Ook Deno wankelt achteruit, want de straal raakte hem even aan zijn zijde. Zijn dij is door de vonken van de straal licht verbrand, maar het is wel pijnlijk. Malon moet zich tegen drie tegenstandsters verdedigen. Even komt hij in gevaar, maar hij slaagt erin om zich te herpakken. Toen hij Raya zag vallen, schrok hij hevig. Hij wil haar gaan helpen, maar dat blijkt onmogelijk. Met de moed der wanhoop verdedigt hij zich. Deno die nu nog twee tegenstanders heeft kan zich met moeite staande houden.
Aqunok kijkt zijn meesteres ontsteld aan. Toen hij haar die energiegolf op de agente zag vuren, besefte hij de genadeloosheid, die ze bij haar daden toepast. Zelfs diegenen die aan haar kant staan, spaart ze niet. Ze wist zeer goed dat Drane zou gedood worden, maar toch deed ze het.
Vanuit de ruimte worden de ‘tweehonderd’ schepen van Sorane gepeild door de schepen van Jakira en die passen dadelijk verschillende groepen jagers uitsluizen. Die duiken de dampkring in en openen het vuur op de kruisers. Energiebanen schieten langs beide zijden op hun doel toe. Tot de verbazing van Jakira’s schepen blijken de aanvallers geen echte schepen te zijn. Hun schoten brengen ook geen schade toe aan de jagers. De vijandelijke kruisers naderen hun basisschepen en energiestralen teisteren hun beveiligingsscherm.
Even blijven de schepen van Jakira verbaasd achter, maar zetten dan weer koers naar hun vorige standplaats. Plots activeert een van die spookschepen een blauwkleurig energiescherm en opent het vuur op het vlaggenschip van Jakira.
De ene straal na de andere slaat in op het beveiligingsscherm.
‘De commandant kijkt, vanuit zijn commandostoel, grijnzend toe. Want de beveiligingsvelden hebben geen moeite met de gemeten pieken. Die kruiser kan nooit tegen een schip als dit op. De bemanning wacht intussen op zijn bevel, maar hij zit te zeer te genieten van zijn triomf.
‘Horun, de schermen,’ roept een soldaat plots.
De commandant schrikt op uit zijn roes.
‘Wat?’
‘De pieken wijzen op een overbelasting.’ roept de man nog.
Op hetzelfde moment gaan hevige schokken doorheen het schip. In de kruiser zien ze de eerste stralen doorheen de romp boren, met grote verwoestingen tot gevolg. Dan schieten breder wordende barsten door de buitenkant. Enkele bemanningsleden worden de lege ruimte ingezogen. Sommigen worden door schermen beschermt. Maar anderen niet. Dan teisteren verschillende ontploffingen, op de binnen dekken, het schip. Grote vlammen schieten de ruimte in, terwijl aan de binnenkant grote vuurhaarden de bemanning naar de ontsnappingscapsules drijft.
Ook aan boord van de andere kleinere schepen hebben ze nu het gevaar van de aanvallende kruiser opgemerkt en concentreren nu het vuur op dat ene echte schip.
Aan boord van de kruiser beseffen ze dit ook.
‘Het wordt hier te gevaarlijk. Koers delta,’ beveelt Lo-arna.
Maar de piloot trekt ontsteld zijn schouders op, het schip reageert niet meer op zijn commando’s.
‘Tara, wat is…’ vraagt ze aan het halogram, terwijl het schip in een zigzagkoers in de richting van de aanvallers raast.
Tara wendt haar blik naar Lo-arna.
‘Hopelijk zijn ze niet zo stom om te blijven schieten,’ zegt ze koel.
‘Wat ben je aan het doen? Die schieten ons dadelijk in stukken.’
‘Lo-arna, de schermen naderen hun piek.’
‘Tara, geef ons de controle, we moeten hier dadelijk weg.’ roept Lo-arna bevelend met trillende stem.
‘Pas op. Het scherm verandert van kleur,’ roept iemand uit.
‘We moeten naar Enuron, Lo-arna. Onze mensen daar hebben onze hulp nodig.’
Ook aan boord van de schietende schepen zien ze het felblauwe scherm van zilverkleurig worden. Tot hun schrik kaatsen hun schoten op dat nieuwe scherm af, in plaats van opgevangen te worden. De teruggekaatste energie treft hun eigen schermen.
Dadelijk klinken bevelen door de centrales van de schepen, maar het is te laat. Verschillende schermen storten in en de energiebanen boren zich, in de nu onbeschermde buitenwanden. Meer dan twintig schepen worden vernietigd en verschillende anderen zwaar beschadigd.
In de centrale van de kruiser kijkt iedereen het halogram verbaasd aan, terwijl lichte schokken doorheen het schip gaan, als ze geraakt worden.
‘Wat was dat voor iets?’ roept Geon uit, maar op hetzelfde moment dematerialiseert het schip.
De achtervolgende schepen blijven achter en proberen overlevenden van de beschadigde schepen in veiligheid te brengen. Enkele verspreiden zich om de gevaarlijke kruiser op te sporen.
‘Zet koers naar Enuron, Tara.’
‘Bevel kan niet uitgevoerd worden, Lo-arna. Nieuwe koers gegevens worden uitgevoerd.’
Op dat moment materialiseren drie mensen, Erine, Seana en Deno. Verbaasd kijken ze hen aan.
‘Wat?’ zegt Lo-arna en staart verrast naar Tara die zegt:
‘Aron voert vanaf nu het bevel.’
‘Lo-arna, we razen recht op de zon toe.’
‘Tara, wat doe je?’ roept Lo-arna.
‘Speciale bevelen van kracht.’
‘Wat is het doel?’ vraagt Aron.
Tara zegt alleen maar.
‘De Tiren 86 verwacht ons.’
In de centrale kijkt iedereen elkaar verbaasd aan.
‘Dus daarom zijn die drie Enuronen aan boord gestraald. Ook de overbrengers zijn door Tara geactiveerd.’
‘Juist, Lo-arna,’ antwoordt Tara.
‘Daarom zijn Deno, Erine en Seana aan boord,’ denkt Lo-arna.
‘Zij zijn al met enkele anderen onderweg, commandante.’
Lo-arna slikt even, want ze beseft dat ze op weg is naar haar nieuwe commando. Plots hoort ze Tara zeggen:
‘Hittebestendige schermen geactiveerd?’
De kruiser nadert de zon steeds meer, waardoor de scanners van de achtervolgende schepen hem niet meer kunnen waarnemen. Plots zien ze op de roodgele vlammende achtergrond een kleine stip snel groter worden. Van bovenaf heeft de Tiren 86 een pentagon vorm. De top is doorzichtig, waardoor voor de eerste maal naar binnen kunnen kijken, maar de afstand is te groot om details te kunnen zien. Als de kruiser naar de zijkant toe daalt, zien ze dat de onderkant breder is dan de rest van het schip. Daarboven is een smaller gedeelte dat naar boven toe, steeds smaller wordt. Daarboven is een weer breder gedeelte.
‘Het hele schip wordt door een speciaal scherm omringt, om het tegen de straling en de hitte van de zon te beschermen,’ meldt Anya.
‘Niet alleen het schip, Tara. De kruiser vermoedelijk ook?’ zegt Deno vragend.
‘Dat is juist, maar wij kunnen het scherm maar korte tijd in stand houden. De Tiren 86 absorbeert energie van de zon, waardoor dat scherm altijd geactiveerd kan blijven,’ legt Tara uit.
Deno en beide gewezen agenten staren met een zekere angstige blik, zoals de anderen on de centrale, naar het scherm. Hun toestel daalt verder tot ze op gelijke hoogte zijn het breedste gedeelte van het grote schip. Plots zien ze een van de vijf zijden, die van de zon afgekeerd is, oplichten. Na een lichte koersaanpassing nadert de kruiser, door Tara bestuurt de licht doorzichtige verlichte band. De aanwezigen zien het grote schip steeds dichterbij komen en even later doorheen een speciaal scherm naar binnen vliegen. In de hangar land het ‘kleine’ schip op zijn landingspoten en blijft even na veren.
‘Wouw, is dit de Tiren?’ vraagt Seana plots.
Lo-arna knikt, beseffend dat haar en de anderen nu een zware taak wacht.
‘Ik denk het, want er is geen ander schip in de buurt, vrienden. Ik hoop dat deze Tara ons toelaat,’ zegt ze.
‘Geen probleem, commandante. Tara heeft toestemming verleend. Anders zouden wij de Tiren zelfs niet kunnen zien. Ze heeft zelfs uw status herkent, voor zover ze de bevelen het schip niet in gevaar brengen,’ horen ze allen hun Tara zeggen.
Een paar minuten later stappen enkele gewezen volkors en een tiental Enuronen uit.
Ze kijken allen verbaasd om zich heen in de grote hangar. Er staan langs drie wanden verschillende toestellen die op gevechtsvliegtuigen lijken.
‘Wauw,’ zegt Anaya.
‘Welkom, toekomstige bemanningsleden,’ zegt een vrouwenstem koel.
Dan pas merken ze de roodharige Tara op, die hen afwachtend observeert.
‘Is uw naam ook, Tara?’
‘Zeker, Lo-arna. Ik ben naar hetzelfde uiterlijk gevormd als de Tara’s op Enuron en jullie verkenner.’
‘De verkenner, Tara?’ vraagt Lo-arna
‘Ja, jullie schip is een verkenner, er zijn er meerdere aan boord van de Tiren 86. Kapitein Aron krijgt vanaf nu het bevel over die verkenner.’
‘En ik?’
‘Jij wordt door de Tara van de verkenner als commandante aanbevolen, Lo-arna. Anya heeft intussen de interne structuur van het schip opgeladen. Zij kan u allen de weg wijzen, terwijl jullie het schip verkennen. Maar eerst zal zij jullie woonruimten aanwijzen.’
‘Dank u, Tara.’
Maar Tara gaat er niet op in.
‘Jullie krijgen drie dagen de tijd om de interne structuur het schip te leren kennen. Daarna begint jullie opleiding.’
‘Mag ik ie…,’ zegt Deno, maar op hetzelfde moment is hij verdwenen.
Op Enuron materialiseert hij in de ondergrondse basis vlak voor Sorane.
‘Waarom staar je me zo verbaasd aan?’
‘Je bent met die blondine aan het vechten?’
‘Ja en nee. Je weet toch dat ik mij kan splitsen.’
‘Zoiets had ik begrepen, maar…’
‘Een deel van mij vecht tegen de kloon, Deno. Maar ik, een ander deel, ben hier.’
‘Maar wie van jullie is de echte.’
‘Allebei, Deno. Zowel ik als mijn andere ik, kunnen elkaar terugroepen en weer een vorm aannemen.’
‘En als jullie een van beiden gedood wordt?’
‘Dat verandert niets. De ‘dode’ vloeit weer samen met de andere die niet dood is.’
‘Leg me dat later maar eens uit.’
Sorane knikt even.
‘Volg me dan maar, Deno. Onze vrienden wachten in de centrale op ons beiden.’
Dan pas merkt hij dat ze niet alleen zijn. Er zijn een zes-tal aanwezigen, die hij echter niet kent. Maar ze kijken hem grijnzend aan. Schouder optrekkend volgt hij Sorane door de gangen.
‘Sorane wil iets van je, agent,’ hoort hij de telepathische stem van Viena.
‘Wat! Wie zegt dat nu weer?’ denkt hij.
‘Mijn naam is Viena, Deno Vergan. Ik train samen met het halografisch uiterlijk van Gayna.’
‘Ach zo en lukt het.’
‘Zeer goed. Tot later, dan zien ik en Gayna elkaar wel in het echt.’
Dan hoort hij niets meer. Even vraagt hij zich af hoe die Viena eruitziet. Even later stapt hij een kleine centrale binnen. Dadelijk herkent hij Malon en Raya en knikt even met een glimlach. Als hij Malon voorbijloopt, vraagt deze:
‘Kan je mijn houding vergeven, agent Vergan?’
Deno kijkt Malon aan en knikt weer:
‘Geen probleem, Malon. Zeg maar Deno. De bewijzen waren tegen mij. Zo te zien is je vriendin hier ook,’ zegt Deno terwijl hij naar Raya knipoogt.
‘Weet je dat ook al, Deno?’
Deno knikt en geeft de man een hand. Die drukt ze stevig.
Aan boord van de Tiren is ook de halografische gedaante van Tara in het niets opgelost.
‘We zullen er maar aan beginnen, vrienden. Deno Vergan is er al vandoor gegaan. Hem maken we later wel wegwijs,’ zegt Lo-arna, die gemerkt heeft dat Deno plots weg was, met een geforceerde glimlach.
‘Dat zal een hele klus worden. Het schip is groter dan ik in gedachten had,’ merkt Erine op.
‘Eerst onze woonruimten bekijken?’ vraagt Seana met een glimlach en ziet enkelen knikken.
‘Daar gaat ons vervoer, vrienden,’ zegt Kaeka, die met haar broer bij de groep is.
‘Waar is Lo-arna, onze nieuwe commandante?’
‘Ze werd zojuist in een overbrengersveld gehuld en verdween,’ zegt Seana.
Erine kijkt even om.
‘Wat nu?’
‘We doen eerst wat ik daareven al zei, Erine. De woonruimte en dan het schip leren kennen.’
‘Daar is de verkenner,’ horen ze Serdon zeggen.
Als ze omkijken zien ze het toestel doorheen het scherm naar buiten vliegen. Na een paar seconden duikt het schip de ruimte in op weg naar Enuron.
Jakira, die niets van dit alles weet, is nog steeds in een hevig gevecht gewikkeld met Sorane. Overal op de planeet volgen mensen het vreemde gevecht, tussen beide vrouwen. Plots zien ze nog anderen uit een energieboog stappen en zich in de strijd op het plein mengen. Het zijn leden van Sorane’s nieuwe groep.
In heel de hoofdstad wordt er gevochten. De aanhangers en bondgenoten van Jakira krijgen het steeds moeilijker, maar houden nog steeds stand. Zelfs Aqunok merkt dat de toestand gevaarlijker wordt. Maar hij heeft nog steeds vertrouwen in zijn machtige bondgenote. Jakira drijft op dit moment Sorane in het nauw door de ene energiegolf na de andere op Sorane toe te schieten.
Sorane kan ze niet ontwijken, omdat ze anders andere mensen zouden raken. Dus moet ze de golven opvangen en naar boven afkaatsen. Jakira merkt dit en richt haar aanval nu op de weerlozen in de energiekegels. Enkelen worden levend verpulverd. Het is echter een fout, want hierdoor verliest ze Sorane even uit het oog. Uit de hand van Sorane schieten pulserende energiebanen die de hoogte inschieten om dan met een boog langs verschillende zijden op hun doel toe te schieten.
Aqunok ziet het gevaar en brult zo hard hij kan. Jakira hoort hem en kijkt schrikkend om zich heen. Maar het is te laat. De golven raken haar tegelijkertijd en heffen haar van het podium op. Haar lichaam schokt, terwijl lichtschichten naar buiten schieten. Meer dan dertig seconden hangt ze in de lucht, dan is de kracht van de golf uitgewerkt. Het lichaam van Jakira komt naast het podium op de stenen van het plein terecht.
Maar tot hun verrassing richt de blondine zich langzaam en wankelend weer op, maar haar lichaam pulseert van het licht dat ze uitstraalt.
‘Jakira is sterker dan ik verwachte. Ik haal het niet, nog niet,’ denkt Sorane verschrikt en wijkt snel maar wankelend achteruit.
Even kijkt Jakira grijnzend om zich heen en richt haar beide armen dan op het podium.
‘Dat had je niet gedacht, He…. Sorane.’ roept ze spottend, terwijl een verschillende rode energiegolven uit haar handen schieten.
‘Ik kan haar niet aan. Ze is veel te sterk. We moeten hier allen weg en snel,’ fluisteren Sorane’s gedachten in haar hoofd.
De golven razen op het podium toe. Voor Sorane kan reageren wordt een groot deel van het podium verpulverd, waardoor Sorane plots geen houvast meer heeft Ze komt hard op de stenen terecht en rolt dadelijk opzij. Jakira zweeft intussen omhoog en schiet golf naar golf op de roodharige toe. Sorane richt zich snel op en springt opzij.
‘Lo-arna, haal iedereen weg en snel,’ denkt ze telepathisch naar de kruiser, die opdat moment in de dampkring duikt.
De stralen schieten over haar heen, terwijl Sorane over de vloer rolt. Jakira stopt niet en schiet de ene na de andere straal uit haar handen naar haar slachtoffer. Maar plots schieten twee blauwe vonkende bollen naar Jakira toe. Op hetzelfde moment is Sorane verdwenen. Jakira wordt niet echt geraakt maar tot haar verbazing blijven de bollen om haar heen cirkelen. Sorane is op een tiental meter achter haar weer gematerialiseerd en verzamelt al haar krachten in een grotere blauwe vonkende bol. Jakira voelt het gevaar achter zich en schiet verschillende stralen op haar geconcentreerde tegenstandster toe. Juist als de roodharige de bol afstoot in de richting van de blondine, merkt ze pas de stralen op.
Sorane weet dat het te laat is om weg te duiken en probeert te teleporteren. Maar haar reactie komt te laat. Veel te laat. Juist als ze onstoffelijk wordt ze door de ene na de andere straal geraakt. Even is ze in een golf van energie gehuld, terwijl ze zich lichtjes van de grond verheft. Langzaam begint haar lichaam te zwellen en te krimpen. Iedereen staart verschrikt naar haar vervormende lichaam, tot ze in fijnstof uit elkaar valt. Jakira is wel kunnen wegduiken voor de bol die een dieper wordende gracht achter de blondine door de stenen van het plein trekt om dan plots in het niets op te lossen.
Iedereen, ook de Jakira kloon kijkt verbaasd naar de plaats waar Sorane uit elkaar viel. Nu woedt daar alleen een poel van rode energie. Even kijkt ze verbaast naar haar nagloeiende handen. Ze voelt plots veel machtiger, want ze heeft haar grootste tegenstandster op deze planeet verslagen. Eindelijk is ze voorgoed van Sorane af. Op dat moment bereikt de kruiser van Sorane, nadat hij door de straten raasde het plein. Ook zij hebben Sorane lichaam uit elkaar zien vallen. Aron slikt even en roept:
‘Activeer de overbrengers, snel. We moeten hier weg.’
Dadelijk drukt een van haar mensen enkele virtuele knoppen op de schermen in en dadelijk materialiseren de eerste van hun nieuwe vrienden, die op Enuron vochten. Even zijn ze zichtbaar, maar dan zijn ze weer verdwenen en een nieuwe groep verschijnt. Nog geen minuut later zijn allen in de basis het schip nabij de zon, ook de naaste familieleden, die gevangen waren van Jakira. De laatsten kijken verbaasd naar hun omgeving.
‘Breng onze gasten naar een aangepaste woonruimte,’ beveelt Aron.
Plots wordt de laatste familieleden in een overbrengersveld gehuld en zijn verdwenen voor ze iets kunnen zeggen. Aan boord van de Tiren materialiseren ze in de centrale. Maar de aanwezigen staren verschrikt naar het scherm, waar de laatste resten van Sorane door de licht dwarrelen.
Ook in de kruiser kijkt men ontstelt naar de schermen. Op de plaats waar Sorane uit elkaar viel, vonken de laatste resten van de energie nog na.
‘Weg hier,’ zegt hij met trillende stem.
Dadelijk verandert de kruiser van koers en raast de lucht in. Enkele opgestegen jagers zetten de achtervolging in. Maar de kruiser is veel de snel. In de schepen omheen de planeet zien ze de kruiser weer opduiken, maar ze zijn nog niet bekomen van de vernietiging van het vlaggenschip. Ze reageren te laat. De kruiser is gedematerialiseerd en duikt zonder dat ze het merken weer op nabij Enuron.
‘Neem contact op met onze mensen aan voord van de Tiren. Misschien weten zij meer?’ beveelt Aron met trillende stem.
Het duurt een paar seconden voor het beeld van Lo-arna op het scherm verschijnt. Aron merkt dadelijk dat ze ook daar op de hoogte zijn.’
‘Wat moet er nu gebeuren?’ vraagt hij.
‘We volgen het plan van Sorane, vrienden,’ zeg Lo-arna.
De vroegere volkor aan boord van de kruiser knikt.
‘Jij voert het bevel over de kruiser, Aron. Verberg jullie voorlopig in de kleine basis op de zeebodem.’
‘En Sorane. We zagen haar…’
‘Dat heb ik ook gemerkt, Aron. Zelfs als ze dood is, dan nog moeten we onze taak uitvoeren. De Tiren heeft een bemanning nodig en jullie kruiser is de enige op Enuron die een teleport verbinding met de Tiren kan opwekken.’
‘Je hebt gelijk, Lo-arna. We hebben allen onze taken. Maar wie neemt de leiding over dit alles op zijn of haar schouders,’ vraagt een vrouwelijke gewezen Volkor.
‘Voorlopig zal ik dat doen, Serin. Later zullen we Tara en Anya laten beslissen wie het meest geschikt is voor die taak.
‘Dat lijkt me ook het beste, Commandante.’
‘Noem me maar gewoon Kapitein. We staan maar aan het begin van onze strijd en we zijn met zeer weinig in aantal,’ zegt Lo-arna en wend zich daarna tot Aron, die het gesprek gevolgd heeft:
‘Ik neem wel contact op als we hier alles een beetje gewoon zijn en onze opleiding aangevat hebben.’
Aron knikt en ziet het beeldscherm donker worden.
Aan boord van de Tiren kijkt Lo-arna naar de aanwezigen. Iedereen zit daar maar op de vloer of op een zwevende stoel. Allen hebben ze eenzelfde droevige blik in hun ogen. Opnieuw beseft ze dat Sorane er niet meer is. Een vreemde angst maakt zich van haar meester.
‘Verdomme, ik draag nu de verantwoordelijkheid over deze mensen,’ denkt ze, dan merkt ze de man op waar Sorane van hielt.
Ze merkt dadelijk dat hij helemaal kapot is.
‘Dat kan toch niet waar zijn,’ hoort ze hem fluisteren.
‘Ze werd door de rode energiegolven, die de blonde op haar toeschoot, omringd en we zagen haar lichaam vervormen en dan uit elkaar vallen,’ fluistert een brunette die op een paar passen van hem op de vloer zit. Naast haar zit een bruinhuidige met een even moedeloze blik.
‘Dat moet Seana, de zus van Deno, zijn,’ denkt ze.
Even weet Lo-arna niet wat te doen, maar dan herpakt ze zich.
‘Tara, wil je contact opnemen met onze mensen in de basis op Enuron.’
Dadelijk verschijnt het beeld van de centrale van de kruiser in de 3d kubus in het midden van de ruimte.
Een van de vroegere Volkors, kijkt haar aan.
‘O, Lo-arna. Ben jij het. Heb je me nodig?’
‘Ja, Serin. Ik ben aan boord van de Tiren. Ik zou willen dat jij je ook naar hier laat overstralen, zodra jullie kruiser in de onderzeese basis aangekomen is. Geon kan je als tweede officier vervangen.’
‘Is het werkelijk waar dat Sorane…?’
Lo-arna knikt.
‘We weten het niet zeker, maar het lijkt zo. En vermoedelijk is die Raya ook gedood.’
Even zegt Serin niets, dan vraagt ze:
‘Wat nu?’
‘We gaan voorlopig verder met wat Sorane van plan was. Daarna zien we wel.’
‘Toch is er iets vreemds aan de hand. Gayna is er niet van overtuigd dat ze Sorane en Raya dood zijn. Die beweert dat de tot stof vergane Raya een kloon was.’
‘Als dat nu eens waar kon zijn,’ denkt Lo-arna.
‘Dat zou een mogelijk kunnen zijn, Serin. Sorane paste het gebruik van klonen al eerder toe.’
‘Dat herinner ik me. Maar we zagen allen dat haar lichaam verpulverd werd.’
Lo-arna knikt en zegt:
‘We zien wel wat de toekomst brengt. Wil jij je naar de Tiren laten overstralen? Ik heb je hier nodig, want iedereen hier is terneergeslagen.’
‘In orde. Dat was zo afgesproken. Ik laat het Aron even weten, want hij verwacht me. Tot over een paar minuten.’
Weer knikt de commandante en zucht, terwijl ze nog even om zich heen kijkt.
‘Tara, ben je er?’
‘Altijd Commandante. Dat moet je weten.’
‘Weet jij meer over Sorane?’ vraagt ze wrevelig.
‘Op het plein is Sorane Cobanon door de energiegolf geraakt en de scanner konden haar niet meer waarnemen, toen haar lichaamsstof in de energie oploste. Daardoor konden de scanners haar niet meer waarnemen.’
‘Leef ze nog?’
‘Niet voldoende gegevens. In heel de hoofdstad kan ik geen herkenbare structuur van diegene die zich Sorane Cobanon noemt waarnemen. Wel enkele structuren van nauw verwante personen met de namen Cora en Sovane Cobanon.’
‘Dat moeten haar oudere zussen zijn, Lo-arna.’
De commandante kijkt om en kijkt vragend naar Seana.
‘Die twee zijn amazones, die met drie nichten op zoek waren naar Sorane. Maar ze zullen haar nu niet meer vinden.’
‘Misschien willen die zich bij ons aansluiten,’ merkt Erine op.
‘Als iemand van ons een van hen ontmoet dan kan die het even vragen.’
‘Dat gaat moeilijk als we aan boort van de Tiren blijven.’
‘Voorlopig moet dat, Seana. Misschien over een paar weken,’ zegt Lo-arna, maar dan wordt haar aandacht afgeleid.
Op dat moment materialiseert Serin.
‘U had me nodig, Commandante,’ hoort ze haar zeggen.
Opnieuw zucht ze even en richt zich dan op.
‘Verzorg de gewonden. Zelfs als onze meesteres dood is, dan zullen...’
‘Waag jij mij, meesteres, te noemen, Lo-arna? Heb ik dan toch een verkeerde het bevel over de Tiren gegeven?’ klinkt een fluisterend stem in het hoofd van de commandante.
De vroegere volkor kijkt verschrikt om zich heen. Maar ze ziet niet aan wie de stem toebehoort.
‘Wie? Sorane? Anya, weet jij het?’ denkt ze verschrikt.
‘Nee, Lo-arna. Ik heb de gegevens van de stem, maar die behoren aan de gebieder van Delos. Een verband tussen die gebieder en Sorane kan ik niet vinden.’
‘Zoek dat zo snel mogelijk uit, Anya. Als het nodig vraag je Tara om te helpen. Ik wil weten of Sorane nog in leven is of niet,’ denkt ze bevelend.
Anya antwoordt niet, terwijl Lo-arna om zich heen kijkt. Dan wordt haar aandacht getrokken door Serin.
‘Wat kunnen wij nog doen, Lo-arna. Die Jakira zal haar macht uitbreiden en van ons weer willoze moordenaars maken,’ zegt Serin, die niet gemerkt heeft, dat haar commandante even verstarde.
Even staart de commandante nadenkend naar de vloer.
‘Dat is mogelijk, Serin. Maar ik zal vechten tot ik niet meer kan. Voorlopig trekken we ons terug,’ zegt Lo-arna streng, terwijl ze naar de mensen om haar heen kijkt.
Serin knikt en kijkt op haar beurt om zich heen. Ze merkt enkele gewonden op en haast naar hen toe. Ook als Volkor was zij een soort dokter, waardoor ze veel kennis van het menselijk lichaam heeft.
‘Iemand hulp nodig?’ vraagt ze.
Twee vrouwen, die een man verzorgen, knikken even. Serin haast naar hen toe om hen te onderzoeken.
‘Gewoon verbinden. De wonde is zuiver,’ zegt ze en gaat verder naar enkele anderen toe, want niet iedereen draagt een hypsoon. Drie doden zijn er gevallen in hun kleine groep. Gayna kijkt plots Malon aan, die met Raya in zijn armen wezenloos voor zich uitstarend, op een stoel zit. Het jonge meisje kan niet geloven dat, al is het maar zwak, Raya nog leeft. Een oudere man, die zijn arm om de schouders van zijn huilende vrouw geslagen heeft, staat naast de agent. Ze loopt naar hen toe en kijkt even naar het lijkbleke gezicht van Raya. Dan valt haar blik op de wonde. Dat is geen normale wonde. Bij een levende zou die onregelmatig moeten zijn, maar hier zijn de wanden recht naar binnen. Zoiets kan toch niet. En dan de kleur, die zou roodachtig moeten zijn. En deze is tot diep van binnen grijskleurig. De moeder van Raya zit naast haar dochter geknield, terwijl tranen over haar wangen lopen. Raya kijkt haar aan en fluistert:
‘Niet wene...n, mevr... ou. Ik ben klo… v..n… Raya’
De ouders van Raya moeten machteloos toe te kijken, hoe het leven langzaam in de ogen van hun dochter dooft.
‘Raya, ik ben het, je moeder. Waar noem je mij mevrouw? Herken je mij niet meer?’ stamelt Audra.’
‘Was Sorane er nog maar? Zij zou Raya wel kunnen genezen,’ denkt Deno, maar beseft dat hij en alle aanwezigen, zoals hijzelf, Sorane uit elkaar zien vallen in de energiegolf.’
Gayna scant Raya’s gedachten, maar ze zijn zo zwak, maar toch anders. Het lijkt wel alsof Raya ver weg is. Ze snapt het niet. Als dit Raya is, waar komen die zwakke gedachten dan vandaan. Plots schrikt Gayna, Raya’s gezicht begint in te zakken en valt langzaam tot stof in elkaar. Ook haar kledij lost langzaam op in het niets. Alleen haar Hypsoon blijft achter en valt tussen de voeten van Malon op de vloer. De agent staart er verschrikt naar. Hij kan maar niet begrijpen wat er gebeurd is.
Gayna kijkt verbaasd naar de Hypsoon. Raya is niet meer en toch vangt ze nog zwak haar gedachten op. Snel bukt ze zich en raapt het Pentagon op van de vloer. Even kijkt ze ernaar, maar dan grist Malon het uit haar hand.
‘Dit is het laatste stukje dat van Raya overblijft. Dit is van mij,’ zegt hij, met tranen in de ogen.
Geconcentreerd staart Gayna naar de Hypsoon en fluistert plots:
‘Dat is geen Hypsoon. Die is gekloond.’
Malon en enkele anderen kijken haar verbaasd aan.
‘Wat is het dan, meisje?’ vraagt Serin.
‘Dat ding is gekloond. Het ziet eruit als een echte, maar het straalt geen impulsen uit,’ zegt Gayna.
‘Ga naar je ouders, Gayna. Als Sorane er nog was, dan zou ze je straffen.’
Gayna kijkt even naar Lo-arna. Dan knielt het jonge meisje op de plaats waar Raya tot stof uit elkaar viel. Even tast ze op de vloer en merkt ook dat de stof langzaam vermindert.
‘Kloonstof, ik ben zeker dat dit Raya niet was,’ merkt ze zelfzeker op.
Even is het doodstil in de zaal. Iedereen kijkt het jonge meisje aan.
‘Ga, meisje. Je hebt al genoeg gezegd.’
Gayna kijkt Malon smekend aan, maar hij heeft alleen maar oog voor de hypsoon in zijn hand. Dan draait hij zich om en loopt met stramme stappen de centrale uit. Gayna kan zijn verdriet voelen tot diep in haar binnenste voelen. Kon ze hem maar helpen, maar dat kan niemand, maar ze is zeker dat Raya nog in leven is. En misschien leeft Sorane ook nog steeds.
‘Anya is op de hoogte, Gayna,’ hoort ze plots een bekende telepathische stem.
‘Sorane ben jij dat?’ denkt ze vragend, maar ze krijgt geen antwoordt.
Even kijkt ze besluiteloos om zich heen, was het haar verbeelding of niet. Als Raya nog leeft, dan zou het kunnen dat Sorane ook nog steeds leeft. Waarom weet ze niet, maar diep in haar binnenste weet ze dat ze gelijk heeft.
‘De echte Raya moet zich ergens verborgen houden, maar waar? En daar bevindt Sorane zich ook. Of ik moet me sterk vergissen?’ denk ze.
Even wil ze iets zeggen, maar dan trekt ze glimlachend haar schouders op.
‘Ze zullen me toch niet geloven. Ik moet eerst uitvinden waar Sorane en Raya zijn. Misschien wil Anya mij wel helpen.’
‘Het spijt me, Gayna. Ik mag je niet aanmoedigen om je zoektocht verder te zetten,’ hoort ze de gedachtestem van Anya.
‘Jij moet het toch weten, Anya. Leeft Sorane nog?’
‘Niet voldoende gegevens, Gayna. De verbinding met Sorane’s hypsoon ging verloren toen haar lichaam uit elkaar viel. Ook met de Hypsoon van Raya Verodin heb ik geen enkel contact meer.’
‘Ergens geloof ik je niet Anya. Als Sorane dit van plan was, dan zou je misschien nu haar bevelen opvolgen. Maar ik zal de waarheid wel vinden, desnoods zonder je hulp,’ denkt ze, maar Anya zegt niets meer.
Dan valt haar blik weer op Malon. Even wil ze iets zeggen, maar zwijgt, terwijl ze hem nakijkt, als hij met wankelende stappen de centrale wil verlaten.
Plots blijft hij echter in het midden van de deuropening staan. Met een ontstelde blik draait hij zich om allen zien ze zijn lege hand. Ook de Hypsoon is tot stof vervallen.
Iedereen ziet zijn niet begrijpende blik, maar niemand kan hem helpen. Nu heeft hij niets meer dat van Raya geweest is.
‘Dat was geen echte Hypsoon, Malon. Ik weet zeker dat Raya leeft. Misschien is ze in handen van die Jakira gevallen en wil zij ons op die manier van ons stuk brengen,’ denkt Gayna telepathisch naar Malon.
Malon kijkt met een woedende blik naar het jonge meisje.
‘Als dat zo is, dan is ze erin geslaagd. Ik stop ermee.’
Iedereen kijkt elkaar aan, terwijl Malon met schokkende schouders door de deur stapt. Gayna ziet de deur achter hem dichtschuiven. Dan valt haar blik op de ouders van Raya. Ze zijn trots op hun dochter, omdat ze voor hun, haar leven waagde. Maar ze geven Sorane de schuld van haar dood. Als zij haar niet beïnvloed had, dan had ze nog geleefd.
Even wil Gayna harde woorden zeggen, maar ze besluit om zich in te houden. Ze hebben te veel verdriet en haar woorden zouden het alleen maar erger maken. Ze loopt op hen toe en neemt hun hand vast.
‘Kom, volg me,’ zegt ze.
De ouders van Raya kijken het jonge meisje aan en knikken. Gayna sluit even haar ogen en ze zijn alle drie verdwenen. Als ze materialiseren, kijken beiden haar verbaast aan.
‘Dit is jullie toegewezen woonruimte?’
‘Woonruimte?’
‘Jullie verblijf tot we weer vrij naar buiten kunnen. Lo-arna zal contact met jullie opnemen.’
‘Wie is dat nu weer?’
‘Ik denk dat zij het bevel over de groep en de Tiren voorlopig op zich genomen heeft.’
‘Voorlopig, Gayna?’
‘Ik ben ervan overtuigd dat Sorane en jullie dochter nog in leven zijn.’
‘Gayna. Dat mag je niet zeggen. Je doet ons veel pijn.’
‘Ze leven allebei nog, mijnheer Verodin. Daar ben ik van overtuigd.’
‘Hoe weet je dat zo zeker, meisje?’
‘Ooit zal Raya hier opdagen, mevrouw. Als jullie blijven zullen jullie haar weerzien.’
‘En als we niet willen blijven?’
‘Dat is jullie beslissing, maar wacht tot jullie met Lo-arna gesproken hebben.’
De vrouw knikt even en vraagt:
‘Dat zullen we dan maar doen. Maar hoe zijn we hier terecht gekomen?’
‘Teleportatie, dankzij Sorane, heb ik mijn gaven beter leren beheersen.’
‘Vernoem haar naam niet, meisje. Als Sorane Raya met rust gelaten had, dan…’ zegt de man
‘Ja, ik weet het. Jullie achten Sorane verantwoordelijk voor wat er met Raya gebeurd is. Maar wat jullie dochter deed was moedig, maar dom. Ze liet zich te veel beïnvloeden door haar gevoelens. Ik merkte het te laat, anders had ik haar, desnoods met mijn krachten hier gehouden,’ zegt Gayna.
‘Dankzij mijn dochter leven we nog allemaal, meisje.’
‘Dat is niet juist, mijnheer. De kruiser behoorde tot het plan van Sorane. Maar Raya verstoorde de plannen van Sorane door in te willen grijpen. Daarom moest ze optreden om haar te redden.’
Even kijkt de vader van Raya naar zijn vrouw.
‘Raya bezat moed, maar reageerde te snel. Ze had moeten wachten tot de tijd rijp is. Onze groep is nog veel te zwak om een rechtstreekse aanval uit te voeren.’
‘Je bent een verstandige meid, Gayna.’
‘Ik ben een leerlinge van Sorane, mevrouw.’
‘Mijn naam is Audra en dit is Luvon. Maar ik denk dat je je vergist, al hoop ik van niet.’
‘Ik vergis me niet, Mevr…Audra. Maar het was Sorane die ons beval om niet in te grijpen. Daarom verscheen ze alleen met Malon en Deno om Raya daar weg te halen. Het was een reddingspoging, meer niet.’
‘En dat werd de dood van onze dochter.’
Gayna kijkt de man aan en schud haar hoofd.
‘Ik zal het zoeken naar Sorane en Raya niet opgegeven.’
‘Wees niet te veel teleurgesteld, meisje. We zagen allen dat Sorane’s lichaam uit elkaar viel.’
‘Misschien was dat haar doel, vrienden. Alleen weet ik niet waarom. Maar in ieder geval denkt Jakira nu ook dat ze van Sorane geen gevaar meer moet verwachten.’
‘Je hoop is in een soort wensdroom, Gayna. Later zal je wel inzien dat je verkeerde gedachten hebt.’
‘Ik zal hen vinden,’ zegt Gayna nog eens en lost dan plots op in het niets.
Verbaasd staren de man en zijn vrouw naar de plaats waar ze stond.
‘Waarom heeft ze ons hier gebracht?’ vraagt de vrouw huilend.
‘Dat weet ik niet, maar naar ons huisje kunnen we ook niet meer terug. Alleen vraag ik mij af waar dat meisje het over had. Wist ik maar wat ze bedoelde met, dit is Raya niet, toen ze het stof, dat van onze dochter overbleef, in haar hand nam.’
‘Wie weet welk spelletje ze met ons speelt. Dat is een vreemd meisje, maar toch voel ik dat ze eerlijk is. Kon ik maar geloven dat ze gelijk heeft. Dan zou Raya nog leven en zich ergens verborgen houden.’
De man kijkt zijn vrouw aan.
‘Dat is zeker, schat. Onze dochter zal, als ze werkelijk nog leeft, wel gezocht worden, door de politie,’ knikt hij en slaat dan, zijn arm om haar schouders en drukt haar tegen zich aan.
Tara wordt op dat moment opgebouwd.
‘Lo-arna, het wordt tijd dan je nieuwe commando op jou neemt. Aron is voorlopig de bevelhebber van de kruiser. Serin wordt als tweede in rang in de kruiser ingedeeld.’
De vrouw kijkt het halogram verschrikt aan.
‘Waarom? Ik heb Serin hier nodig.’
‘Sorane wenste het en dus heb ik besloten om daarmee in te stemmen. Serdon, zijn zus Kaeka, Erine, Seana, Anaya, Deno en een twintig anderen zullen, onder jouw leiding een opleiding volgen aan boord van dit schip. De laatsten die zich nog op Enuron bevinden worden morgen overgestraald.’
‘Sorane heeft al zoiets gezegd, Anya. Maar ben ik niet op Enuron nodig.’
‘Jullie opleiding is te belangrijk, Lo-arna. Sorane vertrouwt jou en stelde voor om jou de Tiren toe te vertrouwen. Uitstel is niet mogelijk, want het zal voor ieder van jullie een harde leerschool worden.’
Voor Lo-arna iets kan zeggen lost Tara weer in het niets op.
Iedereen kijkt elkaar verontwaardigd aan.
‘Wie krijgt dan de leiding van de basis op Enuron?’ merkt Deno op.
Niemand van de aanwezigen weet het.
‘Dat staat nog niet vast. Tara zal dat later moeten beslissen, voorlopig wordt Serin in de kruiser verwacht.’ horen ze de stem van Anya langs hun hypsoon.
‘Ik ga terug naar de basis om samen met Viena en onze nieuwe vriendin, Liese, onze training verder te zetten, commandante,’ zegt Gayna op dat moment.
Lo-arna staart het meisje verbaasd aan.
‘Dus ik moet in de kruiser dienstdoen?’ vraagt Serin.
De commandante knikt alleen maar.
‘Het moet dan maar. Maar misschien kunnen jullie beiden, zoals wij allen, eerst een goede nachtrust gebruiken.’
‘Dat lijkt me ook, niet Gayna.’
Even wil Gayna weigeren, maar dan knikt ze toch maar.
De volgende morgen zijn staat het meisje Serin al op te wachten nabij de overbrenger. Als de vroegere volkor opduikt grijpt Gayna haar hand vast en een seconde later staan ze in de centrale van de kruiser.
‘Zo je bent er, Serin. Ik zie je nog wel,’ hoort ze het meisje zeggen nadat ze gematerialiseerd zijn.
Verbaasd kijkt ze om zich heen en merkt de verbaasde gezichten van Aron en de anderen op. Dan herinner ze zich Gayna weer.
‘Dat meisje is een teleportrice, Aron,’ zegt ze.
De man knikt even.
‘We verwachten je al, Serin.’
Intussen zijn alle aangeduide mensen in de overbrengingsruimte van de Tiren stoffelijk geworden. Vragend kijken ze allen Lo-arna aan. De commandante die hen stond op te wachten, begroet hen:
‘Welkom aan boord van dit oeroud schip, dat in een baan om de zon cirkelt. Het kreeg van de bouwers uit vervolgen tijden, de naam Tiren. Sorane wilde dat ik het bevel over dit schip op mij nam. Jullie en diegene die al aan boord zijn, krijgen ongeveer een jaar de tijd om ons met dit schip vertrouwd te maken. Als die periode voorbij is, moeten jullie dat schip en zijn mogelijkheden door en door kennen.’
‘Is Anya zeker dat u daar bekwaam voor bent?’ vraagt Anaya, die pas met de nieuwe groep aan boord gekomen is.
Op dat moment wordt Tara opgebouwd.
‘Sorane dacht van wel. En ik kan haar bevelen niet naast mij neerleggen.’
‘Sorane dacht…..? Leeft ze dan werkelijk nog.’
‘Niet genoeg gegevens, Commander Lo-arna.’
‘Commander?’
‘Dat is je rang. Naar de wens van Sorane wordt Kapitein Anaya Rand je eerste officier.’
Even slikt de gewezen Volkor, dan knikt ze.
‘Als dat Sorane wens is dan zal ik mijn uiterste best doen.’
De aanwezigen kijken elkaar verbaasd aan.
‘Wat is de bedoeling, Tara?’
‘Het hoort tot de planning van Sorane, Lo-arna. Zelfs nu ze niet meer aanwezig kan zijn, heeft dat plan voorrang.’
‘Wat bedoel je met niet meer aanwezig kan zijn. Heeft Gayna dan toch gelijk?’
‘Dat behoort op het moment niet tot mijn bevoegdheid, Lo-arna.’
Even kijkt Lo-arna Tara verontwaardigd aan, maar trekt haar schouders op.
‘En dat schip. Wat is daar speciaal aan, dat we een jaar nodig hebben om alles te leren.’
‘Dat zal je snel duidelijk worden als jullie opleiding begint.’
‘Waar komt de Tiren vandaan, Anya?’
Het halogram, dat naast haar roodharige lotgenote staat, richt zich tot Deno.
‘Het is een zeer oud schip, afkomstig van Delos, en bestemd voor de gebieder. Maar wel ultramodern uitgerust voor deze tijd. Ik heb, of liever een halogram zoals ik, ook met de naam Tara, heeft een planning opgesteld, die nauw moet gevolgd worden. Het schip biedt plaats aan ongeveer driehonderdvijftig vaste bemanningsleden, maar voorlopig hebben we maar weinig mensen. Dus zal een voorlopige bemanning moeten volstaan. Na de testen van de mensen die zich in deze basis bevinden, zullen er nog meer naar de Tiren gezonden worden. Alleen de geschiktste personen mogen aan boord van dat schip. De missie die de Tiren moet uitvoeren is te belangrijk om fouten te maken.’
‘Mogen we weten wat de missie is, Anya of moet ik dat aan Tara vragen?’
‘Tara begeleid jullie aan boord van de Tiren. Ik ben maar jullie persoonlijke begeleider, Deno.’
Dan doet Tara een stap naar voor.
‘Om op uw vraagt te antwoorden. Onze bestemming is de amazone planeet Yharven, waar de weg naar Delos begint.’
Iedereen staart verbaasd en ontstelt naar het halogram, maar zij zegt niets meer. Plots zijn beide halogrammen in het niets opgelost.
‘Delos, dat is toch die planeet uit de legendes. Waar velen naar gezocht hebben, maar die nooit gevonden is. Ook Sorane heeft er een tijd geleden al iets over gezegd.’
‘Dat is juist, Anaya. Maar velen hebben hun zoektocht met de dood moeten bekopen of zijn nooit meer teruggevonden.’
Terwijl ze opgewonden onder elkaar beginnen te praten, komen enkele anderen binnen.
‘Moet ik je nu met Kapitein aanspreken, zus?’
Anaya omarmt Erine en fluistert:
‘Dat weet ik ook niet. Als we dienst hebben, denk ik wel. Maar verder zal onze naam wel voldoende zijn, vermoed ik.’
Intussen staart Jakira nog steeds naar het vreemde schip dat boven het plein van de hoofdstad Krimlar hangt. Ze probeert er met haar telepathische krachten binnen te dringen, maar ze slaagt er maar niet in. Het lijkt wel alsof het er niet is. Plots is het schip echter opnieuw verdwenen. Dan dringen de eerste geluiden van haar omgeving opnieuw tot haar door. Aqunok en zijn mensen juichen, nu ze de strijd gewonnen hebben. Vele agenten die hun kans zagen, hebben hun wapens neergeworpen. De aanhangers van Jakira en Aqunok hebben de toestand in de stad opnieuw stevig onder controle.
Aqunok en enkele anderen kijken toe als de schepen van Jakira op de luchthaven landen. De eerste van de vele Volkors die nog zullen volgen zetten voet op Enuron. De blondine schrikt als ze het bericht hoort, dat haar vlaggenschip vernietigd is. Ze balt woedend haar vuisten. Zowel Jakira als Aqunok beseffen beiden dat er nog veel werk gedaan moet worden voor ze hun heerschappij over deze planeet kunnen vestigen.
Het verlies van haar vlaggenschip heeft Jakira zwaar aangegrepen. Ze kijkt alleen maar voor zich uit. Aqunok, schrikt van haar blik als ze hem plots aankijkt.
‘De bewoners van deze planeet zullen een nieuw en groter schip voor mij moeten bouwen. Of ze nu willen of niet. En dan zullen ze mij als Godin moeten erkennen of mijn macht voelen,’ hoort hij haar fluisteren.
‘Wat doen we met de gevangenen die nog in de kegels staan?’
‘Niets, Aqunok. Laat hen vrij. Ze vormen toch geen gevaar voor onze plannen. We hebben nu andere dingen te doen?’
‘En Sorane. Wat...’
‘Die is er geweest, dat heb jij toch ook gezien. Waag jij te denken dat een huurmoordenares, met een paar verborgen krachten, machtiger is dan ik, Aqunok.’
‘Aqunok slikt, maar zegt niets.
‘Ik ga uitzoeken waar Sorane’s groepje zich verbergt en dan worden ze openbaar terechtgesteld. Concentreer jij je op onze machtspositie, Aqunok. Ik verwacht, dat je tegen het einde van deze maand, de hele toestand hier op dit continent stevig in handen hebt,’ zegt de blondine, maar innerlijk twijfelt ze aan de dood van Sorane. En als ze toch dood is, dan is ze misschien nog gevaarlijker. Want ooit wordt ze terug geboren en dan weet ik niet wie Sorane dan zal zijn.
‘Ik had haar moeten verdoven, verdomme. Dan was ze nu mijn gevangene en onder mijn controle.’
‘Misschien, Hera. Maar in ieder geval zijn we een hele tijd van haar af. Van die tijd moeten we gebruik maken om onze macht te verstevigen. En als ze dan toch nog komt, dan zijn we klaar om haar op te vangen,’ zegt hij.
‘Je hebt gelijk, Aqunok. Misschien ben jij toch een waardige heerser die mijn plaats kan innemen,’ zegt Jakira bijna fluisterend.
Aqunok knikt en kijkt zuchtend om zich heen. Hij beseft dat zijn leven een andere wending aangenomen heeft. Over enkele maanden bezit hij de macht heel Enuron. En dan kan hij met de hulp van Jakira zijn macht uitbreiden tot ver in het heelal. Voor zijn ogen doemen de eerste beelden op van zijn overheersing. Verschillende machthebbers, waar onder enkele Amazone koninginnen knielen voor hem. Een gelukkig gevoel trekt doorheen zijn lichaam.
Jakira die zijn gedachten scant, denkt spottend…
‘Idioot. Als ik je laat leven, dan als slaaf, maar zeker niet als heerser over mijn rijk. Maar voorlopig laat ik je nog genieten van je schijnbare macht, omdat ik je nog nodig heb.’
Maar dan klinken de woorden van Sorane, die haar doen verstijven, opnieuw door haar gedachten:
‘Doden zijn gevaarlijker dan levenden.’
‘En deze maal heb ik haar zelf gedood. Of niet.’ denkt ze rillend.
Schuw kijkt ze om zich heen alsof ze de geest van Sorane ergens zou kunnen opdagen. Maar nergens ziet ook een teken van de roodharige. Langzaam begint ze te glimlachen.
‘Ik zie overal spoken. Na de dood blijft er alleen stof over. Geen enkel wezen staat weer op uit de dood, alleen een machtige zoals ik zou dat kunnen,’ gaat het door haar gedachten.
Dan ziet ze niet begrijpende blik van Aqunok op zich gericht. De blondine zegt echter niets en richt haar ogen naar de dansende mensen. Maar plots is ze verdwenen.
Diep onder de grond materialiseert ze. Hier hangt Tena met haar handen boven haar hoofd aan het plafond vastgeketend.
‘Wat vind je van mijn gastvrijheid, Tena. Geniet je er evenveel van, als ik er zal van genieten.’
‘Maak me los of dood me, kloon.’
Jakira glimlacht even.
‘Ik kan alleen genieten als de persoon die ik behandel in leven is, mooie meid. Maar vrees niets, als ik mij begin te vervelen, dan ben je er geweest of nog beter ik zend je naar Ganronan. Daar kan je nog van grote nut zijn. Je had er beter aan gedaan om Sorane, de moordenares te doden. Dat was veel eenvoudiger geweest. Je twee vrienden zullen je vervloeken vanuit de hel, omdat je hen niet gewroken hebt.’
‘Misschien toch niet, kloon. Sorane is door jouw krachten gedood, dus is ze de straf die jij voor haar in gedachten had, ontsnapt, al is het niet door mijn hand.’
‘Hoe weet je dat, Tena? Heeft iemand zijn mond voorbijgepraat?’
‘Dat is juist, kloontje. Je hebt hier waar je nu staat je overwinning uitgeroepen alsof je evenwaardig aan een godin zou zijn. Maar je bent niet meer dan een microbe die denkt een olifant te zijn.’
Even slikt Jakira en kijkt haar gevangene met een woedende blik aan.
‘Kloon, schatje. Jij blijft me nog steeds kloon noemen,’ sist ze.
‘Dat ben je ook en dat zal je altijd blijven, kloon.’
‘Dat denk ik niet. Jij zal mij Jakira noemen, voor ik je naar de derde planeet van een stelsel, dat ik Ganronan genoemd heb, laat brengen.’
‘Je kan me beter doden, nietig kloontje. Als ik ontsnapt zal ik weer voor je staan en dan zal je moeten vechten voor je leven.’
‘Dus je wil dan doen wat je nieuwe vriendin Sorane niet kon.’
‘Ik zal slagen, kloon.’
‘Noem me morgen, Hera Jakira. Dan krijg je misschien die kans waar je naar lijkt te verlagen. Of misschien ben ik tevreden als je mij bij mijn echte naam noemt. Misschien laat ik je die wel eens weten, als ik die in een vrolijke bui ben,’ zegt de blondine voor ze naar de deur toeloopt.
‘Wat is er op Ganronan, kloon?’
Even wil Jakira woedend uitvallen, maar dan zegt ze glimlachend:
‘Dat is een kloon planeet, Tena en een ware hel voor vrouwen. Ze hebben daar kinderen nodig om te klonen. Daarom stuur ik daar vrouwen zoals jij naar toe. Als je op die derde planneet slaagt om te overleven dan word je naar de vierde planeet gebracht. En daar zullen je kinderen, zoals de kinderen van de andere vrouwen, gekloond worden.’
Tena kijkt haar schrikkend aan.
‘Bedoel je…’
‘Ja, de vrouwen die ik naar daar stuur zijn perfecte moeders voor die kinderen. En ik heb er veel nodig, want ik wil een grote gekloonde legermacht vormen, die mijn Dor’zun vloot zal bijstaan. En dan zal Orlandar, de planneet van jullie goden vallen.’
‘Dus als ik je kloon blijft noemen is dat mijn lot?’
‘Geraden, Tena. Je hebt drie dagen bedenktijd. Doe het grondig. Als je mij dan met Hera Jakira aanspreekt, dan zal ik misschien genadig zijn. Al hoop ik dat je dat niet doet, want dan kan ik nog meer genieten van je pijn. Misschien laat ik je wel vrij, dan kan je eindelijk je vrienden wreken.’
‘Doe het, kloon. Maak me dan los. Dan zal ik je doden, zoals jij Dargo en Arjina gedood denkt te hebben.’
Verbaasd staart Jakira Tena aan.
‘Dacht je dat ik het niet te weten zou komen, kloon. Jij doodde de klonen van mijn vrienden, niet Sorane.’
Met een verbaasde blik kijkt Jakira haar gevangene aan.
‘Dus je weet het, Tena.’
‘Ja, Sorane heeft mij toestemming gegeven om haar te scannen, toen ze mij in handen had. Je hebt gezegd, dat je haar gedood hebt, maar ik vrees dat ze steeds machtiger wordt bij elke keer dat ze gedood wordt. Doden zijn gevaarlijker dan levenden, kloontje, dat zou je moeten weten.’
Jakira balt haar vuisten, terwijl ze trilt van woede.
‘Wacht even, je had het over klonen. Wat bedoel je?’
‘Sorane had je goed liggen. Je dode klonen van Dargo en zijn vrouwtje Arjina.’
‘Wat?!!’ Wie wil zeggen dat ik klo…. Verdomme, als dat waar is dan leven ze beiden nog.’
‘En of dat waar is.’
Woedend staart de blondine Tena en grijnst dan:
‘Later zorg ik wel dat ze zoals jij levend en wel in mijn handen vallen. Dargo heb ik niet echt nodig, maar zijn mooi vrouwtje zal jouw lot delen.’
‘Ze zullen geen van beiden jou dienen, kloon.’
‘O, nee Tena. Jij bent anders al goed op weg om een van mijn trouwste dienaressen te worden.’
‘Dat nooit, kloon. Ik zal…. Aaaargggghhh..’
Even krimpt Tena kreunend in elkaar als Jakira haar krachten op haar loslaat. Maar dan is Jakira plots verdwenen.
Tena bekomt maar langzaam van de vreselijk pijn die haar lichaam in stukken dreigde te scheuren. Kreunend probeert ze zich te herpakken, maar het duurt meer dan twee minuten voor ze weer helder kan denken. Dan richt ze haar blik op de plaats waar de blondine verdween, maar die is er niet meer. Ze kijkt om zich heen, maar ze beseft al snel dat ze hier hulpeloos vasthangt. Ze voelt zich lichamelijk zwak en ook haar krachten zijn bijna niet voelbaar.
‘Ze moeten me iets ingespoten hebben, maar ik mag niet opgeven. Ik voel me zo vreemd en kan met niet concentreren,’ denkt ze.
‘Weer juist, Tena. Anders zou je toch alleen maar aan nutteloze wensdromen denken. Als ik met je klaar ben dan vertrek je, samen andere vrouwen, met bestemming Ganronan. En daar zijn jullie alleen nog nuttig om kinderen op de wereld te zetten. Dat is de enige reden waarom ik jou hypsoon vervangen heb door een Yomon. Een ontsterfelijk leeft langer, waardoor die mij vele kindjes zal schenken om te klonen,’ hoort ze de stem Jakira plots, maar toch klinkt die nu veel mannelijker, dan daarvoor.
Vind-ik-leuk Aan het laden...