7. Twijfels

Sorane komt enkele uren later aan in het training center. De Coördinator schrikt even als hij haar gewond, maar nog steeds in leven opmerkt. Hij roept haar op zijn bureau en ondervraagt haar hard. Sorane, die lichte koorts heeft, antwoordt zo duidelijk mogelijk. De Coördinator is opgelucht, als ze niets van Verins opdracht lijkt te weten. Ze houdt de agente schuldig aan de dood van haar vriend. Dus vermoedt ze ook niets van zijn plannen.
‘Maar ik moet haar nauwlettend in oog laten houden.’
Als Sorane op haar kamer zit, komt een jonge vrouw naar haar kijken. Sorane die er innerlijk niet zo best aan toe is, wordt door haar een beetje opgebeurd. Maar plots moet de roodharige aan de woorden van de agente denken.
‘…….doorboorde zijn borst vlak bij zijn hart. Ik zag het pas toen ik zijn wapen uit zijn hand schoot.’
Hierover moet ze nadenken. Ze beseft nog niet wat dat betekent, maar het duikt steeds in haar gedachten op. Ze ziet de schutter telkens weer naar links achteruit wankelen alsof hij geraakt werd door haar capsule. En de agente was niet gewond, dus…
‘Nee, die agente heeft niet geschoten. Dus moet…. Verin… Hij hielt toch van mij... Nee, dat kan ik niet geloven. Zij moet het geweest. Misschien raakte ik Verin juist toen hij haar betrapte.… Ja, dat moet er gebeurd zijn.’
Enkele anderen kijken haar met een vreemde blik. Ze haast zich naar de Coördinator, maar die is er niet. De volgende dag wordt ze echter opnieuw tot bij hem geroepen. De man reageert echter niet op de vragen van Sorane over Verin.
‘Je collega is dood, Sorane. Hij kan zijn opdracht die op hem wachtte niet meer uitvoeren, dus moet ik een andere aanduiden. Misschien zal jij dat zijn.’
‘Maar Verin is…’
‘En dan. Hij was je collega. Maar goed. Je krijgt een beetje tijd. Ik neem wel iemand anders voor die taak.’
‘Dank u, Sir.’
‘Over een week sta jij hier terug om je te melden. Gebruik intussen de tijd om wat er gebeurd is te verwerken. Maar over drie maanden krijg jij je laatste trainingsopdracht. Als je slaagt, wordt je status veranderd in actieve dienst.’
‘Ik zal slagen, Sir. Want mijn doel is de daders voor de dood van Verin te laten boeten. Ik wil haar en haar opdrachtgevers dood voor mijn voeten zien liggen.’
Even schrikt de Coördinator van de woede in haar ogen, maar dan beseft hij dat ze die agente bedoelt. Zonder dat het Sorane opvalt zucht hij opgelucht. Ze wil die agente doden, want ze denkt dat zij de moorden gepleegd heeft. Hij weet echter niet dat ze gemerkt heeft, dat hij even gespannen was.
Even meent ze een stem in haar binnenste te horen:
‘Die bedriegt jou. En hij handelt zelf in opdracht van anderen. Welke opdracht had Verin? Als die agente Nevon en Axin niet gedood heeft, maar Verin? Dan kon hij niet anders, dan jou ook ombrengen, want hij moet geweten hebben dat jij hem dat nooit zou vergeven.’
Even kijkt ze om zich heen en zucht opgelucht. Dan verlaat ze het kantoor. De Coördinator kijkt haar na tot de deur achter haar dichtschuift.
‘Ze doet maar. Als ze slaagt, is er een agente minder en als ik de kans krijg is ze er toch geweest. Alleen zou ik graag weten of dat wat Verin over mijn zoon en Sorane zei, klopt,’ denkt de man met lichte spot.
In de gang blijft ze even nadenkend staan.
‘Toch kan ik het niet geloven. Is de Coördinator een van de opdrachtgevers? Zou hij weten wat ik de gevangenen op de mijn planeet beloofd heb. Dat moet ik uitzoeken,’ denkt ze.
Zonder nog om te kijken, haast ze zich met vaste stap de gang. Maar de tijd vliegt voorbij, tot ze vier maanden na de dood van haar vriend voor een flatgebouw staat. Even kijkt ze om zich heen en dan blijft haar blik rusten op een steegje. Ze weet al enige tijd dat Erine Rand, de agente op het einde daarvan in een kleine flat woont.
Dan trekt ze haar schouders op en fluistert even:
‘Vandaag zal je boeten, agente Erine Rand.’
Dan klimt Sorane achter het gebouw langs een muurtje omhoog. Daan richt ze haar rechterarm op de hogere rand van het piramidevormig gebouw tegenover haar. Een bijna onzichtbaar energietouw schiet ernaartoe. De roodharige stoot zwaait zich met een boog naar het gebouw tot. Langs de schuine rand stapt ze stap voor stap naar het dak tot. Als ze over de rand kijkt, ziet ze tot haar opluchting niemand. Snel haast ze zich naar de voorzijde toe en kijkt naar beneden. Ze ziet verschillende zwever voorbijrazen, maar niets verdachts. Dan loopt ze gebukt naar de rechterkant van het dak toe. Vandaaruit kan ze in de steeg, waar de agente achteraan een kleine flat bewoond, kijken. Nadat ze haar scherpschutterswapen ontvouwde, gaat ze liggen en richt haar wapen op een steeg.
Glimlachend trekt ze het wapen terug en plaats het naast zich tegen de rand. Op de rand plaats ze twee kleine camera’s en richt die naar links van de straat en de andere naar rechts. Ze heeft het lichaamspatroon van de agent al een tijdje geleden gescand, toen ze haar in het oog hielt. Gisteren heeft ze dat patroon de dag ervoor in het geheugen van de camera’s geprogrammeerd. Even controleert ze alles nog eens. Dan breekt een lange wachttijd een. Intussen bekijkt ze op haar tablet naar de nieuwsberichten. Verschillende uren later piept een van de camera’s. Snel kijkt ze naar het kleine beeldscherm van toestel. Daarop staan gegevens van een agent die ook geprogrammeerd is. Bin Geron, de collega van haar doelwit. Ze kijkt even naar beneden en merkt dat de partner van Erine Rand, met een zwever naast de steeg tot stilstand komt. Ze merkt dat er nog drie andere in de wagen zitten. Als ze uitstappen merkt ze dat een van hen een vrouw is. Maar niet diegene op wie ze wacht.
‘Als je die agente dood, Sorane. Dan verlies je mijn hulp,’ zegt Anya in haar hoofd plots.
Even schrikt Sorane en fluistert:
‘Ik moet het doen, Anya. Zij doodde Verin.’
‘Nadat die jou wilde doden, Sorane. Dat bevestigen de gegevens.’
‘Nee, dat is niet waar. Zij moet de dader zijn. Hé, wat nu?’ zegt ze.
Verbaasd ziet ze dat de drie mannen en de vrouw achter elkaar met hun handen op hun wapen de steeg instappen. Ze wacht en wacht, maar ze komen niet terug. Wel staat de deur van de flat van haar doelwit open. Door het vizier van haar wapen kijkt ze naar de deur en stelt vast dat die ingetrapt is. Dan ziet ze een van de drie mannen uit de flat komen, gevolgd door de vrouw. 
‘Een van hen is Reon Gohan en die vrouw is Elase Korvan. Allebei agente. Waarom zijn die hier,’ denkt ze.
Ze merkt dat drie van hen achter een vuilniscontainer blijven staan. De vierde stapt naar de straatkant toe en blijft daar spiedend staan.
‘Wat zijn die van plan?’ denkt ze.
Plots stopt een tweede zwever, waaruit een jonge vrouw stapt.
‘Dat is ze, Erine Rand.’
Snel richt Sorane haar wapen op haar doelwit, maar als ze de trekker wil overhalen, twijfelt ze weer. Weer ziet ze de gedaante voor haar ogen wankelen.
‘Waarom zou Nevon Verins naam met zijn bloed geschreven hebben, Of heb ik het mis. Heeft Verin mij werkelijk willen vermoorden?’ denkt ze, terwijl ze even de beelden van de gedaante voor zich ziet, toen ze hem raakte.
‘Verin, waarom heb je dat gedaan?’ fluistert ze, terwijl ze de waarheid beseft.
Als ze zich de ogen van die agente herinnert, wordt haar overtuiging nog groter. Zo kijkt een schuldige toch niet. Het was alsof ze spijt en medelijden had. Andere beelden vloeien voor haar ogen voorbij. 
Haar gedachten zijn echter bij de woorden die Nevon schreef:
‘Verin en de eerste vier letters van mijn naam, had Nevon in zijn bloed voor hij bezweek geschreven. En de capsule in haar zak bleek later een van het wapen van Verin te zijn.’ 
Dan ziet ze weer de agente voor zich staan, naast haar dode geliefde.
‘Nee, Anya heeft gelijk. Die agente kan het niet gedaan hebben,’ fluistert ze verschrikt.
Ze schudt haar hoofd door deze vaststeling. Langzaam dringt de harde waarheid tot haar door. Verin dode haar vrienden en wilde haar dan ook nog doden. 
‘Dat moet die opdracht geweest zijn, waar de Coördinator het over had. Hij zei… Verin kon zijn opdracht niet uitvoeren. Hij moet Verin de opdracht gegeven hebben om mij te doden. Dat weet ik zeker,’ denkt ze, terwijl ze het zweet van haar hoofd wrijft.
Ze is er plots zo van overtuigd dat ze niet meer kan vuren.
‘Verin, waarom deed je het? Ik hielt van jou en jij van mij,’ fluistert ze.
Juist als ze haar wapen wil terugtrekken, richt ze haar blik weer door het vizier en merkt ze plots de vier anderen op. Ze hebben alleen hun wapen getrokken. Verbaasd ziet ze dat de Bin Geron zijn wapen op de agente, die zijn partner is, richt. Ook de drie anderen volgen zijn voorbeeld.
‘Wat is daar toch gaande?’ vraagt ze zich af.
Ze drukt op een knopje van haar wapen en schakelt de richtmicrofoon in. Verbaasd luistert ze naar het gesprek.
‘Het spijt me, Erine. Maar jij zit ons te dicht op de hielen.’
‘Hoor jij ook bij diegene die hun kenteken verraden, Bin?’
‘Waarom zou ik het niet doen, Erine? Jij neemt geen steekpenningen aan, dat weet ik. Maar het brengt wel veel geld op. Meer dan waar we ons leven voor wagen.’
‘En wat nu. Mij doden, Bin. Je weet wat een jacht er geopend wordt als er een agent gedood wordt.’
‘Ja, Erine. En daar zullen wij met al onze inzet aan deelnemen. We zullen wel enkele daders kunnen grijpen, of ze schuldig zijn of niet.’
‘Of ze schuldig zijn of niet,’ galmt even na is het hoofd van Sorane, terwijl haar ogen een staalharde uitstraling krijgen.
‘Smeerlap,’ fluistert Sorane.
Even wil ze opstaan, maar dan hoort ze een andere zeggen:
‘Misschien wordt Sorane Nador wel verdacht, agentje. Want uit de opnamen, weet iedereen dat ze je bedreigd heeft, toen Verin, haar geliefde stierf.’
‘Dat lijkt me een goed idee. Die roodkop is toch al verloren,’ zegt de vrouw instemmend.
 Intussen beseft Erine dat ze gelijk hebben. Ze zullen geen medelijden hebben om hun leven te redden. Eender wie zullen ze beschuldigen van de moord. Ze ademt diep in, want ze wil om haar leven vechten al zijn de kansen nog zo klein.
‘Het spijt me, Erine. Je beseft toch dat we niet anders kunnen.’
‘Er zijn altijd keuzes, Bin. Maar die moeten jullie maken, niet ik,’ zegt Erine hees.
Op het dak van het tegenoverliggende gebouw gaat er een schok doorheen het lichaam van Sorane. 
‘De agente heeft hulp nodig, Sorane,’ hoort ze die fluisterende stem weer, ‘Alleen jij kan haar leven redden.’
‘Ik weet het, Anya. Laat me nu maar. Ik heb mijn besluit al genomen.’
Even aarzelt Sorane nog, maar dan verandert haar wapen van richting en door het vizier van het wapen ziet ze bovenste knoopje van de jas van agent Geron. Heel even ziet ze voor haar ogen het beeld van een jonge vrouw, die ze op een nieuwsuitzending, in gezelschap van die corrupte agent zag. Zijn vrouw, Lisona.
‘Het spijt me,’ fluistert ze.
Erine kijkt de drie mannen en de vrouw een voor een aan en ziet hun vastberaden blik. Ze beseft dat ze in een val zit waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Plots gaat door het lichaam van Bin Geron een schok en hij wankelt achteruit. Zijn mond valt ogen om een kreet te slaken, maar hij haalt het niet de dood heeft hem al in zijn greep. Het wapen valt uit zijn levenloze hand. Ze zien allen het bloed, dat uit de wonde in zijn borst vloeit en zijn kledij rood kleurt. De anderen zijn even verstard en staren Erine aan, maar die is even verbaasd als zijzelf. 
De vrouw is het eerst over haar ontsteltenis heen en schiet dadelijk op Erine, die zich opzij werpt. Ze is echter iets te traag en ze voelt een klap, tegen haar buik en een tweede net boven haar zijde. Haar corrupte collega’s richten hun wapens opnieuw op de, tegen de muur leunende, agente. Ze denken nog steeds dat zij schoot. Maar een tweede man wordt door een capsule achteruit gestoten. De vrouw beseft haar fout en keert zich om, maar te laat. Een capsule doorboort haar hoofd. 
De derde man heeft het ook begrepen dat er een andere schutter moet zijn. De, voor hem bestemde, capsule slaat in de muur omdat hij snel opzij tot achter de agente, springt. Maar Erine heeft haar wapen getrokken en probeert het op hem te richten. De man is echter sneller en slaat het wapen uit haar hand. Snel grijpt hij de agente vast en trekt haar voor zich. Hij hoort haar kreunen, terwijl ze naar hand vaster tegen haar buik aandrukt. Hij probeert de gewonde Erine voor zich te houden, maar hij weet echter niet van waar de schoten kwamen en de schutter laat zich niet zien. De man duwt Erine vooruit naar hun zwever. 
Hij opent de deur en geeft Erine een duw. De agente valt op de grond en ziet het wapen van de corrupte agent op zich gericht. De man waant zich veilig achter de zwever en sist snel:
‘Dood ben je geen gevaar meer, Erine.’
Maar voor hij kan schieten, doorboort een capsule het dak van de zwever en slaat in zijn rug. Voor de ogen van Erine zakt hij in elkaar en blijft even naschokkend liggen. Erine kijkt even naar de lichamen van de corrupte agenten. Dan steunt ze opnieuw tegen de muur en tast naar haar wonden. Ze bloedt hevig en de capsule drukt tegen haar onderste rib.
‘Gelukkig is die niet geopend,’ gaat het door haar gedachten.
 Ze weet echter niet dat de capsule wel gebarsten is, waardoor het gif maar langzaam in haar bloed terechtkomt. Moeizaam wankelt ze tot tegen de zwever. 
‘Wie heeft hen neergeschoten en waarom?’ denkt ze, terwijl ze voorzichtig naar de omliggende daken kijkt, want de schoten kunnen alleen van daar gekomen zijn.’
Ze ziet echter niets.
‘Zou het nu mijn beurt zijn?’ denkt ze en probeert in dekking te raken, maar ze krimpt in elkaar van de pijn. 
Even kijkt ze naar haar wonde en beseft dat ze nog steeds bloed verliest. Dan merkt ze de vreemde kleur op, die de huid om de wonde heeft. 
‘Gif. Die capsule bevatte gif,’ beseft ze.
Maar ze heeft niets om het gif te stoppen. Ze krimpt in elkaar als haar buik samentrekt van de pijn, die door het snelwerkend werkend gif, dat zich in haar lichaam verspreidt, veroorzaakt wordt. Opnieuw kijkt ze naar het dak tegenover de steeg, maar er gebeurt niets meer.
 ‘De schoten moeten vandaar gekomen zijn.’
Al verwacht ze elk moment om de schutter opnieuw te zien opduiken, ze ziet niets bewegen. Ze beseft echter niet dat ze langzaam minder en minder scherp begint te zien, want het leven vloeit met haar bloed op de stenen. En het gif heeft intussen haar hart en hals bereikt. Ze voelt haar spieren langzaam verstijven, terwijl haar lichaam door hevige pijnen door elkaar geschut wordt.
Sorane zit intussen met haar wapen in handen voor zich uit te staren. Ze wilde die agente dood, maar ze kon het niet en nu liggen er vier anderen in hun bloed op de straatstenen. Dan haalt ze het geheugenkristal uit haar wapen en bergt het in haar borst zakje. Kalm plaatst ze haar wapen tegen de muur en laat het in elkaar klikken. Dan steekt ze het in een tas die op haar linker dij hangt. Even kijkt ze nog naar beneden en ziet verschillende voorbijgangers voorzichtig naar de doden toe stappen. 
‘Deze vrouw maakt het niet lang meer? De hulpdiensten zullen te laat komen,’ fluistert een van hen.
Sorane schrikt.
‘Heb ik alles voor niets gedaan?’ denkt ze, terwijl ze naar beneden kijkt.
‘Ze heeft jouw hulp nodig, Sorane. En snel. De capsules waren met een Ekrin gif geladen,’ zegt de stem van Anya.
‘Ekrin, ben je zeker. Dat is zeer dodelijk. Ik weet niet of…’
‘Niet met die middelen die je bij jou hebt. Maar wel als je je zeer diep concentreert, zoals bij die jongen.’
‘Die jongen. Bedoel je.. Zou ik dat nog eens kunnen?’
‘Dat zul je weten als je het probeert. Maar je moet je wel diep concentreren om dat bewust te kunnen.’
Even aarzelt Sorane en ziet het lichaam van de agente schudden, terwijl het gif zijn werk doet.
'Maar als iemand mij herkent, dan....'
'Dat kan ik niet verhelpen, Sorane.'
‘Ik weet het wel, Anya. Ik moet het wagen anders is agente Rand over een paar minuten dood. Misschien kom ik nog op tijd.’
Dan haast zich naar de toegang tot de trap. Terwijl ze naar beneden rent, trekt ze snel haar handschoenen uit en steekt die weg in de zak van haar broek. Op straat kijkt ze om zich heen en ziet ze de eerste mensen terug op straat verschijnen. Drie mensen knielen naast de lichamen. In de verte hoort ze sirenes naderen. Maar dan valt haar blik op de steeg, waar Erine kreunend met opengesperde ogen rillend in haar bloed ligt. 
Snel rent ze de straat over en knielt naast de agente. Snel onderzoekt ze de gewonde en stelt vast dat een capsule doorheen haar lichaam geboord heeft, maar de andere zit nog in haar lichaam. 
De huid rond de inpakt wonde is okerkleurig met donkerbruine randen.
‘Anya, je hebt gelijk het moet Ekrin gif zijn,’ denkt ze.
Als ze naar de huid rond de wonde tast, voelt ze de capsule even in de nabijheid van Erine’s onderste rib zitten.
Dan kijkt ze naar de wonde en De schrikt slaat haar om het hart als ze de vreemde kleur van de huid opmerkt. Een kleur die ze zeer goed kent.
‘Juist Anya. Het is ekrin gif,’ fluister ze.
‘Is het daarom dat ze zo schokt?’ vraagt een van de omstaanders.
Sorane kijkt de man even aan en knikt alleen maar. Ze weet niet wat te doen. De agente verliest zeer veel bloed, maar ze kan dat alleen doen stoppen als het gif geneutraliseerd is. 
‘Ze bloed nog dood voor ze hier zijn.’
Dadelijk tast ze naar de rib van de agente wat niet gemakkelijk is, nu haar lichaam ook nog begint te schokken.
‘Ze lijkt niet gebroken, maar de capsule drukt er tegenaan.’ denkt ze, maar dan voelt ze plots niets meer. 
Plots ziet ze gegevens voor haar ogen in 3D.
‘He, waar komt dat vandaan? Anya, doe jij dat?’
Maar dan leest ze wat er staat en fluistert:
‘Die capsule is er niet meer… Hoe….’
‘Je krachten openbaren zich Sorane. Maar je moet je nog meer concentreren.’
‘Ik hoop ik dat kan, Anya. Die capsule was wel open en ze schokt hevig. Dus ze heeft vermoedelijk nog maar een paar minuten voor haar lichaam het begeeft.’
Snel tast ze naar haar riem en neemt een speciale contact module, met een doorsnede van vier centimeter, eruit. Zonder aarzelend trekt ze het beschermend vel eraf en drukt het tussen de borsten van de agente vlak boven haar hart tegen de huid. Dadelijk dringt een naald in het lichaam van de agente. Een seconde later schiet een licht blauwe vloeistof in de bloedstroom van de gewonde.
Even kijkt ze de man aan die geknield naast haar zit en fluistert:
‘Dat zal de werking van het gif wel bestrijden.’
‘Hopelijk was het nog op tijd,’ denkt ze.
‘Haar lichaam heeft schade geleden, Sorane. Verschillende organen zijn al aangetast.’
‘Ik weet niet of ik het kan, Anya. Maar ik zal het proberen.’
‘Je hebt tijdens je opleiding een cursus van de werking van het menselijk lichaam gekregen. Ook over bloedstromen. Dat zou voldoende moeten zijn. Concentreer je daarop.’
‘Dank je voor je raad, Anya. Ik hoop dat het lukt, want mijn handen trillen omdat…’
‘Niet aan denken Sorane. Doe wat je moet doen.’
Sorane drukt haar rechterhand tegen de wonde en probeert de raad van Anya uit te voeren. Ze concentreert zich steeds dieper en dieper en voelt plots de bloedstromen in schokjes door de beschadigde aders en organen voortbewegen. Ze voelt ook dat die kleine en grote schokken langzaam afnemen, terwijl ze op het herstel concentreert. Ook uiterlijk is het zichtbaar, want Erine’s lichaam trilt nog wel, maar schokt steeds minder. Dan neemt ook het trillen af tot ze niets meer waarneemt. Het bloed van de gewonde stroomt nu zonder hinder door haar haar lichaam. Als Sorane haar concentratie verbreekt, hoort ze pas de stem van de man naast haar.
‘Ik weet niet dat je gedaan hebt, mevrouw, maar ze is veel rustiger en schokt niet meer. Wat was dat groene licht?’
Sorane kijkt de man en weet niet goed wat te zeggen.
‘Ik vermoed het een gevolg is van de werking van dat gif bestrijdend middel, dat ik met die stikker in haar lichaam spoot. Dan herinnert ze zich de grote plas bloed. Dan tast ze opnieuw naar de huid waar de capsule zit, maar ze voelt hem niet meer.
‘Waar is de capsule nu heen?’ fluistert ze.
Dan schrikt ze echter. Haar hand licht voor de tweede maal groen op. En weer, zoals de vorige maal bij die jongeman, ziet ze de huid van de gewonde voor haar ogen dichtgroeien. Aarzelend trekt ze haar hand weer weg en kijkt naar de wonde. Het bloeden is gestopt, maar de wonde is nog niet volledig gesloten.
‘Wat doe je, vrouw? Dat vreemde licht was er opnieuw’ vraagt een stem naast haar.
‘Ik probeer deze agente haar leven te redden, man. Wil je mij helpen, we moeten het bloeden zo snel mogelijk stoppen,’ zegt ze en opent ze een klein tasje.
‘Leeft ze nog?’
Even knikt Sorane en kiest, uit de voorwerpen die erin zitten, een spuitcapsule. 
‘Ze bloed dood voor de ziekenzwever hier is,’ fluistert Sorane, terwijl ze de speciale capsule platdrukt.
‘En die anderen.’
‘Die zijn niet meer te helpen,’ zegt Sorane gespannen en duwt op het spuitbusje.
‘Dan heeft die verdomde sluipmoordenaar eentje toch niet goed geraakt.’
Even werpt Sorane een blik op de man.
‘Dit is zijn wonden van een handwapen. Die anderen zijn door een groter wapen geraakt.’
Verbaasd staart de man haar aan.
‘Kent u iets van wapens?’ 
De roodharige zegt echter niets, maar spuit de vloeistof uit de capsule over de wonden. Het goedje vloeit met het bloed weer naar buiten, maar verspreid zich dadelijk als een spinnenweb en vormt een beschermende laag over beide wonden. Hierdoor wordt het bloeden gestopt en genezende impulsen in de wonde mengen zich met het bloed, waardoor het genezingsproces bespoedigd wordt.
‘Wil je helpen om haar om te draaien?’ vraagt ze aan de man.
Die bukt zich snel naast haar en samen met Sorane draait hij de gewonde op haar zijde. De man schrikt even als de agente kreunt van de pijn. Snel trekt Sorane het hemd van de agente omhoog en bekijkt even de wonde.
‘Gelukkig zijn er geen beenderen geraakt,’ fluistert ze.
‘Dan heeft ze geluk gehad, dame.’
Sorane knikt en spuit ook hier een laagje over de wonde. Dan draaien ze haar voorzichtig op haar rug.
‘Zonder u was ze vermoedelijk doodgebloed.’
Even kijkt Sorane neer op de agente en merkt ze haar met halfgeopende ogen aankijkt. Erine ziet echter maar een wazige vorm, omcirkelt door een rode gloed. Op de straat stoppen verschillende politiezwevers. De agenten moeten zich een weg banen tussen de vele toeschouwers, die komen kijken. Sorane loopt tussen de mensen door, terwijl de man haar nakijkt.
‘Ik ken haar ergens van,’ denkt die, maar het dringt pas een minuutje later tot hem door.
‘De nieuwsberichten. Ja, zij moet het zijn. Verdomme, die wordt gezocht. Zou zij de schutter zijn?’
Maar hij ziet de roodharige nergens meer. Sorane staat tussen enkele toeschouwers en kijkt nog even om naar Erine, die intussen verzorgd wordt. Dan merkt ze dat de man die haar hielp, zoekend rondkijkt.
‘Die heeft me herkend.’
Toch zucht ze opgelucht, want ergens beseft ze dat ze juist handelde. Met snelle stappen haast ze zich naar de overkant van de straat, terwijl er nog steeds nieuwsgierigen toestromen. Hierdoor blijft ze wel uit het zicht van de man, die nog steeds rondkijkt. 
‘Hopelijk haalt ze het,’ fluistert ze, als ze achter een straathoek verdwijnt. 
Maar dan denkt ze terug aan Verin die haar liefhad, of was dat een spelletje. Met verwarde gevoelens haast ze zich weg. Al stappend haalt ze de capsule, die ze eerder uit de vloer haalde op de plaats waar ze beschoten werd, op. Ze bekijkt hem langs alle kanten. Het is een capsule van een scherpschutterswapen. 
‘Ik ben zeker. Dit is er een van Verins wapen,’ denkt ze.
Die nacht ligt Sorane na te denken op haar bed on haar eigen flat. Al wil ze het niet geloven, maar ze raakt er steeds meer en meer van overtuigt, dat Verin haar wilde doden. Er is er maar een van wie die opdracht kan komen. De Coördinator. Weer komen de beelden van haar vrienden en hun baby’tje voor haar ogen.
Even aarzelt ze, maar dan fluistert ze, met een droevige klank in haar stem: 
‘Verdomme, Verin, waarom kon je niet weerstaan? Je hielt toch van mij. We hadden samen met onze vrienden kunnen vluchten.’
Dan keren haar gedachten weer naar de agente die ze hielp.’
‘Anya, heb ik dat werkelijk gedaan? Hoe is dat mogelijk?’
‘Ooit zal jij mijn gebieder zijn, Sorane. En die tijd komt steeds dichterbij en nu je krachten steeds meer toenemen, ben ik ervan overtuigd dat we beiden de juiste weg volgen.’
‘Wat bedoel je met die krachten?’
‘Daar mag ik niet veel uitleg overgeven. Ik kan je alleen helpen om in geval van nood er over te beschikken.’
‘Zoals vandaag.’
‘Ja, maar meer mag ik ook niet.’
‘Waarom mag je dat niet?’
Maar Anya antwoordt niet meer en langzaam valt Sorane in een diepe slaap. De volgende morgen staat ze uitgerust op. Even tast de naar haar eigen kleine wonden, maar ze voelt er niets meer van. Als ze in de badkamer pyjama uittrekt staart ze even in de spiegel, maar van haar wondjes is niet veel meer te zien. Ze trekt haar schouders op en stapt onder het stortbad.
Een twintigtal minuten later is ze klaar om te vertrekken. Nog even bukt ze zich voor de nachttafel en pakt een politiepasje, op naam van Sorane Cobanon, op.
‘Ik moet het zeker weten,’ denkt ze.
Rond 19.00 uur loopt ze door de gangen van het ziekenhuis en laat haar de weg naar de kamer waar Erine Rand ligt wijzen. Het heeft haar enige moeite gekost, want ze staat onder toezicht van haar collega’s, tot het onderzoek afgerond is. Maar dankzij haar vals pasje wordt ze toch in de kamer van de agente binnen gelaten.
‘Zijn jullie hier om haar te beschermen?’
‘Zoiets, agente Cobanon. Maar ook om haar te bewaken,’ zegt de grootste agent en kijkt even naar de bloemen, die de roodharige in haar hand houdt.
‘Bewaken? Heeft ze dan een misdaad gepleegd?’
‘Dat denken ze. Enkele detectives denken dat ze haar collega’s in een hinderlaag lokte. Ze zoeken nu bewijzen, dat agente Rand steekpenningen aannam.’
‘Erine is zuiver, agent. Maar de vier anderen waren uitschot, die het niet waart waren om zich agent te noemen,’ zegt ze, terwijl ze de kamer van Erine binnenstapt.
‘Wat? Ben je zeker?’
‘En die schutter dan. Waarom schoot die hen dan neer? Of hebben ze misschien toch gelijk en heeft Erine de opdracht geven.’
‘Dat zou ze nooit doen, agent. Ik hoop alleen dat jullie even onschuldig zijn als jullie gewonde collega.’
‘Dat zijn we, agente,’ zegt de man slikkend.
‘We zien wel? Anders sta ik ooit voor jullie. We mogen ook niet vergeten, dat elke schuldige zegt, dat hij of zij onschuldig is,’ zegt Sorane en stapt de kamer van de gewonde binnen. 
Even kijkt ze naar de gesloten ogen van Erine Rand. De agent achter haar kijkt toe, als ze een pakje bloemen, met het berichtje eraan vast, zachtjes op het nachtkastje neerlegt.
-Veel beterschap, SN.-
Dan leunt ze tegen de muur en staat daar een tijdje roerloos naar de slapende agente te kijken.
‘Heb je hier nog iets te zoeken, agent?’ zegt ze plots en richt haar blik op de agent bij de deur.
‘We moeten haar ook bewaken, Cobanon,’ antwoordt de man.
‘Denk je dat ze in deze toestand kan gaan lopen, agent?’
‘Ze wordt van corruptie verdacht. Zolang het tegendeel niet bewezen is, is agent Rand een verdachte. Zelfs als jij zegt dat ze een eerlijke agente is. Zonder bewijzen hangt ze.’
‘Ik zal haar niet helpen ontkomen, Gorvon,’ zegt Sorane nadat ze even op zijn naamplaatje keek.
De agent glimlacht even en gaat naar buiten.
Even kijkt Sorane hem na en richt dan haar blik weer op de gewonde.
‘Ik heb nog iets goed te maken, Erine,’ fluistert ze plots en neemt de opname uit haar borstzakje.
Even kijkt ze naar de geheugenmodule. Dan loopt ze naar het bed toe en legt hem naast de bloemen.
‘Dat zal haar wel vrijspreken,’ denkt ze.
‘Ik wens je veel geluk, agente. Je verdient het,’ fluistert ze nog.
Dan verlaat ze de kamer.
‘Ik zal haar maar laten slapen, agent Gorvon. Ik kom later weleens terug.’
De agent in uniform knikt even.
Verschillende weken later stapt ze, licht aarzelend, het centrale politiekantoor binnen. Ze toont haar pasje en voegt zich bij haar ‘collega’s’.’
Een agent die pas een paar maanden geleden uit de politieschool kwam, brengt haar naar de onderzoek afdeling. 
‘Mijn naam is Malon Garent,’ zegt terwijl hij naast de roodharige ‘agente’ door de gang stapt.
Hij schrikt wel even als de ‘agente’ interesse blijkt te hebben voor die moordenaar Verin.
‘Mijn naam is Sorane Cobanon. Sorane Nador was het liefje van Verin, de man die die drie moorden pleegden een paar weken geleden. We dragen dezelfde voornaam. Dat was een van de redenen waardoor deze zaak mijn aandacht trok. De vader van Sorane, Jov Nador, werkt voor een misdaadsyndicaat. Hij is betrokken bij een paar vreemde zaken. Dat is de tweede reden waarom ik dieper in Sorane’s familiezaken moet dringen.’
‘Het spijt me, agente. Maar het lichaam van Verin Serunon is al gecremeerd.’
‘Dan moet ik het verslag van de autopsie eens bekijken.’
‘Alleen dokter Besidon kan ons daar toestemming voor geven. Ik weet echter niet dat hij die zal willen geven.’
‘We kunnen het altijd proberen, agent Malon.’
‘Hoe komt het dat u al een agente in burger bent geworden?’
‘Mijn vader, Malon, hij was een zeer goede inspecteur en undercoveragent. Twee jaar geleden, een maand na mijn vierentwintigste verjaardag, werd ik bevorderd. Maar in de voetsporen van mijn ouders treden, is niet zo gemakkelijk als ik dacht. Toen ik op de zaak Nador stootte, nam ik de kans waar om te bewijzen dat ik een goede detective ben.’
De agent kijkt Sorane met een vreemde blik aan.
’24 jaar oud, dan ziet ze er wel veel jonger uit, dan ze is,’ denkt hij verbaasd.
‘Ik hoop dat je het lukt, agente. Misschien worden we ooit wel collega’s.’
‘Misschien,’ zegt Sorane hees, want het kost haar al haar zelfbeheersing om deze leugens vol te houden.
Ze wil echter haar doel bereiken, dus moet ze wel. Tot de verbazing van Malon, geeft de dokter zijn toestemming en beiden lopen naar de dossierruimte.
‘Zou de dokter zich door haar schoonheid laten beïnvloeden,’ denkt hij verbaasd als ze de dossierruimte betreden, waar de digitale bestanden opgeslagen liggen.
Op de monitor bekijken beiden de gegevens tot Sorane plots schrikt. 
‘Dus toch,’ fluistert ze.
Malon kijkt haar verrast aan.
‘Wat is er?’
‘De capsule die in de borst van de jonge moordenaar stak, kwam zo te zien uit het wapen van Sorane Nador. Dan moet zij hem van beneden geraakt hebben.’
‘En dan, als er capsules rondvliegen dan kan er iemand geraakt worden en die capsule zal wel toeval geweest zijn.’
‘Ik hoop het, Malon, want anders zou Sorane Nador een van de beste schutters zijn die er rondloopt,’ antwoordt de agente naast hem en kijkt even naar haar horloge.
Dan leest Sorane verder tot ze plots even verstart. Er staat dat zijn DNA sporen op het scherpschutterswapen naast hem gevonden werd. Ook op zijn handen werden sporen het afvuren van het wapen gevonden.
‘Dus het was toch Verin die mij wilde doden. Toch moet hij in tweestrijd geweest zijn, want hij miste verschillende malen?’ gaat het door haar gedachten.
Dan richt zij zich tot de agent:
‘Het begint tijd te worden, agent Garant. Ze zullen me wel terugverwachten op mijn bureau. Maar ik weet nu toch wel meer. Pas wel op voor die Sorane Nador, want ze zou weleens gevaarlijk kunnen worden.’
De agent neemt Sorane mee naar de uitgang en neemt van haar afscheid.
‘Misschien zien we elkaar nog weleens, agent Garant.’
De jonge agent kijkt haar na als ze naar haar zwever stapt. Even later ziet hij haar de weg oprijden.
‘Niets anders te doen, Garant,’ zegt een stem achter hem plots.
Hij draait zich om.
‘Hai, detective Rand. Jij hier. Zo snel genezen. Hoe maak je het?’
‘Veel beter, dankzij mijn wonderbaarlijke genezing. Volgens de dokters, zou dat kunnen te maken hebben met een vloeistof die op de wonde aangebracht door een onbekende vrouw. De stof die ze op de wonde aangebracht had, bleek, nadat ze de capsule probeerden te verwijderen, nog steeds te werken. De wonde werd daardoor afgedekt en het bleek ook nog een genezende stof te zijn. Binnen drie dagen was er van de wonde niets meer te zien.’
‘Probeerden te verwijderen. Wat bedoel je?’
Ze vonden de capsule niet, Malon. Hij was verdwenen. Daarom weten ze niet wat die wonde veroorzaakt heeft.
‘Niemand weet waar die substantie vandaan komt. Of wie ze aangebracht heeft. Zelfs het gif in de capsule werd onschadelijk gemaakt door die vreemde substantie.’
‘Iemand moet toch iets gezien hebben, Erine.’
‘Het enige dat we weten is dat het een vrouw is. Maar sommigen spreken van blauw haar, anderen van groen en nog anderen van rood, en zo verder. Zelfs over haar kledij, spreken ze elkaar tegen.’
Even kijkt Malon haar verbaast aan.
‘Ze zullen die substantie wel analyseren.’
‘Daar is het te laat voor, er is niets meer van te vinden.’
‘Wat, dat kan toch niet.’
‘Ik weet het niet. Maar nadat het goedje zijn werk gedaan had, verdwenen alle sporen ervan.’
‘Waar komt die substantie dan vandaan?’
‘Als ik dat wist eens wist, Malon. Maar alleen die onbekende vrouw, die me geholpen heeft, weet waar zoiets te vinden is. Spijtig genoeg zag ik haar maar wazig. Het leek wel alsof haar gezicht door een rode gloed omgeven was.’
 ‘Ooit vinden ze die vrouw wel.’
‘Ze heeft rode haren, Malon. Dus ik heb een vermoeden dat het Sorane Nador moet geweest zijn. Maar waarom dan.’
‘Ben je zeker dat zij het was?’
‘Niet echt. Ik zou alleen graag weten waarom ze mij geholpen heeft, want had zij het niet gedaan dan was ik doodgebloed. En een tweede vraag die ik mij stel, was zij dezelfde als diegene die de corrupte agenten doodschot.’
‘Zou zij die schutter zijn?’
‘Misschien. Maar het was wel een scherpschutter. Elk schot trof met dodelijke precisie zijn doel. Ze zijn alle vier dood.’
‘Er is nog steeds een onderzoek gaande, Erine,’ zegt Malon.
‘Ja, maar dankzij een vreemde opname, werd ik vrijgepleit. Plots hadden ze bewijzend dat de vier ag…’
Meer kan Erine niet zeggen, want haar eigen partner was een van hen.’
‘Denk je aan, Bin?’
‘Ja, hoe kon hij zoiets doen.’
‘Om het geld, Erine. Alleen vraag ik me af hoe zijn vrouw het opneemt.’
Aarzelend knikt de agente.
‘Lisona is er slecht aan toe. Eerst de dood van haar man en dan bleek hij ook nog schuldig te zijn aan omkoperij.’
‘Gelukkig ben je weer in je eer herstelt, Erine.’
‘Dat wel, maar hij was mijn partner. Ik hoop dat ik nooit in de verleiding kom.’
‘Jij niet, Erine.’
‘Ik ben ook maar menselijk, Malon. Ze hebben me al geld aangeboden, maar ik arresteerde die vrouw wegens omkoperij.’
‘Daar heb ik van gehoord.’
‘Laat ons erover zwijgen, Malon.’
‘En dat kristal met die opname. Van wie zou die zijn.’
‘Ik heb een vermoeden, maar dat kan niet kloppen, Malon. Die roodkop zou nooit helpen om me vrij te pleiten. Ze haat me.’
‘Je bedoelt Sorane Nador?’
‘Ja, ze heeft me zelfs gedreigd me te zullen doden.’
‘Waarom?’
‘Daar kan ik niet over praten, Malon.’
Malon glimlacht even en knikt dan.
‘En nog iets. Volgens een collega die mij bewaakte, was die roodharige een agente.’
‘Verdomme. Dat zal toch niet…..’
‘Wat?’
‘Er was hier een paar minuten geleden een roodharige agente met de naam Sorane Cobanon. Ze was op zoek naar gegevens over Verin, de vriend van Sorane Nador.’
‘Ik denk dat ik haar even gezien heb, toen ze naar buiten ging.’
‘Zou kunnen, Erine.’
‘Maar nu even over jou. Heb jij niets anders te doen dan hier te staan kijken?’
‘Jawel, maar ik wilde even fris luchtje scheppen.’
‘Is dat zo, Malon? Ik heb haar maar even gezien, maar die roodharige agente was wel een zeer mooie vrouw. Maar ergens doe ze me aan die huurmoordenares den..k… Zou het.. Nee, dat waagt die zeker niet.’
Malon gezicht krijgt een rode kleur.
‘Ze had hulp nodig,’ zegt hij wrevelig en haast zich weg.
Erine kijkt hem na en glimlacht.
‘Zou hij een liefje hebben?’ 
Verschillende dagen gaan voorbij, terwijl Sorane zich opnieuw op haar lessen begint te concentreren. Op het einde van de maand wordt Sorane opgeroepen voor haar eerste opdracht, maar ze beseft dadelijk dat er iets in haar veranderd is. Ze wilden van haar een koelbloedige moordenares maken, maar de beelden van Nevon hebben haar veranderd. 
Als ze voor de Coördinator staat, zegt ze:
‘Ik kan niet slagen, sir. Verin is nog maar pas gedood. Daardoor kan ik mij nog niet voldoende concentreren.’
Even kijkt de man Sorane in de ogen, dan knikt hij.
‘Deze maal zal ik iemand anders die opdracht geven, Sorane. Je kan maar beter je gevoelens leren bedwingen, want de volgende maal sta je voor de keuze uitvoeren of je ligt dood voor mijn voeten op de vloer. Je kent de regels.’
‘Zeker, sir,’ antwoordt Sorane met een geforceerde glimlach.
De assistent van de Coördinator kijkt haar na als ze het vertrek verlaat.
‘Maak de goede keuze, meid, want anders verliezen wij de twee besten van deze lichting. Er kan geen genade zijn. Als ik je later alsnog laat ombrengen, dan zal ik moeten zorgen, dat de verdenking niet op mij valt,’ denkt hij.
Twee avonden later ontmoet Sorane twee van haar vrienden bij de groep.
‘Hai, Sorane. Ben je eindelijk terug?’
‘Nog maar een paar ogenblikken, Erson.’
‘We moeten je spreken, Sorane.’
De roodharige knikt.
‘Over een uurtje in sector K, Erson,’ zegt ze.
Dan haast ze zich naar een minder gebruikt deel van het ondergrondse complex. Hier heeft ze een verborgen ruimte, die alleen zij kan openen. Zelfs de Coördinator weet hier niets van. Als ze haar beide vrienden en enkele anderen eindelijk op de camerabeelden ziet naderen, opent ze de deur. Ook Erson en Ginsa zijn erbij. Even glimlacht ze, als ze het groepje ziet binnen komen.
‘Is er iets gaande?’
‘We hebben beslist om onze plannen te vervroegen, Sorane.’
De roodharige kijkt Evino aan.
‘Zijn jullie dan klaar?’
‘Ja. Ons bestaan is hier van geen tel. Layon heeft ons vertelt van de beelden die hij gezien heeft, toen Verin de opdracht kreeg om Axin en Nevon te doden. En als hij het goed gehoord heeft, moest jij er ook aan. Gelukkig mislukte Verin gedeeltelijk in zijn opdracht.’
‘Ik dode hem, Evino.’
‘Wat? Ben je daar zeker van? Ik hoorde dat een agente hem dode.’
‘Nee. Hij vuurde van op een appartement naar mij en bezorgde me verschillende kleine wonden. Maar geen van zijn capsules raakte me goed genoeg. Dan kreeg ik mijn kans en raakte ik hem van op straat.’
‘Dan moet je veel geluk gehad hebben, Sorane.’
Sorane kijkt Ginsa in de ogen en knikt.
‘Alleen voor onze vrienden was het te laat.’
‘Je bedoelt Axin en Nevon?’
‘En hun baby. Ik zal hen missen, want Axin heeft me altijd gesteund, tijdens onze opleiding.’
‘Ieder van ons, denk ik,’ zegt Ginsa knikkend.
Even is het stil in het vertrek.
‘Gaan onze plannen nog door,’ vraagt de jonge vrouw plots.
‘Nu zeker, Ginsa. Ik heb mezelf gezworen om de opdrachtgever te doden, Ginsa. En de Coördinator heeft Verin die opdracht geven. Dus is hij ook verantwoordelijk voor Verins dood. Maar we moeten wel het juiste ogenblik afwachten.’
Evino knikt.
‘Over een week zijn er verschillende leden, die niet bij ons groepje horen, op weg om hun laatste opdracht uit te voeren. We hadden geplant om er dan vandoor te gaan.’
Even denkt Sorane na.
‘In orde. We doen het. Maar we gaan er niet vandoor. Ik wil deze cel vernietigen.’
Verschrikt kijken beiden haar aan.
‘Wat? Waarom dan?’ stamelt Ginsa.
‘Ten eerste komen ze dan niet zo snel achter ons aan. En ten tweede. Ik heb dat moeten beloven aan enkele vrienden van de zoon van de Coördinator.’
‘Zijn zoon?’
‘Ja, zijn vrouw werd voor zijn ogen doodgemarteld door de Coördinator. Hij zwoor haar te zullen wreken, maar hij kon zijn vader niet doden. Daarom vroeg het aan zijn vrienden, maar die hebben allen levenslang. Zij trainden mij op voorwaarde dat ik de opdracht zou uitvoeren.’
Even zegt niemand iets.
‘Een schuld moet ingelost worden, Sorane. Als de Coördinator dood is, dan is alles hier in chaos,’ merkt Erson op.
‘Ik zorgt daar wel voor, Erson.’
‘Hopelijk lukt je plan, Sorane. Zoals je al zei, wordt deze cel daardoor in een chaos herschapen. Zonder bevelen wordt onze vlucht iets gemakkelijker. Misschien slagen we er zelfs in om te ontkomen.’
‘Verzamel onze volledige groep en bereidt alles voor, Evino.’
‘Zoals we afgesproken hebben, zijn er al verschillende bommen geplaatst. Maar om dit complex met de grond gelijkt te maken. Hebben we er nog meer nodig.’
‘Die zijn er genoeg, aanwezig in de voorraadruimtes, Evino. Voor ze die missen zal het al te laat zijn.’
De jongeman knikt even naar Ginsa, zegt:
‘En als we niet slagen?’
Sorane kijkt Ginsa in de ogen.
‘Dan maakt het voor ons toch niet veel meer uit. Maar ze zullen hier nadien geen nieuwe leden meer kunnen opleiden,’ zegt Evino.
Even later verlaten beiden het vertrek, dat daarna door Sorane afgesloten wordt. Terwijl haar vrienden alles voorbereiden gaat het leven verder zijn gewone gang. Sorane traint opnieuw met de ijver die ze altijd gehad heeft. Diegenen die haar observeren zijn tevreden, want ze lijkt zich over de dood van Verin en beiden anderen heen gezet te hebben. 
Een week later krijgt ze een bericht dat ze bij de Coördinator verwacht wordt. Snel brengt ze haar vrienden op de hoogte. Ze besluiten dat het ogenblik gekomen is.
‘Dus we doen het nu.’
‘Zijn de bommen geplaatst?’ vraagt Sorane.
Een van de jonge vrouwen knikt.
‘Al meer dan een week, Sorane.’
‘Dan doen we het. Evino verspreid je met jouw groep in de gang, die naar het kantoor van de Coördinator leidt. Ginsa, Jij en Erson komen mee met mij.’
Beide knikken en tasten even naar hun wapens, die in hun schouderholster dragen. Dan gaan ze op weg. Sorane drukt haar hand tegen het contact naast de deur, waardoor een signaal geactiveerd wordt. Van binnenuit wordt de deur geopend. Sorane stapt gevolgd door haar vrienden naar binnen.’
‘Ik had Sorane uitgenodigd. Wat doen jullie hier?’
‘Her Fakrin, onze groepsleider heeft ons gezonden om die twee hier voor een uur af te lossen,’ meldt Erson, terwijl hij naar beide lijfwachten wijst.
‘Is het al tijd voor jullie om te gaan eten?’
De twee mannen knikken.
‘Als Sorane vertrekt kunnen jullie haar vergezellen.’
Even kijkt Sorane naar haar vrienden, want dit is een streep door hun rekening. Maar ze ziet Erson knikken.
Dan richt de Coördinator zich tot Sorane.
‘Ik heb je laten komen voor een opdracht, Sorane,’ zegt hij een reikt Sorane een foto en aan blad met gegevens over een man.
Op de foto ziet ze een man, die ze moet doden. Maar ze kent hem niet.
‘Het is een hooggeplaatste, maar corrupte, politieman, roodkop. Dus iemand die tot jou voorkeursgroep behoort. Hij wordt voor een paar mensen te inhalig. Dus ik verwa…’
‘Nee,’ zegt Sorane.
‘Wat? Nee.’
‘Nee, Coördinator. Die agent dood ik misschien nog wel. Maar eerst kom jij aan de beurt. Jij gaf Verin de opdracht om mij te doden. Hij hielt echter nog steeds van mij, daarom miste hij.’
‘Dat was zijn test, Sorane Nador. Het was hij of jij. Er kan maar een de beste zijn in elke groep.’
‘En Nevon, Axin en hun onschuldig kindje. Waarom?’
‘Zij wilden weg uit de organisatie. Dat kunnen we niet dulden.’
‘Het spijt me, Coördinator. Die beslissing maakte van mij een vijand. Ik en Verin hielden van elkaar.’
‘Waar ga je heen, Sorane? Niemand verlaat de organisatie, dat weet je?’
‘Ik en enkele anderen hebben beseft dat ons leven voor jullie geen waarde heeft.’
De Coördinator kijkt even om zich heen en kijkt de andere aanwezigen een voor een aan. Hij voelt dadelijk de vijandige sfeer die er plots hangt.
‘Het is ons leven, Sorane. Wij hebben er allen voor gekozen. Iedereen die weg wil wordt uitgeschakeld, dat weet ieder van ons,’ zegt de Coördinator, terwijl een teken geeft aan de vier lijfwachten.
Sorane reageert dadelijk en heeft bliksemsnel een wapen in haar hand. De man en de vrouw rechts van de Coördinator, krijgen haar capsule recht in het voorhoofd. Erson en Ginsa bergen hun wapen weer in het holster en staren even naar beide mannen naast de deur. Dan horen ze Sorane zeggen:
‘Zeker, Jij was de Coördinator. Wij de uitvoerders. Maar wij hebben een andere keuze gemaakt en besloten om onze kans te gebruiken. Maar er is nog een andere reden.’
‘Welke dan, roodkop? O, je bedoelt mijn zoon.’
‘Weet je daarvan?’
‘Ja, Verin heeft je verraden.’
Even kijkt Sorane in zijn ogen. Dan glimlacht ze.
‘Dan moet ik er minder woorden aan vuil maken.’
‘Mijn zoon kende de regels, Sorane. En hij is al een hele tijd geleden omgekomen. Ik vraag me af wie je die opdracht gegeven heeft.
Op dat moment komt Evino met de anderen binnen. Zij houden hun wapen in handen.
‘Dus jullie zijn met meer dan jullie drie, die muiterij plegen. Denk maar even aan jullie kansen, mannetjes en vrouwtjes. Jullie zijn nog te jong om nu al te sterven.’
‘Dat is juist, maar we steunen elkaar.’
De Coördinator slikt even, want hij beseft dat ze het allen menen.
‘En wat nu. Jullie beseffen toch dat ik alle actieven en niet-actieven achter jullie aanstuur.’
‘Nee, dat zal je niet, man,’ zegt Sorane.
‘Ben je daar zo zeker van?’
Sorane knikt, terwijl ze de man nauwlettend in het hoog houdt.
‘Je zoon had vrienden onder de gevangenen. Jij hebt de vrouw van je zoon laten doodmartelen, omdat ze zwanger was. Mijn komst bood de gevangenen de kans, die ze anders nooit gekregen zouden hebben. Zij deden mij een voorstel, dat ik met plezier aannam. Dus gaven ze mij een harde opleiding die van mij de huurlinge maakte die ik nu ben. De training die ze mij gaven stelde mij gelijk aan een geactiveerde huurmoordenares.’ 
‘Daarom was je ineens zo goed. Ik vermoedde al dat een normale training je niet zo ver gebracht kon hebben,’ zegt de man, terwijl hij naar enkele anderen, die nog in opleiding zijn, kijkt.
Die trekken plots met een snelle beweging hun wapens. De Coördinator glimlacht eerst, maar als hij merkt dat ze hun wapen niet op Sorane richten, schrikt hij. 
‘Wij zijn het allen eens. Dit leven is niets voor ons,’ fluistert Sorane, terwijl ze de Coördinator in de ogen kijkt.
Die doet nog een poging om zijn wapen onder het bureau te grijpen. Maar Sorane is veel sneller. Haar wapen braakt een dodelijke capsule uit. Dodelijk getroffen zakt hij in elkaar. 
Op dat moment schuift de deur op. Vier mannen willen hun getrokken wapen richten, maar de vrienden van Sorane laten zich dadelijk vallen en openen het vuur. De vier storten in hun voorhoofd of in de borst getroffen neer. Maar er zijn nog anderen die door de schoten opgeschrikt zijn. Die grijpen hun wapens.
In de hal barst een hevig vuurgevecht los tussen twee groepen. Langs beide kanten vallen doden en gewonden. Maar Sorane en enkele anderen hebben dit voorbereid en hebben een betere dekking. Meer dan vijf minuten later klinken de laatste schoten. De overlevenden staan op. De zes mannen en drie vrouwen kijken de roodharige aan, terwijl ze hun wapen wegbergen. Vier van hen zijn gewond, maar houden zich staande.
Even kijken ze met gemengde gevoelens naar de doden. Diegenen die aan hun kant stonden en ook diegenen die vroeger hun collega’s waren liggen overal verspreid in hun bloed.
Een van hen knielt naast een jonge vrouw, die in haar bloed op de vloer ligt. Langzaam sluit hij haar dode ogen.
‘Het spijt me, Liya,’ fluistert hij.
Ginsa knielt naast hem en slaat een arm om zijn schouder.
‘Ze koos voor de andere zijde, Gersan.’
‘Ik weet het. Maar ik had haar graag gespaard.’
Sorane kijkt hen met gemengde gevoelens aan.
Erson, zegt met een hese stem:
‘Het was nodig, vrienden. Ieder van ons had de keuze. Maar nu zijn we vrij.’
‘Vrij zijn we nog niet echt en dat zullen we nooit zijn,’ merkt een brunette op.
Ze schrikken echter alleen van de ernst van haar woorden. Want ze zijn vanaf nu allen opgejaagden.
Toch volgen ze Sorane naar boven. Sommigen geholpen door een ander. Maar ze bereiken allen veilig de bovengrondse villa. De groep verwijdert zich snel en zoekt dekking tussen de leegstaande villa’s in de buurt.
‘En nu. Wat doen we nu?’ vraagt een ander, terwijl die Sorane aankijkt.
‘Ik blijf in deze stad, want mijn stiefouders hebben hier een leven opgebouwd. Ieder van jullie kan dezelfde keuze maken of weggaan,’ zegt deze.
‘Wij gaan, Sorane. Wij hebben geen familie of vrienden die ons binden. Misschien ontmoeten we elkaar nog weleens, maar ik weet niet of we dit leven vaarwel kunnen zeggen.’
‘Ik hoop het wel, Evino. Want vroeg of laat leidt dit pad naar de dood.’
‘Het zij zo, Sorane. Wij denken onder te duiken bij de Taranen. Misschien kunnen we bij hen een beetje geluk vinden en deze tijd vergeten.’
‘We moeten elk afzonderlijk onze weg gaan, vrienden. Alleen hebben we een grotere kans om de Taranen te bereiken,’ zegt Ginsa, terwijl ze de laatste hand legt aan het verband om de heup van Gersan.
Die trekt dan zijn hemd er weer overheen.
‘Dank je, Ginsa,’ zegt hij.
Dan ziet hij enkele vrienden.
‘Laat ons daar afspreken, Ginsa. Als we daar samenkomen, dan kunnen we ons organiseren en als het nodig is verdedigen.’
‘Als de Taranen dat toelaten, Ovino.’
‘Dat lukt wel. Ze hebben daar strijders nodig en wij zijn zeer geschikte kandidaten.’
‘Pas op. Daar zijn er nog anderen.’
Op dat moment komen nog een twintigtal jonge mannen en vrouwen uit de villa. Dadelijk heerst er een vijandige sfeer. Sorane stapt naar de nieuwe groep toe. Het zijn mensen in opleiding zoals zij.
‘Wij kozen voor de vrijheid, omdat we niet willen doden in opdracht van Akron,’ zegt ze.
‘En daardoor hebben jullie ons in het verderf gestort, roodkop.’
‘Jullie hebben nu de keuze. Voeg je bij ons of ga terug naar binnen.’
Enkelen van de groep knikken en willen vooruit stappen.
‘Als we hen uitleveren dan zullen ze ons sparen,’ roept een zwartharige jongeman, maar die schrikt als Sorane bliksemsnel haar beide wapens trekt.
‘Jij terug naar binnen, Riso. En diegenen die dezelfde mening toegedaan zijn, kunnen hem beter volgen,’ klinkt haar dreigende stem. 
Iets meer dan de helft van de groep maakt zich van hen los en voegen zich bij Sorane’s vrienden. Maar dan slaakt Erson een kreet. Sorane doet dadelijk een stap achteruit en draait zich om. Een van de jongemannen zakt dodelijk getroffen in elkaar tegen de muur van de villa. Maar hij draagt granaten, die dadelijk ontploffen als zijn lichaam de grond raakt. Die ontploffing dood verschillende mensen, die in de naaste omgeving staan.
‘Hij wilde je doden,’ zegt een van de leden van zijn groep gevoelloos.
De anderen van die groep houden hun wapens op de zeven anderen, die bleven staan, gericht.
‘Wij steunen, jullie allen,’ zegt Teya, een jonge vrouw.
De vrienden van Sorane zien hen knikken en laten hun wapens zakken. De tien overgebleven kijken Sorane met blikken van ingehouden woede aan.
‘Ga maar terug binnen en hoop op een genadige dood,’ zegt Sorane bijna fluisterend.
Aarzelend stapt de groep achteruit naar de ingang van de lift toe.
Ginsa geeft de anderen teken en zegt:
‘Laat ons gaan, want over een paar ogenblikken zullen de hulpdiensten hier aankomen.’
Dan omarmt ze Sorane even en fluistert:
‘Het ga je goed, meid.’
‘Jullie ook, vrienden. Misschien zien we elkaar ooit weer.’
‘Ik hoop het, Sorane. We zullen je niet vergeten.’
Als Gina achteruit stapt, Wordt ze opnieuw omarmt. Deze maal door een blondine met de naam Cerina.
‘Dank je voor wat je gedaan hebt Sorane. Hopelijk laten ze je in leven.’
Achter elkaar verlaten ze het brandende gebouw uit en nemen afscheid van elkaar. 
‘Het gaat jullie goed, vrienden,’ zegt Sorane nog en kijkt hen na als ze tussen de huizen verdwijnen. 
Dan kijkt ze naar het kleine groepje overlopers.
‘Jullie kunnen beter gaan.’
‘En jij blijft?’
‘Ja, mijn ouders wonen hier nog.’
‘Sommigen hebben nog famillie, maar die wonen hier ver vandaan. Of we die levend zullen bereiken, dat valt af te wachten. In de databanken zullen ze onze gegevens vinden en dan…’
‘Ze zullen niets vinden,’ zegt Sorane en heft haar hand met een ontsteker omhoog.
Ze kijken Sorane verbaasd aan en een van hen zegt koel:
‘Je wil alles vernietigen.’
Sorane knikt even.
‘Maar niet alleen het gebouw.’
Enkele van de andere groep knikken begrijpend.
‘Dank je,’ zeggen enkelen van hen. 
Anderen knikken alleen maar opgelucht.
‘Ga snel. Maar ieder op zichzelf en spreek ergens af om elkaar te ontmoeten. Zoals ook mijn vrienden.’
‘Het ga je goed, Sorane Nador,’ fluistert een van de jongemannen, waarna hij zijn vrienden volgt.
Sorane kijkt even naar het gebouw als de anderen al weg zijn. Dan glimlacht ze en kijkt naar de ontsteker in haar hand. Langzaam stapt ze naar een naburig huis toe en leunt tegen de muur. Ze moet niet lang wachten. Al na tien minuten ziet ze enkele zwarte zwevers aankomen, waaruit gewapende mannen springen. Een aantal rennen het gebouw binnen, terwijl anderen posities er omheen innemen. Ze zijn klaar om te schieten.
Plots hoort ze zwak schoten uit de diepte van de lift naar omhoog komen.
‘Waarom schieten ze??? Ze zullen toch niet alle niet-actieven daarbinnen neer aan het schieten zijn,’ denkt Sorane met ontstelde blik.
Het duurt meer dan twintig minuten voor er geen geluid meer te horen is. Sorane glimlacht even, want er zijn nog alleen doden en geactiveerden in het gebouw aanwezig.
‘Elite-eenheden van Akron. Spijtig voor jullie,’ fluistert ze en drukt de ontsteker in.
Dan hoort ze verschillende ontploffingen diep onder de grond. Het bovengrondse huisje vliegt even later door de luchtdruk brandend uit elkaar.

Plaats een reactie