Terwijl Deno en Erine de schoten beantwoorden beseffen dat ze zich in een benarde situatie bevinden.
‘Beweeg maar niet, Tanay,’ klinkt de stem van Seana dreigend
Er zijn meer dan tien schutters, die hen langs twee zijden bestoken. Ze kunnen geen kant op.
‘Laat jullie wapens vallen of we schieten om te doden,’ roept een van de schutters.
‘Deno, we kunnen beter doen wat ze zeggen.’
‘Je hebt gelijk, Erine. Misschien krijgen we later nog een kans.’
‘Die geef ik jullie niet, agent. Zodra ik vrij ben, zijn jullie alle drie er geweest. De gevangenen hebben we nog even nodig, die kan ik voorlopig niet bestraffen, maar ik geef geen cent meer voor hun leven, zodra Sorane veroordeeld is,’ zegt Tanay koel.
Deno beseft dat ze niet anders kunnen en laat zijn wapen zaken.
‘Ik bescherm jullie. Scherm geactiveerd,’ zegt een stem in hun gedachten plots.
‘Anya!’
Seana kijkt Erine even aan.
‘Wie was dat?’ vraagt Deno.
‘Deno, dat was Anya. Ze kan een scherm als bescherming vormen.’
‘Woede is een slechte raadgever, Tanay. Je had beter gezwegen,’ zegt Erine met een glimlach en springt op.
De gevangene schrikt als ze het lichtend scherm om haar drie tegenstanders ziet vormen. Dan rent Erine weg en vuurt op de schutters. Die laten zich dadelijk in dekking vallen, maar voor twee van hen is het te laat. Ze storten dood naar beneden. Dan worden de schoten op Erine geconcentreerd.
‘Die is er geweest.’ zegt Tanay, maar schrikt als ze merkt dat Erine, hoewel ze verschillende keren geraakt wordt, verder loopt.
‘Zo snel geven wij ons niet gewonnen, Tanay. Jij hebt te vroeg gelachen.’
‘Jij bent geen gewone agent. Jullie beschaving is nog zover niet.’
‘Goed geraden, Tanay. Zij horen bij mij,’ zegt een stem plots.
Verschrikt kijken ze om en ziet Sorane staan.
‘Jij. Jij zit toch in een cel. Hoe kan..’
‘Je meesteres zou je beter de waarheid vertellen in plaats van die te verzwijgen, Tanay. De oude Sorane is dood, maar ik waarvan je meesteres een kloon is, ben nog steeds levend en wel.’
‘Sorane dood. Wie ben jij dan?’
‘Ik ben nu meer dan diegene die ik bij geboorte was. Ik vloeide samen met enkele van mijn andere delen.’
‘Delen?’
‘Vraag maar aan je meesteres, misschien wil zij je inwijden. In een van mijn vorige levens was ik een blondine. Je meesteres is een kloon van de vrouw die nu een deel van mij is,’ zegt de roodharige, terwijl ze haar uiterlijk in Jakira verandert.
‘D..at ka.n toch niet,’ stamelt de vrouw verschrikt, maar al snel herpakt ze zich.
‘Ik vloeide in het dode lichaam van Sorane met haar identiteit samen. Met ons beiden wekten we haar lichaam weer tot leven,’ hoort ze de blondine, die langzaam weer in Sorane verandert, zeggen.
Even staart ze de roodharige aan, maar dan zegt ze hees:
‘Toch heb je niet gewonnen, Sorane of moet ik je Jakira noemen. De gijzelaars kan je niet beschermen. Zij zijn er geweest als jullie je niet overgeven.’
Jakira glimlacht alleen maar, terwijl ze een energiescherm omheen de groep opbouwt.
‘Probeer maar, Tanay. Probeer maar te bewegen.’
De vrouw probeert haar arm met het wapen omhoogheffen, maar ze kan hem zelfs geen millimeter hoger krijgen. Zelfs haar vingers kan ze niet bewegen.
‘Je bent een telekinete, roodkop,’ roept ze uit.
‘Onder andere,’ hoort ze Sorane met lichte spot zeggen.
‘Sta maar op, vrienden. Loop kalm naar die groene boog toe,’ zegt Sorane
Tanay kijkt haar ontstelt aan en beseft dat haar kansen verkeken zijn. In stilte vervloekt ze haar meesteres, de andere Jakira, die haar de waarheid niet verteld heeft. Had ze geweten wie haar tegenstanders waren, dan had ze het anders aangepakt. Even wil ze nog een kans wagen, maar de stem van Seana achter haar doet haar van gedacht veranderen.
‘Doe maar, Tanay. Maar ik richt op je mooie benen. Ver zal je niet lopen, maar je kan dan nog altijd kruipen.’
Even kijkt ze de agente aan.
‘Kijk maar goed uit, vrouwtje. Want als ik een kans krijg, zal ik niet op je benen richten.’
Seana glimlacht even.
‘Je mag het altijd proberen, als we elkaar na je celstraf nog eens tegen het lijf lopen.’
Intussen verdwijnt de laatste van de groep doorheen de energieboog. Deno richt zich op en geeft zijn zus een teken. Seana duwt Tanay vooruit. Sorane lost op dat moment op in het niets.
Tanay maakt van deze kans gebruik en grijnst even.
‘Misschien gebeurt dat nog veel eerder, agente,’ zegt ze en drukt op een knop van haar armband.
Daardoor wordt een energieboog gevormd.
Voor Seana, Deno of Erine kunnen reageren is hun gevangene erdoorheen gestapt.
Sorane materialiseert op dat moment op een paar passen van een schutter, die verbaast naar de gijzelaars staart, die door iets onbegrijpelijks beschermt lijken te worden. Sorane glimlacht even als ze de gedachten opvangt van de man, die de gijzelaars een voor een ziet verdwijnen.
‘Straks krijg je nog een hartstilstand, huurling,’ zegt ze plots.
De man verstijft even en draait zich dan bliksemsnel om. Maar hij ziet niemand staan en plots wordt zijn wapen ook nog uit zijn hand gerukt. Voor zijn ogen buigt het wapen tot het breekt. Dan vallen de stukken op het dak. Wat hij niet weet is dat hetzelfde ook bij de andere schutters gebeurde. Allen horen ze de telepathische stem van Sorane.
‘Bij onze volgende soortgelijke ontmoeting breek ik jullie wapens niet meer, huurlingen, maar dan zijn jullie aan de beurt. Verdwijn, voor ik mij bedenk.’
Even kijken alle huurlingen om zich heen, maar geen enkele ziet ook maar iets. Maar ze maken zich allen uit de voeten. Als ze elkaar ontmoeten bij hun zwevers, stappen ze stilzwijgend in. Sorane kijkt hen van op het dak na, als ze met grote snelheid weg razen. Dan bemerkt ze Erine op, die haar beneden staat op te wachten. Een gedachte is genoeg en ze materialiseert naast de gewezen agente.
‘Waar is de vrouw die mij toetakkelde of was dat weer Sorane? Ik dacht haar te zien.’
‘Juist, Erine. Dat was ik. Maar jij hebt het over die kloon. Waar die is weet ik niet. Maar ze zal wel haar duivelse plannen aan het uitbroeden zijn. Ze wil over deze planeet heersen. Aqunok is maar een soort marionet.’
‘Wat bedoel je?’
‘Ik heb de datamodules die Sorane door Rinar liet verzamelen, bekeken. Aqunok heeft zijn mensen op belangrijke plaatsen over heel het continent geplaatst. Zij willen de macht overnemen. En die kloon zal heersen over alle leven op Enuron. Ze bezit een groot deel van mijn vroegere krachten en is een van de beste vechters die ik ken. Of ik haar kan verslaan weet ik niet, maar als het zover is zal ik het proberen.’
‘En als je verliest.’
‘Dan is het haar grote triomf. Het pad naar de hoogste macht in deze sector ligt dan voor haar open.’
‘En als jij wint. Ligt dat pad dan ook voor jou open.’
‘Vermoedelijk wel, Seana. Maar ik wil die macht over leven en dood niet.’
‘Ik denk dat je je zelf bedriegt, Sorane. Macht is een verleiding waaraan weinig mensen aan kunnen weerstaan.’
‘Je verandert wel van gedachten als je me beter kent, agente.’
Terwijl Seana, Deno en Erine hun wapen op de vreemde vrouw richten draait Sorane zich glimlachend om en bemerkt Tena.
‘Je vermoeden klopt, agente Vergan. Sorane laat zich door niemand tegenhouden, zelf niet, als ze er genadeloos voor moet doden.’
‘Je gelooft me nog steeds niet, Tena.’
‘Nee, moordenares. Ik vraag me af of deze idioten weten dat jij een verachtelijke moordenares bent. Als ik iets eerder aangekomen was, van hadden Dargo en Arjina nog geleefd. Maar jij en je trawanten niet meer.’
‘Wat bedoel je?’ vraagt Deno met trillende stem.
Tena kijkt hem aan en zegt met een stem die trilt van haat en woede die erin doorklinkt.
‘Die Sorane daar, doet alsof ze veranderd is, maar ze is nog een ergere moordenares dan die kloon van mijn vriendin. Ze heeft twee vrienden van mij koelbloedig afgemaakt.’
‘Tena, denk je nog altijd dat ik Arjina en ook Dargo gedood heb.’
‘Je kan zeggen wat je wil, Sorane Cobanon of hoe je je ook mag noemen. Ik zal je straffen voor de dood van mijn vrienden. Verdedig je en als die drie daar zich niet afzijdig houden gaan ze er ook aan.’
Sorane staat daar verbaasd naar Tena te kijken.
‘Ze is blind van de haat. Kon ik Arjina en Dargo maar bereiken, dan zou Tena…..,’ denkt ze en weet even niet wat te doen.
‘Tena, denk alstublieft na. Ik heb hen niet gedood? Ze strijden nog steeds aan mijn zijde zoals ze ooit samen met jou en Rondo aan je zijde streden.’
‘Nog meer liegen, Sorane. Zeg wat je wil, maar je komt hier niet levend weg.’
Even kijkt Sorane naar haar drie vrienden. Die merken dat Sorane besluiteloos is. Dan kijkt ze naar haar tegenstandster.
Even kijkt Deno intussen naar Tena en glimlacht:
‘Gelukkig voor u, wil Sorane niet met je vechten, roodtje. Mijn vrouwtje maakt gehakt van jou als ze het wenst.’
Tena kijkt hem verbaasd aan en hoort ook Seana zeggen:
‘Verdwijn, nu je nog kan. Arjina en Dargo zouden zich schamen, als ze je zo zouden zien.’
Op dat moment zegt Sorane:
‘Dood me dan maar om je haat te bevredigen, Tena. Volg je nieuwe pad naar de zwarte weg, maar je laat wel Rondo en alle liefde achter, die je ooit gevoeld hebt.’
‘Laat Rondo hierbuiten, moordenares. Dit is de laatste maal dat je je vrienden gezien hebt. Ik zal je doden,’ roept Tena uit, terwijl ze haar energiezwaard activeert.
Even kijkt ze naar de drie anderen, maar die zijn geen partij voor haar. Ze dragen zelfs geen wapens.
‘Van deze kans moet ze gebruik maken, Rondo en de anderen zullen het wel begrijpen. Als Sorane dood voor mijn voeten ligt, zal ik de haat en woede wel van mij kunnen afwerpen,’ denkt ze.
‘Laat je toch niet inpakken door die komedie. Sorane is en blijft een genadeloze moordenares.’ klinkt haar stem luid.
Maar ze ziet de vrouw met korte midden bruine haren naar haar toekomen en op een pas afstand blijven staan.
‘Mijn naam is Seana Vergan. Agente van beroep. Sorane heeft mijn leven gered, vreemde roodkop. Ze had zich ook afzijdig kunnen houden. Maar ze deed het niet. Ik geef je een kans om je uit de voeten te maken, anders arresteer ik je.’
‘Ga weg, agente. Jij bent geen partij voor mij.’
‘Als je Sorane wil doden, zal je mij eerst voorbij mij moeten,’ sist Seana, terwijl ze haar haar energiezwaard activeert.
Tena kijkt de agente verbaasd als de cilinder in haar hand gevormd wordt.
‘Hoe komt ze daaraan?’ denkt ze even en schrikt als ook Erine en Deno een cilinder vormen.
‘Een verrassing niet, roodje. Voor je bij onze vriendin raakt zal je ons moeten verslaan. En we zullen het je niet gemakkelijk maken.’
‘Zijn jullie zo dom, dat jullie Sorane’s plan ook niet inzien? Jullie moeten mij uitputten, zodat zij mij daarna kan doden, zoals ze met Dargo en Arjina gedaan heeft.’
‘Stop, vrienden. Als ze haar verstand niet wil gebruiken, dan kunnen jullie haar toch niet overtuigen,’ zegt Sorane en stapt op haar vroegere vriendin toe.
‘Mijn verstand gebruiken, Sorane. Maar ik ben mij zeer goed bewust van wat ik moet doen.’
Je was ooit een van mijn beste vriendinnen en we streden zij aan tegen de zwarte machten. Als je de waarheid onder de ogen wil zien, zal je dat weer worden.’
‘De waarheid ken ik, Sorane. Ik geloof niets van jouw verhaaltje.’
Sorane doet plots en stap vooruit en leg haar handen op de schouder van Erine en Seana.’
‘Ik dank jullie allebei, Maar ga alstublieft, vrienden.’
Zowel Seana als Erine kijken even om naar Sorane en schudden hun hoofd.
‘We blijven, Sorane,’ zegt Deno, terwijl hij zijn energiezwaard laat verdwijnen.
‘Nee! Ga met je zus mee naar de kinderen!!’ zegt Sorane licht bevelend.
Deno slikt even. Maar Seana is hem voor.
‘Nee, wij blijven om je te steunen, want die vrouw daar liegt.’
Even kijkt Tena de drie verrast aan. Maar haar woede richt zich nu ook tegen hen.
‘Waag het niet om in te grijpen. Want anders liggen jullie naast haar in je bloed.’
Even kijkt Sorane naar Deno en zijn zus.
‘Dank je, vrienden. Maar Tena vormt geen gevaar voor mij.’
‘Ben je zeker?’
‘Ja. Mijn vriendin hier heeft iets over het hoofd gezien. Ze is de weg van het zwarte niets ingeslagen. Zelfs Rondo, de man waar ze al duizenden jaren van houdt, zal zich van haar afkeren, maar ze beseft dat nog niet.’
‘Is zij die Tena, die door somigen als een godin aanbidden?’
‘Dat is ze of liever dat was ze, Seana.’
Dan richt ze zich tot haar vroegere vriendin als Jakira.
‘Je volgt de zwarte weg, Tena. Anya, je hypsoon zal je niet meer dienen.’
Even staart Tena Sorane in de ogen en glimlacht.
‘Dat is juist, Sorane. Anya steunt mij niet meer. Maar ik heb die niet nodig om jou te doden.’
Toch verstijft ze hevig, want Sorane heeft gelijk. Door haar woede en haat, staan zelfs haar vroegere vrienden niet meer achter haar.
‘Door die moordenares ben ik mijn eigen waarden ontrouw is,’ denkt ze.
Tena voelt zich plots leeg een eenzaam. Ik ben en heb niets meer. En die roodkop daar is daar de schuld van. Even sluit ze haar ogen en kijkt Sorane en Deno aan.
‘Alleen vraag ik me af hoe je aan dat energiezwaatd komt. Je draagt geen Hypsoon meer.’
‘Die heb ik van de plaats waar jij mijn vrienden ombracht, Sorane. Ik heb alle cilinders van de Volkors die daar gedood werden in mijn bezit.’
Sorane knikt alleen maar en activeert haar energiezwaard activeert. Even schrikt Tena, maar dan heeft ze haar energiezwaard omhoog en neemt een gevechtshouding aan. Maar plots vraagt Sorane:
‘Wil je het nu uitvechten, Tena? Of wil je het uitstellen.’
Tena kijkt Sorane in de ogen en aarzelt. Want haar concentratie heeft een harde klap gekregen.
‘Zo te zien, ben je er niet aan toe, Tena. Als je wil zullen we het uitstellen tot je volledig uitgerust bent. Dan zullen we vechten, maar niet nu.’
‘Je wil er toch niet tussenuit knijpen.’
‘Waarom Tena? Ik verheug me al op ons spelletje.’
Even kijkt Tena verveelt naar Sorane.
‘Omdat je het als een spelletje ziet, zal ik alleen mijn zwaard gebruiken. Je met mijn esper krachten doden zou sneller gaan, maar dan zou ik niet meer met mijzelf kunnen leven.’
‘Je mag het altijd proberen, Tena. Maar ik sta mijn mannetje wel, ook als je espergaven gebruikt. Je vergeet dat ik je ken, al geloof je het niet.’
Tena fronst haar wenkbrauwen, maar schud haar hoofd.
‘Hoe kan zij mij kennen?’ denkt ze, ‘Ze zegt dat ze ooit Jakira was. Als dat waar zou zijn dan beoordeel ik haar misschien verkeerd. Ik heb ook niet echt gezien het wat er gebeurd is… Alleen mijn twee dode vrienden, Sorane en die anderen die daar waren.’
Na deze korte gedachtekronkel, richt ze haar aandacht weer op Sorane.
‘Ik hoop dat jij mij niet in een soort hinderlaag wil lokken, zoals je met mijn vrienden gedaan hebt.’
Sorane glimlacht.
‘Alleen met een eerlijk gevecht zal ik je misschien kunnen overtuigen. Maar zoals Erine al zei, Dargo en Arjina zullen je als de vijand zien, die je geworden bent, Tena. Maar zij moeten zich afzijdig houden. Grijpen ze in dan komt er geen gevecht.’
‘Doden kunnen niet kiezen Sorane. Maar oké, we…’
Maar ze merkt dat er plots en schok doorheen Sorane ging, alsof ze ergens van schrok.
‘Erine, je zus. Ik moet…. Geef Tena de coördinaten, die je Hypsoon jullie zal geven,’ zegt Sorane nog, die al een tijdje de gedachten van Anaya telepathisch observeert.
‘Mijn zus, wat is met…,’ vraagt Erine, maar Sorane is er al niet meer.
Tena staart even naar de plaats waar ze stond.
‘Zien jullie wel. Ze laat jullie gewoon in de steek. Willen jullie nog steeds vechten?’
‘Waarom? Sorane zal haar woord nakomen en je een lesje leren. Daar heeft ze ons niet voor nodig,’ zegt Seana kalm.
Tena weet niet goed wat te zeggen.
‘Ik zie dat jullie haar vertrouwen, al is dat onterecht.’
‘Vrouwtje, je naam is toch Tena. Ik wilde nadat ze de rechter probeerde te doden haar kost wat kost arresteren. Maar ik en Seana geraakten overtuigd van haar onschuld. Dankzij Sorane ben ik weer gezond. Zij heeft de besmetting met Onvar ongedaan gemaakt, dus ik ben haar ook veel verschuldigd.’
‘Ja, mijn naam is Tena. Was je werkelijk met Onvar besmet, dame? En nu weer gezond. Moet ik dat werkelijk geloven Onvar kent altijd een dodelijk afloop en niet kan genezen worden.’
‘Sorane kan het, Tena.’
‘Jij heb geen recht om me zo te noem....’ zegt Tena, maar Deno onderbreekt haar ruw.
‘Je kan beter gaan, roodkop. Je bent hier niet gewenst.’
Tena kijkt hem met vlammende blik aan, maar knikt dan maar even.
‘Ik kan jullie toch niet overtuigen, maar ik heb nog een vraagje. Sorane sprak van een Hypsoon. Jullie dragen er toch geen.’
‘Zeker, Tena. We dragen er alle drie eentje. We kregen ze van de gebieder.’
‘Wie is dat nu weer?’
‘Dat moet je aan diegene vragen die jij wil doden. Maar doe het wel voor je een onschuldige dood, Tena. Als je daarin zou slagen tenminste, want dat betwijfel ik,’ zegt Erine met spot.
‘Mag ik de coördinaten, die Sorane beloofde?’
Erine glimlacht en neemt het papiertje aan, die Seana haar aanreikt.
‘Als je nog een hypsoon zou dragen, dan kon mijn zus die coördinanten gewoon naar de jouwe doorsturen, schatje.’
Tena kijkt met ruk naar Deno. Haar ogen glinsteren van onderdrukte woede.
‘Die hypsoon heb ik niet meer, agent. En ik ben je schatje niet, man. Jij leek me slimmer dan deze twee, maar ik denk dat ik me vergist heb.’
‘Mijn naam is Deno Vergan. Roodje. Zoals mijn zus en haar vriendin al zeiden. Vijanden van Sorane zijn hier niet zo welkom.’
‘Hier,’ hoort ze Erine plots zeggen en merkt dan het papiertje op die ze in haar hand houdt.
Terwijl Tena het aanneemt, schrikt ze toch wel van Erine’s vijandige blik en teleporteert. In het centrale park materialiseert ze tussen de bomen.
Even scant ze de omgeving, maar niemand heeft haar opgemerkt. Even bekijkt ze het papiertje, waarop coördinaten staan. Snel bergt ze het op in haar zak en concentreert zich dan dieper, want ze wil Sorane opsporen. Al snel heeft ze succes en na een minuut of twee vindt ze haar gedachtepatroon. Even wil ze teleporteren, maar Sorane staat tegenover twee misdadigers, die niet goeds van plan zijn. Verward volgt ze de gebeurtenissen, die ze uit de gedachten van een vrouw, Anaya genaamd, kan ophalen.
Vele kilometers daarvandaan staat Sorane in het appartement van Anaya. De advocate is een paar minuten geleden wakker geschrokken van een geluid. Op haar hoede verlaat ze de slaapkamer en waagt zich voorzichtig de gang in. Als ze de trap afloopt, kijkt ze spiedend om zich heen, maar kan niets verdachts opmerken.
Beneden haast ze zich naar de inkomhal toe, maar ziet de twee gedaanten niet, die achter haar, met getrokken wapen opdoemen. Een van de twee geeft haar en duw in de rug, waardoor Anaya op de vloer valt. Voor ze kan rechtkomen, is een van de twee bij haar. Tweemaal slaat hij toe. Half bewusteloos probeert ze zich toch nog op te richten. Maar de tweede onbekende slaat hard in haar maag, waardoor Anaya in elkaar krimpt van de pijn.
Half bewusteloos, kan ze niets doen, terwijl ze haar kleren van haar lijf rukken. Als ze merkt dat de mannen hun kleren uitrekken, beseft ze wat haar te wachten staat. Ze probeert weg te komen, maar een van de twee is sneller en grijpt haar vast.
‘Dat niet, advocaatje. Je bent van ons tot…….’
Maar op dat moment wordt de man door iets onzichtbaars geraakt en kijkt verschrikt om zich heen. Zijn maat merkt het en vraagt:
‘Wat is er, Brono.’
‘Hier is iets vreemds aanwezig,’ fluistert hij.
‘Je ziet waanbeelden, maat.’
‘Nee, ik…. Pas op, Poran’ stamelt Brono en ziet plots een half doorzichtige gedaante achter zijn kompaan opduiken.
Maar het is te laat. Sorane concentreert zich en laat Poran, de volle pijn voelen van iemand, die onder een truck verpletterd wordt. Poran krimpt in elkaar, terwijl hij het luidt uitroept.
Sorane richt dan haar blik op Brono.
‘Jij hebt deze vriendin van mij ook geslagen, man. Geniet er maar van,’ hoort hij een stem in zijn hoofd zeggen.
Op hetzelfde moment krimpt hij in elkaar, van de pijn in zijn onderlichaam.
‘Genade,’ kreunt hij.
‘Heb jij genade gekend bij je slachtoffers, man? Ik weet wat je gedaan hebt en je hebt er nog van genoten ook.’ hoort hij de vreemde stem weer.
Op dat moment voelt hij dat iets zijn hand vastpakt en op hetzelfde moment zijn beide mannen samen met Sorane verdwenen. Anaya, die juist een beetje bekomen is van de pijn, hoorde de luidde kreten, die beide mannen slaakten, als van ver. Ze staart hen verbaasd aan, terwijl ze over de vloer kronkelen van de pijn. Geen van beide merkt het, want al is de pijn vermindert, toch voelen ze nog steeds de nawerking ervan.
Anaya merkt dat beiden, met een blik vol angst, naar een half doorzichtige gedaante staren.
‘Is dat Sor… nee, dat kan niet. Ze zit…,’ fluistert Anaya, terwijl ze de gedaante langzaam onzichtbaar wordt en plots ziet ze ook de twee mannen niet meer.
‘Was dat toch Sorane of niet? En waar zijn die twee gebleven?’ stamelt ze.
Langzaam staat de advocate op en kijkt trillend om zich heen.
‘Heb ik gedroomd of… Een nachtmerrie. O, wat doet mijn buik pijn,’ denkt ze en tast naar haar wang waar ze ook pijn voelt.
Terwijl ze rechtstaat voelt ze ook dat haar rug licht pijn doet. En ze proeft bloed op haar geschaafde lippen. Ze snapt nog steeds niet wat er gebeurd is. Dan merkt ze haar gescheurde nachtjapon op.
‘Dus het was geen nachtmerrie en toch… Zag ik Sorane nu echt of beelde ik me dat alleen ùaar in,’ fluistert ze.
‘Nee, dat kan die roodkop niet geweest zijn. Sorane zit achter de tralies. Maar wie was dat dan, haar geest of zoiets?’
Ze kijkt snel om zich heen en kijkt weer ze naar haar gescheurde kleding op de vloer. Ongelovig staart ze naar haar bloeze.
‘Dat ruim ik morgen wel op,’ denkt ze.
Nadenkend neemt Anaya een lichte badjas van de kapstok en trekt hem aan. Dan loopt ze doorheen heel haar flat. Als ze voor de voordeur staat, blijft ze verbaasd staan. Toen haar blik op het veiligheidsslot viel, stelde ze vast dat het nog steeds afgesloten is.
‘Hoe zijn die dan buiten geraakt? En niet alleen buiten, maar ook binnen. Dat moet ik uitzoeken.’
Maar ze voelt de pijn nog steeds en tast naar haar wang. Als ze in de spiegel kijkt merkt ze dadelijk dat haar rechterwang helemaal rood gekleurd en lichtjes gezwollen is. Dan open ze haar badjas en merkt dat ook haar maag, waar die man haar geraakt heeft, rood en blauw, kleurt.
‘Ik moet er koud water op leggen, anders zal het tegen morgenvroeg gezwollen zijn,’ denkt ze.
Niet begrijpend kijkt ze nog eens om zich heen.
‘Waar zijn die mannen… ze waren met toch met twee.’
Even kijkt ze nog in de spiegel, maar dan gaat ze met opgetrokken knieën in de zetel zitten. Daar beseft pas ten volle waaraan ze ontsnapt is. Ze voelt tranen van emotie opwellen.
‘Wie of wat heeft me geholpen. W..wa.s he.t toch Sorane? En die mannen waar zijn die gebleven…’
Intussen is Sorane met de twee in de buurt van Erine en Seana gematerialiseerd. De brunette kijkt Sorane verbaasd aan.
Maar ook Tena is verbaasd. Zij leunt verward tegen de muur van een gebouw.
‘Ik geraak er niet wijs uit. Ze hielp die advovate, terwijl die haar niet kan uitstaan om iets in verband met haar zus. Ze zou doodziek moeten zijn. Als ik het goed heb, is dat die Erine, die bij Deno en zijn zus was. Maar Erine is gezond en wel, maar ze zei daareven dat ze met Onvar besmet geweest was. Is het dan toch waar? Maar die Anaya lijkt niet te geloven dat haar zus gezond is.’
‘Ik moet me dringend herpakken, want anders heb ik tegen die moordenares geen enkele kans,’ fluistert Tena, terwijl ze zich opricht en om zich heen kijkt.
Enkele omstaanders kijken haar nieuwsgierig aan, maar ze doet of ze het niet merkt.
Intussen staat Sorane, met de twee mannen op enkele passen van Erine, die vraagt:
‘Wat is er gebeurd?’
‘Deze twee wilden je zus onder handen nemen, maar ik kwam juist op tijd.’
‘Je hebt ze al een beetje toegetakeld, zie ik,’ zegt Seana lachend.
‘Ze mogen blij zijn, dat ze nog leven.’
‘Mijn zus, wat heeft mijn zus hiermee te maken,’ vraagt Erine, terwijl Deno naderbij komt.
‘Ze is mij als advocate toegewezen, Erine. Maar ze deed haar job te goed, dus wilden haar een lesje leren. Die twee daar wilden eerst nog een pleziertje, maar ik kwam juist op tijd.’
Erine kijkt die twee mannen met een kwade blik aan. Dan stevend ze recht op de twee schrikkende mannen toe.
‘Wat waren jullie met mijn zusje van plan, schoften?’ vraagt ze dreigend.
‘We.. O..oo..nze opdracht was om haar een dikke afranseling te bezorgen om haar angst aan te jagen. De baas wil dat Sorane veroordeeld wordt en in de staatsgevangenis terecht komt.’
Erine kijkt de spreker aan.
‘Alleen een afranseling. Ben jij zeker, dat dat alles was, wat jullie wilden?’
Beiden durven haar niet meer aan te kijken en richten hun blik dan maar op de vloer.
‘Ik dacht het wel. Jullie waren nog veel meer van plan, dan alleen een ranseling. Prijs jullie gelukking dat Sorane daar was en niet ik, want dan waren jullie beiden vanonder een stukje kwijt geweest, vrees ik,’ zegt Erine en stapt met stijve passen weer naar Seana, die haar glimlachtend aankijkt.
‘Zou je dat werkelijk gedaan hebben, schat?’
‘Ik weet het niet, maar ik moest mijn woede ergens kwijt.’
Sorane richt haar blik op Erine en vraagt:
‘Kan jij met Seana om de kinderen bekommeren?’
Als Erine knikt, wend Sorane zich tot Deno.
‘Het wordt tijd dat ik nog even van de gastvrijheid van mijn cel gaan genieten. Misschien missen de bewakers mij nu al.’
Dan kijkt Sorane even naar Erine, die haar blik opmerkt. Ze was met haar gedachten bij haar zus. Wat zal die geschrokken zijn, toen ze haar cliënte plots zag verschijnen.
‘Ze heeft me niet echt gezien, Erine. Het ging allemaal veel te snel,’ hoort ze de stem van de roodharige in haar gedachten.
Dan kijkt ze even naar Deno en Seana. Seana heeft intussen een overbrengersveld laten openen door Anya. Zij geeft haar broer een teken voor zij Erine door het veld volgt.
‘Deno komt dadelijk, Seana. Ik heb nog een opdrachtje voor hem.’
Deno kijkt Sorane vragend aan.
‘Die twee moeten naar een cel, Deno. Anya weet waar.’
‘In orde, Sorane. Maar ze hebben je gezien. Wat ga je de bewakers zeggen?’
‘Deze twee daar, zitten ergens anders diep onder de cellen in een vergeten gedeelte bij hun makkers. Mijn bewakers zullen hen pas zien als de rechtzaak over is.’
De agent knikt even, maar vraagt dan:
Als ik het goed begrepen heb zijn wij niet de enigen, die bij ons groepje behoren, Sorane.’
‘Nee, Deno. Er zijn er nog een twintigtal anderen. Maar er zijn er ook bij die eerst nog moeten gestraft worden.’
‘Gestraft, wat bedoel je?’
‘Ze zijn niet allemaal agenten of eerlijke mensen, sommigen volgenden een ander pad. Maar dat is voor later. Ik moet eens terugkeren naar mijn cel. Het wordt al ochtend. Als ze mij komen halen voor de rechtszaak, dan moet ik er zijn. Ik zie jullie later wel,’ zegt Sorane en is plots verdwenen.
‘Nu sta ik hier alleen met die twee. Hoe moet ik die in de cel krijgen?’
‘Vraag het aan, Anya, Deno, Zij weet waar ik dat soort mensen naar toe breng,’ hoort hij de telepathische stem van Sorane nog zeggen.
‘Anya, weet jij het?’
‘Je moet niet praten, Deno. Denken is voldoende. Ik zal een overbrengersveld openen,’ hoort ze de stem van Anya zeggen.
‘Doe maar,’ denkt hij.
Dan richt hij zich tot de mannen.
‘Ga daarheen, mannetjes en waag maar niets. Of ik knal dat stukje, dat Erine bedoelde, er voor alle zekerheid toch nog even af.’
Beiden verstarren even, maar geen van beiden verzet zich. Ze stappen trillend van onderdrukte woede naar de boog toe. Als ze erdoorheen stappen worden ze allen ook onstoffelijk. De twee materialiseren in een cel diep onder de grond. Maar Deno kijkt verrast om zich heen.
Ze ziet meer dan dertig mannen en vrouwen in de cellen zitten. Enkelen kent hij van hun opsporingsbevelen. Maar anderen zijn hem niet bekend. Dan ziet hij een paar lege cellen.
‘Kies maar. Allebei samen of elk in een andere cel,’ zegt hij.
Beiden kijken ook even verbaasd naar de anderen, maar stappen dan toch maar samen een cel binnen. Deno klikt deur achter hen in het slot.
Als hij weer om zich heen kijkt, merkt hij dat ze nergens een bewaker ziet.
‘Wie brengt jullie eten, beste vrienden?’
‘Wij zijn geen vrienden van jou, agent. Waar is die blonde duivelin, de ons hier gebracht heeft,’ vraagt een van de anderen.
Even weet Deno niet wat de man bedoeld, maar dan moet hij aan Sorane denken, die in die Jakira veranderde. Dan glimlacht hij en zegt koel:
‘Die heeft het druk, want ze wil de stad zuiveren van ongedierte zoals jullie. Als jullie willen kan ik haar wel even laten komen, maar ik vrees dat ze dan weleens kwaad zou kunnen worden.’
‘Laat maar, agentje. We waren alleen verbaasd, dat we eens iemand anders dan die blonde zagen.’
Deno glimlacht even en geeft Anya een gedachtebevel.
Als hij door de overbrengersboog stapt, materialiseert hij even later achter de bevrijde mensen.
‘Hallo, liefje van mijn zus, Je kijkt zo verbaasd.’
‘Dat klopt, Deno. Ik zal wel even aan deze nieuwe dingen moeten wennen.’
‘Waar is je nieuwe schatje?’
Even wil Erine hem een bits antwoordt geven. Maar ze doet het niet omdat ze weet dat Seana geen ruzie meer wil met haar broer.
‘Geen olie op het vuur gooien, meid,’ denkt ze, terwijl ze even naar de broer van Seana knikt.
‘Je zus is vooraan bij de kinderen.’
Dan haast ze zich naar de salon, waar de kinderen zijn. Seana glimlacht als ze Erine opmerkt. Achter Erine merkt ze haar broer op en kijkt hem verbaasd aan.
‘Zo te zien meent mijn zus het om de ruzie te vergeten,’ denkt hij verbaasd, maar opgelucht.
Dan trekt hij Erine naar zich toe en omarmt de verbaasde Erine.
‘Welkom in de famillie, schoonzus,’ fluistert hij en laat haar weer los.
‘Bedoel je nu mooie zus of echt schoonzus, Deno Vergan?’ zegt Erine.
‘Het laatste, Erine. Maar ik wil wel uitgenodigd worden.’
‘Waarop wil Deno uitgenodigd worden, Erine?’
‘Je broer bedoelt ons huwelijk, lieveling.’
‘Ons huwe…’, fluistert Seana en kijkt Erine verbaasd aan.
Vind-ik-leuk Aan het laden...