meer. Jij gunt je tegenstandster geen tijd om zich te herpakken, ik wel.’
Even slikt Kriva.
‘Jij denkt dat dit een spelletje is, Sorane. Voor mij is het dat echter niet. Niemand drijft de spot met mij,’ sist Kriva en valt opnieuw aan.
Maar Sorane wijkt echter niet. Ze vangt al de slagen van Kriva telkens bliksemsnel op, alsof ze weet waar de amazone zal toeslaan. Toch moet Sorane plots opnieuw moet wijken. Maar Kriva beseft te laat dat het een valletje van Sorane is. Die haalt plots met haar linkerhand uit en raakt een zenuw van de schouder van de amazone. Kreunend van de pijn moet Kriva haar arm laten zakken. Ze staart Sorane recht aan en maakt zich klaar om haar aanval op te vangen met haar rechterarm. Maar Sorane laat haar armen zakken.
‘Laat ons stoppen, Kriva. Ik vecht niet tegen een gewonde tegenstandster,’ zegt Sorane.
Kriva knikt alleen maar en merkt dat Sorane op haar toestapt. Op haar hoede wacht ze tot de roodharige voor haar staat. Maar Sorane legt alleen haar linkerhand op haar pijnlijke rechterschouder. Dadelijk voelt ze de pijn afnemen.
‘Als je geen andere taken hebt, Kriva. Kan je je bij mij voegen als je wil? En Jona ook.’
‘Je wil mij als een soort lijfwacht?’
‘Nee, als een medestrijdster. Alleen zal ik je moeten leren om meer respect te hebben voor je tegenstander.’
Plots staat Nirasé naast haar.
‘Je kan je best even opfrissen Sorane. Jona heeft de koningin zien aankomen. Elnaki verwacht je.’
Sorane knikt even en haast zich naar de Piramide toe. Kriva, die nu een beetje vriendelijker is, brengt haar naar een badruimte waar ze zich opfrissen. Jona en Nirasé wachten buiten.
Als Sorane een paar minuten later naar buiten komt kijkt ze even naar Nirasé, maar die zegt niets. Dan hoort ze de stem van Jona, die even een vreemde blik op Kriva wierp.
‘De koningin wenst je te spreken, Sorane. Ik en Kriva moeten je begeleiden.’
‘De wens van de koningin is een bevel, Jona,’ antwoordt Nirasé, ‘Ga met hen mee, Sorane.’
De roodharige knikt en stapt op Jona toe. Tussen haar en een glimlachende Kriva in loopt ze glimlachend naar de deur toe, die automatisch openschuift. Nirasé die hen gevolgd is, blijft buiten staan. In het kleine vertrek staat koningin Elnaki haar op te wachten. Kriva en Jona nemen binnen naast de deur een wacht positie in.
‘Welkom, Sorane Vergan. Als ik het goed begrepen heb, ben je hier om mij uit te dagen.’
Sorane scant intussen de omgeving en glimlacht plots. Zonder de koningin aan te kijken, stapt ze voor haar voorbij. Voor de lijfwachten van de koningin blijft ze staan. De twee mannen en twee vrouwen kijken haar verbaasd aan.
‘Mij misleid je niet zo eenvoudig, Elnaki,’ zegt ze, terwijl ze een van beide vrouwen in de ogen kijkt.
‘Hoe wist je het, Sorane?’
‘Mijn instinkt, Elnaki. Je draagt bijna dezelfde kleding als je ondergeschikten. Het is echter je houding en karakter dat je verraden heeft.’
‘En jij merkt dat op.’
‘In mijn vroeger beroep moest ik vele dingen opmerken, Elnaki. Als ik dat niet kon, dan zou ik al zeer lang dood zijn.’
‘In jouw beroep, Sorane? Wat bedoel je daarmee?’
‘Misschien vertel ik je dat wel als ik je verslagen heb.’
‘Je bent nogal overtuigd dat je zal slagen, amazone.’
‘Het is mijn doel, Elnaki. En daar doe ik alles voor.’
‘Verbaasd dat ik je duld, Sorane. Ik ben niet zoals de andere koninginnen. Ik sta niet boven mijn mensen, maar tussen hen. Het amazonezwaard herkent mij echter als rechtmatige drager.’
‘Dat weet ik, Elnaki. Ik ken de geschiedenis van de zwaarden ook.’
‘Dan weet je, dat alleen een amazone, die het zwaard kan activeren en mijn recht als koningin kan betwisten.’
‘Zeker. Maar het zwaard blijft jouw eigendom, als je het na het gevecht nog steeds kan activeren. Ook al versla ik je.’
Elnaki kijkt Sorane verbaasd aan.
‘Als ik het weer kan activeren, dan blijf ik koningin, Sorane. Maar dan is het gevecht toch niet nodig.’
‘Toch wel. Ik wil alleen bewijzen dat ik beter ben, al zal dat moeilijk zijn. Na het gevecht heb ik het recht om het zwaard in de hand te nemen en een poging te doen om het te activeren.’
‘Ik hoop voor jou, dat het je lukt, anders verlies je het recht om je amazone te noemen en word je een bannelinge.’
‘Waarom wilde je mij zien?’
‘Omdat je de moed hebt om mij uit te dagen, amazone. Je ziet er stevig gebouwd uit. Maar toch zal je, je uiterste best moeten doen, want ik al bezit ik het amazonezwaard. Ik ben ook een van de beste vechtsters van de stam.’
‘Dat weet ik, koningin. Mijn moeder was ook een grootmeesteres in de gevechtskunsten. En jij bent door haar opgeleid, toen ze in dienst was van Hera Alinsa.’
‘Wie?... Je bedoelt toch, Hera Elian, niet?’
‘Jazeker, dat was mijn moeder. Mijn volledige naam is Sorane Cobanon.’
‘Maar..’
‘Op Enuron waar ik opgevoed werd, is het de gewoonte om de familienaam van de man over te nemen. Daarom noem ik mij Sorane Vergan.’
‘Dan ben je geen amazone. Weet je wel wa……’
‘Door mijn moeder ben ik dat echter wel, Ona.’
‘Je hebt gelijk. Je moeder was een waardige amazone?’
‘Elian Cobanon en mijn vader werden vermoord toen ik nog klein was.’
‘Daar ben ik van op de hoogte. De luitenant die schuldig was aan de aanslag werd veroordeeld.’
‘Dat is juist, koningin. Maar Teira Monnaan is echter onschuldig veroordeelt.’
‘Wat… Maar hoe… Dan moet ik een nieuw onderzoek bevelen.’
‘Nee, Koningin Elnaki. Ik weet intussen wie er allemaal schuldig zijn. Maar het komt mij toe om hen ter verantwoording te roepen.’
‘Je wil beroep doen op de eer van de amazone, Ona Sorane.’
‘Dat is mijn recht.’
Elnaki knikt even.
‘Dus je komt om mijn toestemming….’
‘Nee, Ona. Ik heb daarvoor je toestemming niet nodig. Oran II behoort tot het gebied van Koningin Tovera. Maar ik wil haar als gelijke tegemoet treden.’
‘Daarom daagde je mij uit.’
‘Onder andere, Ona Elnaki. Maar ik kom van ver. Ik leerde van de grootste meesters de kunst van het zwaardvechten. Ik ben hier om je te verslaan.’
‘Dat is mogelijk, Sorane. Je kunt best eens goed gaan uitrusten, want morgen, zeer vroeg, vechten we. Bereid je maar voor.’
‘Ik zal klaar zijn, zoals altijd,’ antwoordt Sorane glimlachend en loopt naar de deur toe.
Elnaki kijkt haar verwonderd na en volgt haar dan.
‘Nirasé heeft haar post verlaten om je tot hier te brengen, dus, als een soort straf, staat zij voor je in, Sorane.’
‘Straf, koningin. Nirasé heb ik als medestrijdster, met dezelfde rechten als ik volgens de wetten van de verhevene, aangenomen.’
‘De wetten van de verhevene. Ben je daarvan op de hoogte?’
‘Ik ken de wetten als geen ander, Ona. Ik duldt zelfs niet dat er amazones, die onreinen genoemd worden, naar sector X gezonden worden. Want voor diegenen die de amazones, de verhevene noemen, is iedereen gelijk.’
‘Dat is juist, Sorane. Maar de wetten zeggen ook dat de onreinen niet evenwaardig zijn.’
‘Dat zegt Hogepriesteres Harone, Ona. Maar zij heeft ongelijk of ze kent de wetten niet zoals ze werkelijk zijn.’
Even kijkt de koningin Sorane nadenkend aan.
‘Ik denk dat Ona Harone de wetten beter kent, dan jij, die opgegroeid is als een gewone vrouw.’
‘Ona, ik…’
‘Stop, Sorane. Pas maar op met wat je zegt, misschien hoort Ona Harone ervan. En dan wordt je door haar beoordeelt.’
‘U hebt gelijk, koningin. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd. Maar vergeet niet dat ik ooit voor die Harone zal staan. En dan zal ik oordelen.’
‘Vreemde woordkeuze, Ona Sorane.’
‘Ik meen wat ik zeg, Koningin.’
‘We zien wel als het zover is, Ona. Ik zal haar commandante melden dat Nirasé voorlopig andere taken toegewezen krijgt.’
‘Dank u, Ona Elnaki.’
‘Voorlopig kunnen haar ondergeschikten die taken wel alleen af, Sorane. Ik wijs haar, Kriva en Jona aan je toe. Maar de tweede laatsten om je te beschermen.’
‘Zou je niet beter de waarheid zeggen, koningin. Ik vermoed dat die twee de opdracht hebben om mij te bewaken.’
Even slikt Elnaki, want het is waar wat Sorane zegt. Maar Sorane gaat naar buiten, terwijl ze beide amazones een teken geeft. Nirasé schrikt als ze Sorane naar buiten ziet komen.
Als de koningin in de deuropening verschijnt, zucht Nirasé opgelucht. Maar als ze de woorden van de koningin hoort, kijkt ze verbaast naar Elnaki. Van uit haar ooghoeken merkt ze dat de roodharige even glimlacht, terwijl ze haar toeknikt. Even werpt ze Sorane een kwade blik toe.
‘Breng me naar mijn vrienden, Nirasé.’
‘Zeker, Hera,’ antwoordt de amazone, die haar gevoelens stevig onder controle heeft.
Ze wil niets laten blijken van haar gedachten, die Sorane naar de hel verwensen. Even kijkt ze naar haar twee gezellen, die nu hun dagelijkse taken alleen moeten uitvoeren. Als van ver hoort ze de roodharige zeggen:
‘Als je nog eenmaal Hera, tegen mij, zegt, dan weiger ik je toewijzing.’
Ze schrikt:
‘Wat? Alstublieft. Nee, dat kan je niet doen. Dan word ik verstoten.’
‘Noem me dan bij mijn naam, zoals al mijn vrienden. En dat geld ook voor jullie beiden,’ zegt ze, terwijl ze naar Jona en Kriva kijkt.
Beiden knikken even.
Aarzelend knikt Nirasé en gaat Sorane voor naar de uitgang van de hal. Even later stappen ze de aan Sorane toegewezen vertrekken binnen. Een uurtje later is Sorane echter niet meer op haar kamer maar aan de oostkant van de stad. Ze loopt in de gedaante van Ena Ros, die nu als amazone gekleed is langs, de verlichte straat naar een huis toe. Plots merkt ze een menigte op. Ze glimlacht als ze de gedachten scant. Deze menigte omringt echter haar nieuwe volgelingen, die door hun hypsoon beschermd worden. Allen zijn ze door een licht omgeven, waardoor niemand hen durft naderen. Ook de ouders van de jongelingen staan tussen de menigte. Alleen eisen ze dat de jongeren zich ter beschikking stellen van de priesteressen die hen naar Sector X zullen begeleiden.
‘Wij dienen de verhevene, zegt Ninca op dat moment.
‘Onreinen kunnen de verhevene niet dienen, onreine,’ zegt een oudere amazone.
Sorane, in de gedaante van Ena Ros, haast zich tussen de menigte door en bereikt in minder dan een minuut de vrouw, die naast haar man staat.
‘Voor de verhevene zijn er geen onreinen, moeder,’ hoort ze Loaco zeggen.
‘Hoe kan jij dat weten, zoon?’
‘Dat heeft de verhevene zelf tegen mij gezegd?’
‘In je droom zeker,’ roept een zwartharige amazone.
‘Ik en mijn medestrijders waren klaar wakker, amazone Teya.’
Die amazone kijkt Ninca in de ogen, maar die kijkt haar uitdagend aan.
Op dat moment naderen twee zwevers en landen buiten de kring van amazones. De drie priesteressen en hun acht mannelijke dienaars grijpen hun wapens en haasten zich tussen de menigte door naar de zes onreinen toe. Maar die worden nog steeds door een licht blauw scherm omgeven. Als een van de mannelijke dienaars van de priesteressen, een jongeman wil vastgrijpen, krijgt hij een schok en stort rillend van de pijn neer.
Ena, die nog steeds naast de moeder van Loaco staat, zet zich plots in beweging. De priesteressen zien haar naderen en een van hen zegt streng:
‘Blijf staan, amazone.’
‘Deze jonge mensen strijden aan mijn zijde, priesteres. Jullie niet.’
Even is het stil binnen de kring. Maar de toeschouwers slaken verontwaardigde kreten.
‘Wij vertegenwoordigen de verhevene, amazone. Verwijder u, of je mag hen vergezellen.’
‘Jullie behoren niet tot de medestrijders van de verhevene, priesteres.’
‘Alle priesteressen zijn medestrijdsters van de verhevene, amazone.’
‘Dat verbaast het mij dat jullie haar leer niet kennen. Iedereen is voor haar gelijk ook deze jonge mensen.’
‘Die jonge mensen zijn onreinen, amazone, die haar naam niet durft vernoemen.’
‘Mijn naam is Ena Ros, priesteres. Ik strijd aan de zijde van de verhevene. Deze jongelingen zijn door haar uitverkoren om aan haar zijde te strijden. Wil jij dat betwisten, priesteres?’
‘Als jij een medestrijdster zou zijn zoals wij, dan zouden wij dat moeten weten, bedriegster.’
Even kijkt Ena de priesteressen een voor een aan.
‘Het zij zo, vrouw. Ik ontneem jullie het recht om jullie amazone te noemen. Als jullie ooit nog een van mijn tempels durven betreden, dan zullen jullie gedurende duizenden jaren spijt hebben.’
‘Wie ben je?’ vraagt een van de priesteressen met trillende stem.
‘Ik dien de verhevene, Lirane. Kom tot mij en jij ook Covry.’
Beide priesteressen kijken elkaar even aan en stappen dan naar Ena toe.
‘Blijf hier, allebei. Of je wordt verbannen.’
‘Nee, Yodaré. Zij twijfelen al lang aan de leer die de hogepriesteres verkondigd. Ik geef hun de kans aan mijn zijde te strijden.’
‘Neem haar gevangen. Ze zal zich in de tempel moeten verschijnen,’ roept de priesteres.
Drie mannen en vier vrouwen naderen Ena, terwijl Lirane en Covry, opzij stappen. Als de gewapende amazones tot op vier passen van Ena genaderd zijn, zegt Ena:
‘De volgende stap is een stap naar jullie straf.’
Twee mannen en een vrouw wagen de stap en zijn op hetzelfde moment verdwenen. De vier anderen blijven staan. Twee van hen met een voet vlak boven de grond.
Ena glimlacht.
‘Trek je voet maar snel terug, of jullie zijn waar de drie anderen zich bevinden.’
De twee doen het snel en ze wijken zelfs meerdere stappen achteruit.
‘Angst, priesteressen. Ik doe jullie niets. Ik draag zelfs geen wapen.’
‘Waar zijn de anderen?’
‘Ze zijn een dertigtal kilometer buiten de stad weer gematerialiseerd. Ze zullen een lange tijd onderweg zijn om tot hier te geraken.’.
‘Is het waar, dien jij werkelijk de verhevene?’ vraagt de laatste priesteres die nog voor haar staat.
Ena kijkt de amazone en dan de man recht in de ogen.
‘Ik kan mij vertonen in eender welke gedaante, Mosaye. Nu als een mooie vrouw of heb je liever dat ik in een gedaante van een Droak voor jou sta.’
Verschrikt wijken de priesteressen, hun mannen en de omstaanders achteruit als Ena in een Droak van vijf meter lengte verandert. Even kijkt ze in deze gedaante om zich heen. Alleen de jonge mensen zijn op hun plaats blijven staan. Dan verandert ze weer in Ena Ros.
Maar Ena kijkt om zich heen naar de menigte, die nu stilzwijgend toekijkt. Iedereen kijkt naar haar alsof ze een wonder zien.
‘Ik wil de andere ouders van mijn leerlingen zien. Waar zijn ze?’
Maar niemand antwoordt of beweegt.
‘Ik weet wie ze zijn en waar ze zich bevinden. Vertoon u of moet ik jullie komen halen.’
Nog beweegt er niets, tot een amazone in gezelschap van een man en haar zoon naar voor treedt. Dan volgen de anderen ook, maar aarzelend. Maar dan schrikken ze. Er zijn meer gewapende priesteres en hun dienaars met zwevers aangekomen en die naderen met getrokken wapens.
‘Geef je over, Ena Ros. Tegen deze overmacht kan je zelfs als Droak niet uitvoeren.’
Langzaam wendt Ena zich om.
‘Yodaré, heb jij al ook een echte Droak zien vechten. Ik denk het niet want dan zou je meer ondergeschikten opgeroepen hebben. Maar ik vind het niet nodig om in een Droak te veranderen,’ zegt Ena kalm en concentreert zich.
Een gedachte is voldoende. Iedereen staart verbaasd naar hun lege handen.
‘Dus jullie wagen het, om wapens op mij te richten, priesteressen. Weet dat een zware straf zal volgen,’ klinkt de stem van Ena luid.
Het volgende moment zijn ze allen in het niets opgelost. De omstaanders, ook de famillie van de jongeren, wijken verschrikt achteruit. Alleen Yodaré staat daar nog. Machteloos staart ze Ena aan.
‘Wie nog een stap doet, gaat die priesteressen achterna. Waar zij weer stoffelijk geworden zijn zullen ze hard moeten samenwerken om te overleven. En als de tijd gekomen is, zal ik hen beoordelen,’ klinkt de koele stem van Ena weer.
Met een schok blijft iedereen staan.
‘Beoordelen? Wat bedoel je?’
‘De dag dat ze voor mij staan zal ik weten of ze waardig zijn om aan mijn zijde te strijden,’ zegt Ena.
Plots merkt Ena verschillende zwevende camera’s op die over de toeschouwers zweven. Even glimlacht ze.
‘De gedaante van Ena Ros zal de opsporingsdiensten wel hoofdbrekens bezorgen,’ denkt ze.
‘Mijn leerlingen zijn hier om toestemming te vragen aan hun ouders om mij te vergezellen. Zij zijn uitverkoren om medestrijders van de verhevene te worden.’
De jongeren haasten zich naar hun ouders toe, die hen nu niet meer als afvalligen aankijken.
‘Wij vragen u vergiffenis, vrouwe,’ zegt de moeder van Loaco.
‘Er valt niets te vergeven, Olora, moeder van Loaco. Ik vraag maar een ding van jullie. De onreinen maken deel uit van deze beschaving. Sta aan hun zijde en volg de leer van de verhevene, die iedereen als een gelijke ziet.’
‘De leer van de verhevene bestempelt onze kinderen als onreinen, Hera.’
‘Wie dat zegt, kent mijn leer niet?’
‘Harone, de hogepriesters moet de leer van de verhe…???’ zegt Yodaré, maar dan beseft ze pas goed wat Ena zegt.
‘Bent u……?’
‘Ja, dat ben ik. Ik kan zoals ik al gezegd heb in eender welke gedaante verschijnen, Yodaré. Ook zal ik iedereen zal straffen die mijn wetten voor andere doeleinden gebruikt.’
‘En de hogepriesteres?
‘Die zal zich moeten verantwoorden. Maar wanneer dat zal zijn, staat nog niet vast.’
‘En mijn ondergeschikten. Waarom hebt u hen vernietigd?’
‘Ik dood niet, Yodaré. Zij bevinden zich in mijn schip, waar ze kunnen bezinnen. Misschien zijn er onder hen wel die ik medestrijders zal noemen.’
‘En ik, Hera?’
‘Jij krijgt ook de keuze, als je wil, Yodaré. Maar je eerste les zal zijn om mij nooit Hera te noemen. Wij zijn allen gelijken, zij het met verschillende mogelijkheden.’
‘Dat wil ik. Maar ik wil ook zeker zijn dat u de waarheid spreekt. Is dat zo, dan zal ik u dienen.’
‘Mij dienen, Yodaré. Vele strijden aan mijn zijde, omdat ze dat wensen. Maar niemand dient mij.’
‘Vergeef me, H..’
Ena glimlacht even merkt dan dat de jongeren naar hen toekomen Even knikt ze de amazone toe. Een seconde later zijn ze allen verdwenen. Meer dan een minuut is het doodstil in de straat. Dan maakt iedereen zich snel uit de voeten. De meeste besluiten te zwijgen en te doen alsof er niets gebeurd is, want ze vrezen de priesteressen en hun dienaars. Want die zullen een onderzoek instellen naar hun verdwenen collega’s.
Aan boord van de Tiren materialiseert Sorane in gezelschap van haar leerlingen, die haar even verbaasd aanstaren. Maar ze beseffen allen dat Sorane en Ena één en dezelfde zijn. Enkele grijnzen even als ze aan de schrik van hun ouders en de anderen denken.
‘Wie wil gestraft worden, zegt het maar,’ zegt Sorane streng.
Dadelijk zwijgen de zes.
‘Lo-arna, is de commandante van mijn schip. Zij zal jullie een woonruimte laten toewijzen.’
‘Dank u voor deze kans, Sorane,’ zegt Dyva.
Lo-arna die naderbij gekomen is, geeft Serdon en zijn zus Kaeka een teken.
‘Willen jullie onze nieuwe vrienden een korte rondleiding geven en hen daarna in een woonruimte onderbrengen. Laat Tara een trainingsprogramma opstellen.’
‘In orde, commandante,’ zegt Kaeka.
Als Lo-arna weer naar Sorane kijkt, zegt deze:
‘Er zijn nog enkele anderen in een kruiser van hangar TS-28. Maar die hebben een straf verdiend. Later zal ik beslissen wat we met hen doen.’
‘Misschien is dat iets voor mij, Sorane. We hebben mensen nodig, dat weet je.’
‘Doe maar de nodige testen als ze willen blijven.’
En die amazone daar. Sorane kijkt om naar Yodaré, die haar verschrikt aanstaart.
‘Dit is mijn ware gedaante, amazone. En mijn naam is Sorane Cobanon.’
‘Sorane Coban… Maar ik dacht dat u blon…’
‘Dat was ik ooit, Amazone. Maar nu ben ik wie ik ben. Iedereen die aan mijn zijde staat, noemt mij gewoon Sorane.’
‘Commandante, wil je Yodaré bij haar mensen brengen. Yodaré was hun leidster in dienst van de hogepriesteres.’
‘Zeker, Sorane,’ zegt Lo-arna.
Nog even knikt Sorane naar Yodaré en dan dematerialiseert ze voor hun ogen.
‘U bent toch commandante van dit schip. En je laat toe dat Sorane je bevelen geeft. Dat begrijp ik niet.’
‘Dat komt nog wel, Yodaré. Sorane is onze leidster, maar ze voelt zich niet meer of beter dan ons.’
‘Als Sorane werkelijk de verhevene is. Dan heeft Harone, de hogepriesteres, het mis.’
‘Dat weet ik niet, Yodaré, Ik stam niet van de Amazone af. Ik was ooit een trouwe Volkor, tot Sorane’s kracht mij bevrijde van de zwarte symbiont. Vanaf dat moment ben ik weer een vrij wezen zoals vele anderen.’
‘Was jij werkelijk een Volkor?’
Lo-arna knikt en zegt:
‘Kom, ik zal jezelf naar je mensen brengen. We zullen veel uit te leggen hebben, want ze zijn een beetje in paniek.’
Yodaré knikt nadenkend. Dan opent Lo-arna een overbrengersboog.
Intussen kijkt Sorane, op de planeet in haar kamer, neer op de slapende Deno. Met een glimlach gaat ze naast hem op het bed liggen. Even schrikt ze, als Deno zegt:
‘Weer op nachtelijke avonturen geweest, schat?’
‘Zoiets, Deno. Tot morgenvroeg.’
‘Spijtig, lieve Sorane. Ik had toch wel iets anders in gedachten.’
Even glimlacht de roodharige, terwijl ze naar Deno kijkt.
‘Neem even een koel stortbad, mannetje. Ik wil morgen vroeg op zijn,’ fluistert Sorane en draait zich met haar rug naar hem toe.
De volgende morgen schrikt Nirasé wakker, omdat ze een gerucht hoort. Maar er is niemand in de kleine voorkamer. Snel staat ze op en slaat het laken om haar lichaam. Dan stapt ze naar de deur toe. Die schuift dadelijk open. Ze schrikt even als ze Sorane naakt naar het venster ziet toelopen. Maar nog voor de roodharige het venster bereikt, worden kleren omheen haar lichaam uit het niets gevormd. Nirasé schrikt hevig. Hoe kan zoiets. Of droomt ze nog. Even kijkt ze naar de man die nog in het bed van Sorane ligt. Deno die zich op gericht heeft, kijkt haar met een uitdagende glimlach aan.
Even voelt ze woede opstijgen in haar binnenste, maar dan merkt ze dat hij opstaat en ook bij hem worden zijn kleren gevormd.
‘Een knappe man en goed gespierd,’ schiet door haar gedachten.
Dan ziet ze hem naar haar toekomen.
‘Vergeef me, Nirasé. Ik ben nog niet gewoon met Amazones om te gaan,’ zegt hij vriendelijk.
‘Het is niets.’
‘Mag ik even.’
Verbaasd ziet hij dat hij zich bukt. En haar laken, dat naar beneden gegleden is vastneemt.
‘Ik ben van Enuron afkomstig. Maar ik ken al genoeg van de amazone gebruiken om dat weten dat een vreemde man, je niet mag zien zoals ik je daareven zag. Alleen als een amazone boete doet, dan mag ze zich zo vertonen,’ zegt hij, terwijl hij het laken over haar schouders legt zodat haar boven lichaam weer bedekt is.’
Even staart ze naar zijn knappe gezicht.
‘Spijtig, dat hij de man is van Sorane. Anders waagde ik mijn kans,’ denkt ze.
‘Nirasé, je bent toch niet met mijn man aan het flirten, hoop ik.’
Verschrikt kijkt de amazone Sorane aan, die dan glimlacht.
‘Deno, kom maar mee, want je hoort bij mij. Je weet wat je te wachten staat, als je iets probeert.’
‘Ik hielp haar alleen maar, schat,’ zegt Deno met lichte spot.
Nirasé kijkt beiden met een vreemde blik aan. Die man zou normaal gestraft worden, want hij had zijn blik dadelijk moeten afwenden. Maar hij heeft haar vriendelijk op haar fout gewezen, daarom kan ze niet echt boos op hem zijn. En hij heeft zelf toegegeven dat hij nog met amazones moet leren omgaan.
Als Sorane met Deno de kamer verlaten heeft, kleed Nirasé zich snel aan. Op de klok ziet ze dat het zeer vroeg in de morgen is. Nadat ze haar schoenen aangetrokken heeft, volgt ze Sorane naar de tuin, terwijl haar man niet geïnteresseerd naar buiten stapt. Ze blijft verbaasd staan als ze de bliksemsnelle oefeningen ziet, waarmee de roodharige beweegt. Zo snel heeft ze nog niemand zien bewegen. Het zwaard van Sorane is bijna niet met het oog te volgen.
‘Wil je mee trainen, Nirasé?’ vraagt de roodharige plots, terwijl ze haar zwaard laat zakken.
‘Nee, liever niet.’
‘Waarom niet, amazone. Kan je niet vechten?’
‘O, jawel. Maar niet zoals jij. Ik geloof zelfs niet dat de koningin tegen u een kans maakt.’
‘Misschien, Nirasé. Elnaki is een waardige bezitster van het amazone zwaard. Maar ik kan echter niet anders. Mijn weg leidt tot diep in het Amazonegebied.’
‘Jij, een gewone amazone. Waarom moet jij daar?’
‘Ik ben niet echt een amazone, Nirasé.’
‘Wat? Geen echte Amazone. Dat meen je niet.'
'Toch wel, Nirasé. Ik kom van Enuron. Maar mijn ouders komen van Oran II.'
'Je naam is dezelfde als de voornaam van een gezochte misdadigster op Enuron. Haar volledige naam is Sorane Nador. Maar we kregen ook berichten dat ze gedood zou zijn.'
'Tja, dat is wel vreemd, amazone. Maar mijn naam is Sorane Cobanon.'
'Als Elnaki te weten komt dat je geen amazone bent, dan stelt ze je op staande voet terecht.’
‘Misschien, Nirasé. Ze weet wat jij nu ook weet, maar geen van jullie beiden weten wie ik in werkelijkheid ben.’
‘Wie jij in werkelijkheid… Wat bedoel je?’
‘Ik heb de amazonezwaarden nodig, Nirasé. Alleen met hen in mijn bezit kan ik mijn opdracht volbrengen.’
‘Jij hebt de amazonezwaarden... Denk je dat de zwaarden je zullen gehoorzamen. Alleen amazones kunnen ze activeren, Sorane.’
‘En diegene die jullie de verhevene noemen, Nirasé,’ zegt Deno, die op dat moment met Erine naar buiten komt.
De amazone kijkt de man van Sorane kwaad aan.
‘De verhevene is de zwaarden niet meer waard. Jakira, die zo genoemd werd, is nu een van onze ergste vijanden. Maar ze bezit haar grote goddelijke macht nog steeds.’
‘Je bedoelt de kloon van Jakira, amazone, want de echte Jakira is dood. Of toch haar lichaam. Haar…’
Sorane geeft Erine een teken, waardoor ze dadelijk zwijgt.
‘Wat zeg je, is dat werkelijk waar. Is die Jakira echt een kloon?’
‘Het klopt, wat Erine zegt, Nirasé. Maar daarom is ze niet minder gevaarlijk. Op Enuron is ze nu haar nieuwe thuisbasis aan oprichten.’
‘Dan moeten we dadelijk alarm slaan, Sorane. Misschien kunnen we alle amazones opnieuw verenigen.’
‘Wat is er dan gebeurd? Vechten de stammen tegen elkaar.’
‘Nog niet, Sorane. Maar onze stam en nog drie anderen, willen Jakira niet meer als de verhevene herkennen. De andere stammen willen hun eed van trouw aan de verhevene opnieuw afleggen. En nu zeg jij dat ze de echte niet is. Dat zal als een bom inslaan.’
‘Dat kan beter niet gebeuren, amazone. Mijn dokteres Jouna, zou dan te veel werk hebben met de gewonden,’ zegt Sorane met een glimlach.
Nirasé antwoordt echter niet. Maar kijkt de roodharige streng aan.
‘Voorlopig verandert dat niets aan de situatie, Nirasé.’
‘Dat is toch iets dat de koninginnen moeten weten.’
‘Zeker, maar de tijd is hiervoor nog niet gekomen. Het is noodzakelijk, dat de amazones opnieuw een eenheid vormen. Alleen de echte Verhevene kan dat in de hand werken, Nirasé.’
‘Misschien, maar als die Jakira echt een kloon is, dan moeten de geruchten kloppen. En dan moet de verhevene al vele jaren geleden omgekomen zijn. Alleen een paar van haar vroegere vrienden konden ontkomen. Ze kregen landingsrechten, maar moesten, van koningin Veréna, deze later weer afstaan, toen ze bleven beweren dat die blondine niet de echte Jakira was.’
Even is het stil in het vertrek.
‘Geloofden de amazones de vrienden van Jakira dan niet.’
‘Nee, Deno. Jakira, die jullie een kloon noemen, was bij koningin Veréna aanwezig, om de amazones te vragen zich afzijdig te houden in haar strijd tegen de zwarte wachters. Alle koninginnen stemden eensgezind voor.’
‘Slim van haar. Nu heeft ze de vrije hand op Enuron,’ merkt Erine spottend op.
‘Maar toen de amazone Zeyana door Jakira gedood werd op Enuron, begonnen enkele van ons, waaronder onze koningin Elnaki te twijfelen. Hierdoor werd de eenheid van de amazones verbroken. Er dreigt zelfs een burgeroorlog. En door de wapenleveringen van Enuroonse handelaars, zijn de verhoudingen voor ons niet zo gunstig meer.’
‘Wapenleveringen?’
‘Ja, wisten we maar waar we de thuisbasis van die bandieten moeten zoeken, dan...’
‘Dat is voor later. Eerst moeten we de amazones op het juiste spoor brengen,’ zegt Sorane.
‘En jij wilt daarom koningin Elnaki verslaan.’
‘Juist, Nirasé. Omdat het noodzakelijk is.’
‘En als je verliest, Sorane. Als een amazone de koningin uitdaagt en verslagen wordt, dan wordt ze verstoten.’
‘Dat klopt, Nirasé, maar je vergeet dat ik geen amazone ben.’
‘Weet je wat de straf is, als een vreemde de koningin uitdaagt?’
‘Ja, amazone. Dat weet ik, maar ik denk niet dat het zover zal komen.’
‘Ben je daar zeker van, Sorane?’ vraagt Seana.
De roodharige knikt. Op dat moment komt een man binnen.
‘Ona Nirasé. De koningin verwacht haar uitdaagster op het centrale plein.’
Voor de amazone kan antwoorden, stapt Sorane vooruit.
‘Kom, we mogen haar niet laten wachten. Het feest ter ere van diegene die het waagt om te koningin uit te dagen begint over enkele minuten.’
‘Weer een feest? En nu ook nog voor mij. Hier wordt nogal veel gefeest, zo te zien.’
‘Ja, of je wil of niet. Het zijn de gebruiken, die door de verhevene opgelegd zijn, Sorane. Wij hebben ze altijd nauw opgevolgd.’
Als laatste verlaat Nirasé, na Jona, hun vertrekken en doet haar best om Sorane en haar drie vrienden en beide amazones bij te benen. De man kijkt hen verbaasd na.
Aan de rand van het grote plein staan tribunes in de vorm van een halve cirkel. De middelste van de twee is de grootste. Recht daartegenover staan een kleinere. Kriva brengt hen daarnaartoe.
‘Deze is voorbehouden voor de uitdaagster en haar begeleiders, Sorane. Beide tegenstanders moeten, volgens de gebruiken, tegenover elkaar op het plein plaatsnemen. Na de oorlogsdans zullen beiden elkaar in het midden van het plein ontmoeten,’ legt Nirasé uit.
Even kijkt Sorane haar vrienden aan en knikt dan. Het groepje volgt de amazone de tribune op. Nirasé stapt naar de top van de tribune toe. Daar kijkt ze naar de grootste en ziet haar koningin zitten. Dan steekt ze haar armen naar links en naar rechts uit. Dit is het teken, dat allen aanwezig zijn. Sorane is intussen als eerste gaan zitten. Deno neemt links van haar plaats, terwijl Seana links van Deno en Erine rechts van Sorane gaat zitten. Op dat moment beginnen trommels te roffelen. Twee groepen van elk elf amazones in volledige wapenuitrusting die recht uit het verleden lijkt te komen.
‘Als ze vele jaren geleden zo vochten dan zullen er zeker vele slachtoffers gevallen zijn,’ zegt Deno.
Nirasé, die terug van de top afgedaald is, hoort zijn woorden.
‘Het waren moedige vrouwen, man van Sorane. Ze vochten tot de dood tijdens de grote oorlogen onder amazones. Een tijd, die nu teruggekomen is. Alleen zijn de wapens verschillend.’
‘Dit is toch geen gevecht tot de dood, Nirasé, want dan zal Elnaki niet veel langer koningin zijn.’
Even staart Nirasé, Sorane verbaasd in de ogen.
‘Wat bedoeld die roodkop nu weer?’ vraagt ze zich af, maar verstijfd als de irissen van Sorane afwisselend van kleur lijken te veranderen.
Ze schrikt ervan, maar dan antwoordt ze:
‘Nee, dat niet, Sorane. Het is een schijn gevecht. Maar omdat het zo echt mogelijk moet lijken, vallen er soms ook tijdens deze oorlogsspelen gewonden en doden. Ik hoop alleen dan Minra ongedeerd blijft, want dat zou een zware slag zijn voor de koningin.’
‘Is ze dan zo belangrijk, Nirasé?’
De amazone kijkt Seana aan en knikt.
‘Elnaki en Minra hebben elkaar een paar maanden voor elkaar gekozen.’
‘En die andere groep.’
‘Die staan onder leiding van de witharige amazone met de naam Lotte. Ze zijn goed, maar die Lotte zou beter de leiding afstaan.’
Even kijkt Sorane Nirasé aan.
‘Het lijkt wel alsof je haar niet kan uitstaan.’
De amazone trekt haar schouders en wendt haar blik op beide groepen amazones die op twintig meter van elkaar staan. Beide partijen buigen naar elkaar. Dan stormen ze op elkaar toe en een hevig zwaard gevecht begint.
‘Welke partij behoort tot diegenen die jaren geleden de oorlog won?’ vraagt Erine.
‘Beide. De groep die wint heeft het recht om de titel te dragen tot de volgende maal dat dit gevecht gehouden wordt.’
‘Wat gebeurt er met de groep is verloren?’ vraagt Seana plots.
Even slikt Nirasé.
‘Die verliezen hun status. Ze worden terug gewone amazone strijdsters. Alleen de besten of de slimsten kunnen winnen.’
Gespannen kijken alle toeschouwers toe, hoe beide groepen elkaar naar het leven lijken te staan. Ze zijn aan elkaar gewaagd, maar Sorane merkt al snel dat een groep een iets betere strategie heeft dan de andere. Ze hebben al snel een kring omheen hun koningin gevormd, terwijl die de andere koningin in het nauw gedreven heeft. Die beseft al snel haar fout. Ze is van haar volgelingen, die vechten om tot bij haar te raken, afgesneden.
‘Spijtig, Lotte. Je kan niet winnen,’ fluistert Nirasé plots.
‘Ken je haar, Nirasé?’
‘Ja, Lotte is de zus van mijn man en een trotse amazone. Ooit was ze mijn vriendin, Sorane. Maar sinds een paar jaar, spreken wij niet meer tegen elkaar.’
Met een droevige blik merkt ze dat Lotte steeds meer fouten begint te maken.
‘Minra zal winnen,’ fluistert ze.
‘Je geeft om haar.’
‘Ja, ooit wel. Toch vind ik het erg om haar zo te zien. Ik vrees dat zij dit niet te boven zal komen. Als leider van haar groep heeft ze een grote fout gemaakt.’
Dan stort Lotte in elkaar als ze met een laatste slag haar zwaard verliest. De slag is zo hevig dat verschillende beentjes van haar hand gebroken worden. Ze verliest haar zwaard en bloed uit verschillende wonden. Ze drukt haar hand tegen haar lichaam, terwijl ze op haar knieën zakt.
Minra, de gespeelde koningin van de andere groep, steekt haar zwaard omhoog. Ten teken dat haar groep gewonnen heeft en zegt:
‘Laat de vrede weerkeren.’
De vier nog staande amazones van Lotte. Laten hun zwaarden zakken, als ze beseffen dat de strijd voorbij is. Ze hebben verloren. Verslagen stappen ze naar hun gespeelde koningin toe, maar ze kunnen haar niet helpen. Lotte staat op en verlaat nagestaard door haar medestrijdsters en de toeschouwers het plein. Haar tien lotgenoten volgen haar met neerhangende schouders. Sommigen van hen zijn gewond en wankelen. Twee gewonden van de andere groep, worden naar een verzorgingszwever gebracht. Twee anderen zijn niet zo zwaar gewond en blijven in een verzorgingstent zitten. De zeven anderen, waarvan drie met lichte wonden gaan op een rij voor de tribune van de Koningin staan.
Dan buigen ze langzaam. Weer beginnen de trommels te roffelen, maar nu met een ander ritme. Minra is de eerste die vooruit danst, dan volgen de zes anderen. Meer dan een uur dansen ze onder luid tromgeroffel.
Intussen stapt Lotte, gevolgd door haar medestrijdsters, naar de rand van het plateau toe. Daar blijft ze staan en keert zich om.
‘Ik heb jullie slecht geleid, amazones. Met zijn allen moeten we daarvoor boeten door het verliezen van onze amazonestatus. Met deze hand ben ik zelfs geen strijdster meer. Dat is iets waar ik niet kan mee leven.’
‘Nee, Lotte, dat niet. Je moet je erover heen zetten.’
Maar de amazone schudt haar hoofd.
‘Ik kan het niet, Kilane. Jullie moeten mijn wens eerbiedigen.’
‘Is het je wens om je leven hier te beëindigen, Lotte? Als je zo laf bent, dan ben je nooit een echte amazone geweest. Misschien is het daarom dat jullie groep de strijd verloor.’
De elf amazones staren de vreemde vrouw, die deze woorden sprak, aan.
‘Wie ben jij?’
‘Ik ben diegene die de koningin uitdaagt.’
‘Jij. En je staat hier bij ons.’
‘Ja. En ik wil jou toevoegen aan mijn lijfwacht.’
‘Ik, met een hand als dit. Ik kan zelfs geen wapen meer vasthouden. Verschillende beentjes zijn gebroken.’
‘Nirasé zal mij aan mijn linkerkant begeleiden en jij zal mijn rechterhand zijn.’
‘Nirasé en ik? Nooit, Amazone’
‘Dat is mijn wens, Lotte.’
‘Nee!’ roept Lotte uit en doet een stap achteruit.
‘Lotte, nee!!!’ roept een van de anderen, als de amazone achteruit over de rand stapt.
Verbaasd kijkt ze naar beneden, maar ze valt niet. Ook de anderen staren haar verbaast aan. Ze zien niet dat de vreemde amazone naar Lotte toestapt. Aan haar rechterkant blijft ze staan.
‘Nog altijd de wens om te vallen, amazone. Of wil je liever mijn hand.’
‘Is dat een huwelijksaanzoek, zoals ze bij jou stam doen?’
‘Nee, ik wil alleen mijn rechterhand aan mijn zijde. Maar dan levend, Lotte.’
‘Wie ben jij dan werkelijk?’
‘Iemand die je kan helpen, amazone. Maar jij moet kiezen. Vallen of leven.’
‘Een leven met schaamte.’
‘Lotte, doe wat ze vraagt. Als jij de dood kiest, dan volgt ik je.’
Verschrikt kijkt Lotte een amazone aan, die naar de rand toestapt.
‘Nee, Deromy. Jij niet. Jij hebt eervol gestreden.’
‘Ja, Lotte. Maar we hebben samen hard getraind om te worden wat we geworden zijn. Daarom kies ik om jou te volgen. Moge de verhevene ons beiden vergeven.’
‘Dat zal ik niet, Deromy,’ zegt Sorane.
‘Ik ga de weg die ik wil volgen. Sorane, schakel alstublieft dit zwaartekracht veld uit.’
‘Welk zwaartekrachtveld, Lotte?’
‘Dat wat mij steun verleent,’ fluistert Lotte.
‘Doe dan een stap vooruit, amazone. Alleen dan zal het veld verdwijnen,’ zegt Sorane, maar merkt dat Deromy haar met een vreemde blik aanstaart.
Even kijkt Lotte naar de glimlachende roodharige. Maar ze heeft een plannetje in gedachten. Een stap vooruit, doet het veld verdwijnen en dan een sprong naar achter de diepte in. Maar ze zal snel moeten zijn. Sneller, dan het veld, dat Sorane weer zal inschakelen.
‘Doe maar, Lotte. Ik heb je gezegd dat ik wil dat je mijn rechterhand wordt. Zelfs als je snel genoeg zult zijn, dan zal je langzaam weer omhoog zweven. Maar te pletter storten zal je nooit lukken. Al je strijdsters geven om je,’ hoort de amazone in haar hoofd zeggen.
Op het moment dat ze een stap naar voor doet, hoort ze Deromy stamelen:
‘Vergeef me, he…’
‘Ik zal je nooit vergeven, als je zelfs aan mij als Hera durft denken. Noem mij zoals anderen gewoon Sorane,’ onderbreekt de roodharige haar.
Deromy slikt het laatste woord angstig in. Even staart ze Sorane aan en merkt dat die Lotte ondersteunt.
‘Laat haar alstublieft niet vallen, Sorane,’ zegt ze met trillende stem.
Ze merkt echter het groene licht niet op dat de hand van Lotte even omgeeft. Die voelt echter wel een hevige pijn als de beentjes weer op zijn plaats schuiven. Als Sorane haar loslaat en Deromy haar omarmt, merkt ze pas dat er iets veranderd is, als ze haar hand voorzichtig om de schouders van de amazone slaat. Ze voelt geen pijn meer en ze kan haar vingers bewegen.
Sorane doet een stapt achteruit en kijkt de anderen aan.
‘Jullie horen allen vanaf nu tot mijn persoonlijke lijfwacht. Ik verwacht jullie voor het einde van de dans gewassen en in volle uitrusting bij de kleine tribune. Lotte blijft voorlopig jullie overste.’
Ze kijken haar na als ze naar het plein toestapt. Dan schrikken ze als ze elf ijsgroene Pentagons op een meter boven de grond zien zweven.
‘Zijn dat Yomons van de goden,’
‘Hypsoons, amazone. Deze zijn voor jullie allen. Anya zal jullie uitleggen wat ermee te doen.’
‘Anya. Wie is dat?’
Maar niemand antwoordt tot een amazone een pentagon in haar hand neemt. Voor haar verschijnt een mooie blonde vrouw. Maar de anderen zien haar niet.
‘Neem een pentagon, dan zien jullie Anya ook. Zij zegt dat zij het pentagon is.’
Als laatste neemt Lotte een pentagon in haar rechterhand, terwijl ze naar haar hand staart. Ze kan het nog steeds niet geloven dat die weer kan gebruiken.
‘Wie is die Sorane?’
‘Ik denk dat ik haar herkend heb, Lotte. De verhevene.’
‘Nee, dat kan niet. Als die nog leeft, dan kan ze zeker geen roodharige zijn. Ik geloof dat ze blond was.’
‘Goden kunnen eender welke gedaante aannemen, Lotte,’ zegt Deromy, maar schrikt als ze een stem hoort zeggen.
‘Maak mij niet woedend, Deromy. Ik ben nooit een godin geweest. Ik wil zelfs de titel die de amazones mij geven niet dragen.’
Intussen zit Sorane in plaats van haar geschapen kloon weer op haar plaats op de tribune. Maar haar gedachten observeren de Lotte en de tien amazones, die genieten van een kort maar lekker stortbad.
Ongeveer veertig minuten later beginnen twee van de zeven amazones die nog steeds een wilde dans uitvoeren, plots te wankelen. Ze kunnen bijna niet meer op hun benen staan. Drie anderen vertonen ook al een begin van zwakte. Alleen Minra en een anderen dansen nog gewoon verder.
‘Die twee daar, maken het ook niet lang meer,’ fluistert Deno.
Nirasé kijkt hem even aan.
‘Een van hen mag maar overblijven, Sorane. Dat is het doel van deze dansen. Als Minra dat het langst volhoudt, dan bewijst zij dat ze een waardig leidster is.
Plots schrikt als ze Lotte en de tien anderen amazones ziet naderen. Even spreekt Lotte met Kriva. Die laat de groep, tot de verbazing van Nirasé, door.
‘Zijn mijn nieuwe lijfwachten aangekomen, Amazone?’ vraagt Sorane.
Nirasé kijkt haar met een vreemde blik aan en knikt alleen maar. Maar innerlijk vraagt ze zich af waar Sorane Lotte en de anderen ontmoet kan hebben. Of zou een van Sorane’s begeleiders, die geronseld hebben na hun nederlaag. Dan merkt ze dat Lotte de tribune opstapt, terwijl de anderen blijven wachten.
‘Amazone Lotte Grosar meldt zich, Sorane,’ zegt ze.
Sorane kijkt even om en knikt de amazone toe.
‘Ik zie dat je mijn raad niet in de wind geslagen hebt, Lotte.’
‘Nee, Sorane. Mijn hand heeft me overtuigd. Dank u om mij te helpen.’
‘Dank me door aan mijn zijde te strijden, Lotte.’
Nirasé die niets van dit telepathisch gesprek gehoord heeft, merkt dat haar vroegere vriendin met de anderen achteraan gaat zitten. Even kijkt ze nog naar Sorane, maar die kijkt naar de twee laatste dansende amazones. Plots glimlacht ze en even later ziet ze dat een van de twee begint te wankelen en plots in elkaar zakt. Alleen Minra staat nu nog, al is het wankelend, op haar benen.
‘Minra heeft haar leiderschap bewezen, Sorane.’
Sorane kijkt Nirasé aan.
‘Die amazones zijn trouw aan hun overste, Nirasé. En trouw is iets wat Minra verdient lijkt te hebben.’
De amazone kijkt Sorane opnieuw met een nadenkende blik aan.
‘Zeker zijn ze trouw, Sorane. Zonder eerbied en respect zou een groep als dat niet lang blijven bestaan en zeker geen overwinningen halen.’
Sorane knikt met een glimlach.
‘Alleen was Minra uitgeput en stond op het punt om in elkaar te zakken. De bewegingen van haar ondergeschikte waren nog net iets soepeler dan die van Minra. Ik vermoed dat ze het zeker nog twee minuten vol zou gehouden hebben.’
‘Bedoel je dat, Jenova opzettelijk ingestort is. Nee dat kan ik niet geloven.’
Maar Sorane zegt niets.
‘Als je gelijk hebt, dan moet…’
‘Niets, Nirasé. De amazone die jij Jenova noemt, is trouw aan haar meerdere. Ik ben zeker dat ze weet dat ze kon winnen, maar ze verkoos om Minra haar titel te gunnen. Dat verdient mijn respect. Ik ben niet zeker dat jij dat zou gedaan hebben.’
Nirasé slikt even, want ze beseft dat Sorane gelijk heeft. Nee, zij zou dat niet gedaan hebben. Winnen is het belangrijkste. Of toch niet. Of zou vriendschap belangrijker zijn, dan winnen? Misschien vechten die elf amazones daarom zo goed samen.
‘Begin je het te begrijpen, Nirasé.’
Even kijkt de amazone de roodharige aan en knikt lichtjes. Maar als ze de blik van Lotte op zich gericht ziet, voelt ze de woede weer toenemen.
Dan ziet ze dat de zeven amazones wankelend naar de rand van het plein toestappen. Even later staat Koningin Elnaki op. Als ze haar armen opsteekt, wordt het stil op het plein.
‘Vandaag ga ik in op een uitdaging die door een amazone uitgesproken is. Tussen deze tribunes zal ik het zwaard kruisen met mijn uitdaagster in een gevecht tot de dood erop volgt. Dat zijn de regels. Maar ik dood niet graag amazones die tot de beste zwaardvechters behoren. Daarom zal ik haar leven sparen als ze om genade smeekt.’
Dan kijkt ze naar de kleine tribune.
‘Sorane, ik ga op uw uitdaging in.’
Dan springt ze van de tribune op de harde stenen van het plein. Twee amazones en twee mannen volgen haar.
‘En nu.’
‘Nu springen wij van de tribune, Sorane. Of zinkt de moed je nu plots in je schoenen.’
Sorane glimlacht en springt naar beneden.
Nirasé kijkt even naar Lotte, maar die keurt haar geen blik waardig. Ze volgt Sorane op de voet. Ze merkt niet dat Sorane telepathisch, Lotte, Deromy en Kriva aanduidt om hen te volgen.
‘Jullie blijven hier,’ zegt Nirasé tegen de vrienden van Sorane.
Sorane en Nirasé verlaten de tribune. Nirasé is verbaasd dat Lotte zich hen voegt en hen, aan de rechterkant van Sorane iets achter haar, vergezeld. Ook Deromy en Kriva springen naar beneden en volgen hen op een paar passen. Jona blijft achter, nadat ze gedachten van de roodharige ontving, zegt ze tegen de amazones van de groep van Lotte:
‘Jullie staan voorlopig onder mijn bevel.’
Enkele van de vrouwen klikken, maar de anderen zeggen niets. Ze kijken naar hun leidster die Sorane volgt langs de rechterzijde.
Nirasé merkt verbaasd Kriva en Deromy op, die hen volgen, maar ze zegt niets. Ze zien vele amazone vrouwen en mannen langs de rand van het cirkelvormig plein staan kijken. Sorane merkt al snel Elnaki op, die in gezelschap van mannelijke krijgers, in het midden van het plein staat te wachten.
Op een paar passen van de koningin blijft Sorane staan. Beiden kijken elkaar meer dan twee minuten aan, terwijl ze elkaar observeren. Dan zegt Elnaki:
‘Wie geeft jou het recht om die gevallen amazone tot je rechterhand te benoemen.’
‘Ik wilde haar helpen, Elnaki. Nadat ze het gevecht door een eigen fout verloor, wilde ze een eind aan haar leven maken, om de schaamte te vergeten. Nu kan ze weer trots op zichzelf zijn.’
Even kijkt Elnaki naar Lotte en dan richt ze zich tot haar tegenstandster:
‘Welk wapen kies je, Sorane?’
‘Het zwaard.’
De koningin knikt en trekt haar zwaard. De amazones wijken uit elkaar waardoor een grote kring gevormd wordt. Ook Erine, Aenon, Jouna en Deno kijken toe. Seana merk dat Sorane, bedachtzaam haar zwaard uit de schede trekt. Ze lijkt over iets te twijfelen. En ze heeft gelijk, Sorane vraagt zich af of ze er wel goed aan doet. Maar ze beseft dat ze niet terug kan.
Beide tegenstandsters staren elkaar aan. Dan stapt Sorane naar voor en valt als eerste aan. Elnaki kan haar aanval met gemak afslaan en gaat zelf tot de aanval over. Sorane moet onder de harde slagen wijken en komt bijna ten val. Op het laatste nippertje kan ze voor Elnaki’s slag opzij duiken door zich te laten vallen en opzij te rollen. Elnaki kijkt haar verbaasd aan. Ze had meer van de roodharige verwacht. Zoals ze vecht, heeft ze tegen haar geen kans. Ze lijkt geen waardige tegenstandster voor een koningin.
‘Genoeg gespeeld, koningin. Ik weet wat je kan, maar je zal nog veel meer moeten trainen om mij te kunnen verslaan,’ hoort ze Sorane plots zeggen.
Ze merkt Sorane haar uitdagend aankijkt, maar haar zwaard laat zakken. Sorane blijft staan en maakt ter plaatse enkele snelle bewegingen met haar zwaard. Ze zijn bijna met het oog niet te volgen, maar een ervaren zwaardvechter als Elnaki, merkt dadelijk dat elke slag zeer precies uitgevoerd wordt.
Dan kijkt de roodharige haar aan en werpt haar wapen op de grond.
‘Dit gevecht is ten einde, Koningin Elnaki. Ik kan je verslaan, maar dat heeft geen enkel nut.’
De koningin kijkt Sorane ontsteld aan.
‘Waarom?’
‘Ik heb geen recht om je uit te dagen, Elnaki. Zoals ik eerder al zie, stam ik wel van een Amazone famillie af, maar ik ben niet als amazone opgevoed, Elnaki. De naam die mijn pleegouders mij gaven is Sorane Nador, maar ik verkoos later de naam van mijn famillie Cobanon aan te nemen.’
‘Wat zeg je? Die naam, die heb ik al ergens gehoord. O, ja nu weet ik het. Jij bent Sorane Nador, de huurmoordenares of als ik het goed die dubbelgangster. Die noemde zich zo volgens de berichten.’
Sorane zegt echter niets.
‘Je lijkt zeer veel, op die Sorane Nador die op Enuron vele doden op haar geweten heeft,’ roept de koningin uit.
Terwijl het doodstil op het plein wordt, kijkt de koningin de roodharige ontsteld aan.
‘Er is nooit een dubbelgangster van mij geweest, Elnaki.’
‘Ben jij Sorane Nador? En de dode dan’
‘Dat was ik, maar ik stond terug op, Koningin.’
‘Als dat werkelijk zo is, dan was je zeker niet echt dood. Misschien een truc om…
‘Nee, Elnaki. Twee capsules in je borst kan je niet nabootsen. Zelfs mijn man was ervan overtuigt dat ik dood was.’
‘Truc of niet. Maar je staat hier nu wel voor mij. En een amazone ben je niet, Sorane. Je beseft toch…. Waarom ben je hier? Haha… Dat is het…. Je bent hier in opdracht van een of andere opdrachtgever.’
'Dus was mijn vermoeden juist. Is dat de reden van haar uitdaging?' fluistert Nirasé en legt haar hand op haar wapen.'
'Doe het niet, Nirasé. Sorane kon Elnaki tijdens het gevecht doden en toch heeft ze haar wapen neergeworpen,' fluistert Deno snel.
‘Nirasé, alstublieft. Laat je wapen waar het is. Sorane is een bondgenote. Ik vertrouw haar,’ hoort ze Lotte zeggen
‘Lotte heeft gelijk, Nirasé. Ik weet niet waarom, maar ik vertrouw haar ook.’
Even kijkt Nirasé naar Lotte en dan naar Jona, die ook knikt. Ergens vertrouwt ze Sorane wel. Langzaam neemt ze twijfelend haar hand van het wapen. Dan merkt ze de glimlachende blik, van Lotte op.
‘Zou zij er meer van weten? Hé, haar hand. Ze heeft haar hand toch zwaar verwond tijdens het gevecht?’ denkt Nirasé, terwijl het doodstil op het plein wordt.
Dan doet ze een stap naar Lotte toe.
‘De geruchten waren zo te zien wat overdreven, Lotte. Je hand ziet er veel te gezond uit om gebroken vingers te hebben.’
‘Na de klap, die mijn vier vingers van mijn handpalm brak, kon ik geen zwaard meer in de hand nemen, Nirasé. Ik wilde een eind aan mij leven maken. Maar Sorane heeft mijn hand genezen,’ hoort ze Lotte zeggen.
‘Sorane heeft..? Je staat toch niet weer liegen, Lotte.’
Nirasé staart nog even naar Lotte’s rechterhand. Dan draait ze zich met een ruk om. Dan trekt ze haar schouders op.
‘Amazone, wat je tegen Lotte hebt, weet ik nog niet. Maar al kan je het moeilijk geloven, maar Lotte liegt niet,’ hoort Nirasé plots een telepathische stem zeggen.
Lotte heeft niet gemerkt dat Nirasé even schrok. Ze kijkt zoals iedereen, ook de koningin, de roodharige ontsteld aan.
Vind-ik-leuk Aan het laden...