11. De zwarte weg

Een paar uur eerder hebben Dargo en Arjina het spoor van de valse Jakira gevonden en bijten zich erin vast. Als ze de gezochte naderen, merken ze de vreemde gedaanten niet op, die hen bespieden. In het midden van een grasvlakte zien ze Jakira plots staan. De blondine staat uitdagend naar hen te kijken. Arjina slikt even. Het is alsof ze hun ‘dode’ vriendin voor zich zien staan. 
‘Is dat echt Jakira, Dargo?’
‘Uiterlijk is ze Jakira, maar het is onze vriendin echter niet, Arjina. Onze vriendin is al vele jaren dood.’
Ze activeren hun energiezwaarden en lopen op hun hoede naar hun tegenstandster toe. Plots voelen ze echter een tinteling, als ze door een onzichtbaar veld lopen. Dan klinkt de spottende lach van Jakira in hun oren.
‘Nu heb ik jullie allebei in de val. En levend komen jullie hier niet meer uit,’ roept Jakira uit.
Arjina en Dargo kijken elkaar even aan. Ze beseffen beiden dat ze te roekeloos geweest zijn.
‘Mag ik een beetje spelen, beste vrienden?’ vraagt Jakira spottend en geeft een teken met haar linkerarm.
‘Ik heb hier enkele volgelingen die nog moeten bewijzen dat zij het waart zijn om mij te mogen dienen.’
Dargo merkt als eerste de, in het zwartgeklede, volkors op, die om hen heen tussen de bomen uit komen. Allen zijn ze met energiezwaarden gewapend. 
‘Doe jullie uiterste best en laat me genieten van het schouwspel. Let wel op, vrienden. Deze soldaten werden speciaal getraind om jullie gebroed uit te schakelen.’
Dargo, die de sterkste telepaat is van beiden, probeert snel contact op te nemen met hun vrienden. Maar door het antiparaveld, waar ze doorheen liepen, lukt het niet.
‘Nutteloos, vriendje. Niemand kan jullie meer helpen,’ spot de blondine, die de poging van Dargo waarnam.
Dan worden ze door zwaardvechters aangevallen. Dargo en Arjina moeten al hun kunnen boven halen om de aanvallers te weerstaan. Rug aan rug, verdedigen ze zich. Toch heeft Jakira zich misrekend. Arjina duikt plots onder enkele aanvallers door, die volledig verrast worden. Als ze zich omdraaien, kent de roodharige geen genade meer. Ze breekt compleet doorheen hun verdediging. Drie van hen moeten het met de dood bekopen, terwijl Arjina nu moet wijken onder de slagen van de overblijvenden. Dargo heeft intussen ook van de aarzeling gebruik gemaakt en heeft zich uit de kring kunnen bevrijden. 
Een van zijn belagers ligt achter hem dood in het gras. De overblijvenden verspreiden zich en vallen in paren hun prooi aan. Zo wisselen ze elkaar af in een poging om de tegenstander uit te putten. Maar Dargo doorziet hun bedoeling en werpt plots enkele cruns op hen toe. Enkele reageren te laat en voelen de vlijmscherpe ruitachtige werptuigen in hun borst dringen. Zieltogend storten er vier neer. Drie anderen wijken gewond achteruit, terwijl hun resterende maten Dargo in groep aanvallen. De ‘jongeman’ moet bliksemsnel achteruitwijken en merkt op dat moment dat Arjina in het nauw gedreven wordt.
Arjina is gevallen en probeert zo goed als ze kan de slagen van haar belagers te ontwijken. Ze is echter al verschillende malen geraakt en bloed uit verschillende kleine wonden. Jakira kijkt intussen glimlachend toe, maar als Arjina langzaam maar zeker rechtop geraakt, balt ze haar handen tot vuisten. Woedend kijkt ze toe, terwijl ze meer dan tien van haar volgelingen dood of gewond in het gras ziet liggen.
Plots wordt Dargo in zijn dij geraakt en wankelt achteruit. Toch houdt hij zich staande en weerstaat de aanvallen van zijn vier overblijvende tegenstanders. Arjina heeft nog maar drie belagers voor zich en deze kan ze met moeite aan. Arjina schrikt als ze de kreet van Dargo hoort. Ze ziet hem op zijn knieën zitten met beide dijen zijn vol bloed. Maar toch merkt ze de vechtlust in zijn ogen. Even is ze haar concentratie kwijt en voelt een hevige pijn in haar linkerzijde. Ze beseft dat ze geraakt is en tast naar de wonde. Arjina kijkt een mannelijke en twee vrouwelijke tegenstanders aan. Ze grijnzen haar toe. 
‘Jij en je vriend zijn goede vechters, Arjina. Maar zoals je weet komt voor iedere strijder ooit het einde. De ene al vroeger of later dan de andere.’
Arjina laat haar wapen zakken, terwijl ze haar hand tegen de wonde drukt. Zonder dat ze het merken, probeert ze haar wonde te genezen. Hoewel het bloeden stopt, lukt het haar toch niet helemaal.
‘Arjina, hebben jullie genoeg gehad? Of wil je mij nog een tijdje amuseren, door als een gewonde worm door het gras te kruipen,’ spot Jakira.
Arjina kijkt om naar Jakira. En roept:
‘Jij laat je dienaren je vuile werk opknappen, kloon. Je bent te laf om het zelf tegen mij of Dargo op te nemen,’ roept Arjina, Jakira toe.
‘Te laf. Denk je dat? Ik kan je met een gedachte verpulveren, maar ik gun mijn tegenstanders een eerlijk gevecht.’
‘Een eerlijk gevecht, laat me niet lachen. Ik sta verstomd dat je dienaren een laffe heerseres willen dienen.’
‘We moeten, Arjina. Ze bezit de status van onze vroegere meester. Door haar beheerst de symbiont ons lichaam,’ hoort ze een van de vrouwen achter haar zeggen.
Arjina kijkt moeizaam om en antwoordt.
‘Jullie meester diende de verkeerde zijde. Maar hij was tenminste geen lafaard. Hij stierf als een krijger door de hand van een huurmoordenares. Jullie nieuwe meesteres is maar een flauwe kloon van onze vriendin. Ze moet haar macht nog bewijzen, als ze al macht heeft.’
Dan kijkt ze terug naar Jakira en merkt dat die haar handen tot vuisten gebald heeft
‘Jij wilt mijn macht voelen, Arjina. Misschien heb je gelijk. Dit lichaam mag dan een kloon zijn, maar ooit was ik een machtige waar velen voor beefden.’
‘Beefden, kloon. Voor jou heeft nooit iemand gebeefd.’
‘Zwijg, Arjina. Jullie hebben genoeg van mijn tijd verspilt. Maar ik heb genoeg van jullie nederlaag genoten,’ roept Jakira uit en concentreert zich. 
Maar dan voelt ze plots een vreemde uitstraling in haar buurt. Verrast kijkt ze om zich heen, maar ziet niets verdachts. Tot ze plots naar haar volgelingen kijkt. De zwarte symbiont, die hen beheerst, wijkt uit hun lichaam. Haar volgelingen deactiveren hun energiezwaarden en kijken haar vol woede aan. Een van de zwarte symbiont, die nu vloeibaar door het gras, in haar richting schuift, trilt van de pijn, die ze tot diep in haar lichaam voelt. Maar plots voelt ze dat de zwarte symbiont veranderend. Ook de kleur van de ogen van haar dienaars wordt steeds meer lichter grijs, tot het helemaal wit is.
‘Dat kan toch niet,’ fluistert ze.
Ze beseft echter dat deze vreemde kracht hen bevrijd heeft van de overheersing van de zwarte Symbiont. Hoe dat mogelijk is, is haar een raadsel. Maar dan merkt ze iets ontstellends op. Haar elf ondergeschikten, die nog leven, staren haar met vreemde blikken van woede en haat aan, gemengd met het besef van hun verschrikkelijke daden. Vier van hen richten hun wapen op zichzelf. Ook Arjina en Dargo zien het gebeuren en kijken verbaasd toe. Plots ziet ze de witte brij weer in elf delen veranderen en elk deel vloeit naar hun vroegere volkor toe. De elf worden rustiger van zodra ze de kalmerende impulsen van hun symbiont waarnemen.
Jakira beeft van woede, maar ze weet niet wat er gebeurd is.
‘Dood hen,’ roept ze uit.
‘Wij dienen u niet meer, kloon. Wij zijn terug vrij. Ook diegene die wij beheersen zijn, zijn vrij,’ zeggen ze allen gelijktijdig alsof ze een persoon zijn.
Ze staat er alleen voor. Maar ze is niet voor niets het machtigste wezen in dit deel van het heelal.
‘Ooo, wat zullen die twee en haar volgelingen boeten. Ze wilden haar macht zien. Geen probleem. Ik zal mijn macht tonen, voor ik hen verpulver,’ denkt ze.
Arjina en Dargo die de vreemde straling plots voelden wijken, krijgen langzaam hun krachten terug. Arjina is de eerste die op Jakira toeloopt. 
‘Nu gaat het tussen ons beiden,’ glimlacht ze.
Jakira kijkt de roodharige met bliksemende ogen aan en haalt uit met haar hand. Een vuurbal schiet op Arjina toe, maar deze kan hem ontwijken. Toch voelt ze dadelijk dat ze nog niet helemaal hersteld is. Voor volgende vuurbal kan Arjina maar op het nippertje opzij springen, maar de derde raakt haar rechterbeen. Ze krimpt in elkaar van de pijn, terwijl ze op de grond valt.
Als Jakira op haar toe stapt.
‘Jij wilde mijn macht voelen, Arjina. Bereid je maar voor om voldoende weerstand te bieden, anders kan ik er niet van genieten.’
‘Ben je mij vergeten, kloon?’
Kalm draait de blonde vrouw zich om en kijkt Dargo aan, die licht wankelend voor haar staat.
‘Haha. Heb je nog niet genoeg? Zelfs samen zijn jullie nog niet sterk genoeg om mij te verslaan. Jullie en je maten zijn ten dode gedoemd. Ik zal mijn vroegere meester wreken. Jullie bloed zal ik aan hem schenken, om hem te eren. En dan word ik zijn gelijke.’
‘Dat wil ik eerst nog zien, Jakira. Of heb je een andere naam, kloon,’ sist Dargo.
‘Nee, van af nu ben ik de enige echte Jakira en jullie overleven deze dag niet,’ lacht Jakira en concentreert zich even.
Dargo krimpt ineen van de pijn, maar valt haar plots aan met al zijn krachten, maar dadelijk beseft hij dat zijn kracht niet voldoende is. Half bewusteloos zakt hij neer in het gras.
‘Jij komt straks aan de beurt, eerst je vriendin en medestrijdster. Als zij sterft, zal je misschien beseffen hoe nutteloos jullie strijd is,’ zegt Jakira, terwijl ze zich lachend tot Arjina wendt, die met haar energiezwaard stevig in de hand op haar toekomt.
Jakira activeert grijzend haar energiezwaard en wacht de aanval van Arjina af. Arjina beseft dat ze geen van beiden tegen deze kloon van hun ‘dode’ vriendin op kunnen. Toch geeft ze de strijd niet op. Tweemaal wordt ze zwaar geraakt en moet dan onder een regen van slagen steeds meer wijken.
‘Genoeg gespeeld, Arjina. Nu wordt het tijd om af te rekenen,’ grijnst Jakira, terwijl ze twee stralen van Arjina’s wapen wegslaat.
Met drie slagen brengt ze Arjina uit haar balans en slaat bliksemsnel toe. Ontstelt staart Arjina naar haar rechterarm, die met haar geactiveerde energiezwaard in haar hand op de grond valt. Dan kijkt ze naar ‘Jakira’. Maar deze duwt snel de punt van haar energiezwaard tegen de borst van de roodharige.
‘Zeg je gebedje op, meid. Snel, je hebt juist drie seconden.’
‘Kloontje. Ik zou mijn vroegere vriendin nog maar even in leven laten, anders geef ik je zelfs de kans niet op een eerlijk gevecht,’ horen ze plots een stem.
Jakira draait zich langzaam om en kijkt naar de onbekende vrouw die ligt wankelt, als gevolg van haar teleportatiesprong door het scherm.
‘Wie ben jij nu weer? Haha, nu herken ik je… Sorane Nador, de huurmoordenares of haar dubbel. Hoe ben jij door het scherm geraakt?’
‘Ik ben geen dubbelgangster, kloon.’
‘Dan zou jij dood en begraven moeten zijn. Heeft mijn dienaar je dan toch gemist?’
‘Toch niet, kloon. Aqunok miste niet. Maar de goden wilden mij niet, blonde.’
‘Als een geestelijk wezen kan je niet veel doen, Sorane Nador.’
‘Sorane Nador is niet meer, kloon. Ik ben nu Sorane Cobanon.’
‘Dus hadden ze op het nieuws gelijk. Dus toch een dubbel samen of lieg je soms.’
‘Ik heb het al gezegd, jij die op mijn vroegere indentiteit als Jakira lijkt. Er is nooit een dubbelgangster geweest.’
Even lijkt Jakira te schrikken, maar dan lacht ze even.
‘En toch ben je hier alsof je nog in leven bent. Hé, wat zeg je? Vroegere indentiteit? Wat bedoel je nu weer.’
‘Twee schoten maakten een eind aan mijn leven, maar dat was mijn bestemming. Toen ik in de witte sfeer Megan en Jakira ontmoette, werden wij een waardoor ik herinnerde wie ooit geweest ben,’ antwoordt Sorane.
‘Megan en Jakira. Haha... Die zijn al lang geled…,’ zegt Jakira grijnzend, maar dan drinkt de betekenis van wat de roodharige juist zei tot haar door.
Plots staart ze de roodharige verschrikt aan.
‘Verdomme…Drie delen van de negen…Jin…. Nee, dat mag niet gebeuren.’
‘Tot de dood, kloon,’ hoort ze Sorane zeggen, terwijl die haar energiezwaard activeert.
De blondine kijkt haar even nadenkend aan en fluistert:
‘Maakt Megan werkelijk een deel van jou uit?? Dat is onmogelijk.’
‘Goed geraden. Ooit was ik de machtige Megan en ook diegene die ooit aan de zijde van Arjina en Dargo als Jakira gestreden heeft, kloon. Je hebt zelfs geen eigen lichaam kunnen vormen; Dus zo machtig ben je niet. Verdedig je.’
Het gevecht barst in alle hevigheid los. Sissend botsen de zwaarden tegen elkaar en zoemen door de lucht. Geen van beiden raakt door de verdediging van haar tegenstandster. Alleen heeft Sorane het moeilijk om tegen haar eigen evenbeeld te vechten, ook al is het een kloon.
‘Ze is niet slecht, die Sorane Cobanon. Waar zou ze zo hebben leren vechten?’ merkt Dargo op, terwijl hij toekijkt hoe de roodharige de aanvallen van de blondine opvangt. 
‘Ze zei iets van Megan en Jakira. Wat bedoelde ze daarmee?’
‘Dat zullen we haar moeten vragen, als ze dat gevecht kan overleven, Arjina.’
Intussen geneest hij zijn wonden. Ook Arjina concentreert zich hard en langzaam groeit haar arm opnieuw aan.
Plots zien ze een steen tussen het gras omhoog zweven en recht op Sorane toeschieten. Arjina wil net een waarschuwing roepen, als ze Sorane opzij ziet duiken. Jakira is even verrast, maar toch kan ze, zij het op het nippertje, zichzelf half onstoffelijk maken. De steen schiet door haar heen, maar Sorane gunt haar geen tijd en valt met een regen van slagen aan.
Jakira moet deze maal wijken. Steeds verder naar de bosrand toe. Beiden raken elkaar soms, waardoor ze lichte wonden hebben. Jakira werpt plots een energiebal op Sorane toe. De roodharige vangt hem echter op en laat hem met een grote boog op Jakira toe schieten. De blondine heeft het tijdig gemerkt en nog voor ze opzij springt, schieten twee energiegolven op Sorane toe. Terwijl Jakira de bol met gemak kan ontwijken, duikt Sorane ook opzij, waardoor de energiegolf haar mist, maar de andere raakt haar lichtjes. Wankelend probeert ze haar evenwicht te behouden. Jakira ziet echter haar kans en stort zich op Sorane. Die wordt in het nauw gedreven door de zware slagen, die ze maar op nippertje kan opvangen met haar energiezwaard. Jakira zet nu alles op alles, nu ze merkt de Sorane zo verzwakt is. 
‘Je was misschien ooit een machtige, Sorane. Maar nu ben je mijn mindere. Zweer mij trouw en je zal voor eeuwig leven.’
‘Een kloon trouw zweren. Heb je nog wensen voor ik je in stukken hak?’
Jakira grijnst.
‘Doe het, Sorane. Maar ik vrees dat jij een paar stukken gaat verliezen voor ik je dood.’
Tussen beiden barst opnieuw een hevig gevecht los, maar al snel beseft Sorane dat ze te zwak is. Deze kloon bezit haar oude vaardigheden. Dan haalt de blondine hard uit. Sorane probeert de slag nog op te vangen, maar het energiezwaard wordt uit haar hand geslagen. De cilinder schakelt zichzelf uit en rolt door het gras weg en verdwijnt.
‘Vaarwel, Sorane,’ roept Jakira spottend uit.
Vlak na haar uitroep, merkt ze de reactie van Sorane op en probeert nog opzij te springen, maar het is te laat. Twee energiebollen schieten vlak na elkaar uit de rechterhand van Sorane. De eerste raakt haar vol, terwijl de tweede haar schouder raakt. Jakira wordt achteruitgeworpen en beland kreunend op haar rug. Haar wapen rolt uit haar hand, terwijl een nieuwe cilinder in de hand van de roodharige gevormd wordt.
Als Sorane op haar tegenstandster wil toestappen, doet een hevige aardbeving de grond daveren. Sorane valt en rolt naar een opengebarsten spleet toe. Arjina en Dargo zien haar erin verdwijnen. Ook de kloon kijkt verschrikt toe, terwijl ze zich met moeite rechtop gaat zitten. Ook zij lag bijna in de diepte. Even is naast de blondine een vreemde gedaante zichtbaar. 
‘Een Droak,’ fluistert Arjina.
‘Die is er geweest. Nu jullie,’ zegt de Droak lachend, terwijl Jakira wankelend rechtstaat. 
Dan raast de Droak op Dargo toe. Die is al fel verzwakt door het gevecht tegen de Volkors en de kloon, maar toch houdt hij tot de verbazing van de Droak, stand. Hij brengt hem zelfs een verwonding toe. Maar dan is de Droak iets te snel en doorboort de borst van Dargo.
Verschrikt en ontsteld ziet Arjina hem in elkaar zakken. Ze loopt op hem toe en knielt naast hem met tranen in de ogen, want haar vriend die vele jaren ouder dan zijzelf is dood.
‘Hallo Arjina. Je verlangt ernaar om weer bij hem te zijn, zie ik.’
Arjina krijgt het ijzig koud, als ze langzaam rechtstaat. Eerst kijkt ze naar de Droak en dan naar Jakira, die dichterbij komt. Met haar genezen rechterarm wijst ze naar haar energiezwaard, dat dadelijk op haar toeschiet. 
‘Een nieuwe arm, Arjina. Wauw, daar moet ik dadelijk iets aan doen.’
Arjina fluistert:
‘Ik zal je doden, kloon.’
De roodharige vrouw zet al haar mogelijkheden in en Jakira ondervindt dat ze nog steeds een geducht tegenstander is. Maar plots is Arjina niet snel genoeg. Het zwaard van Jakira gaat door haar linker onderarm, waar door ze haar hand en pols verliest. Even verstart ze, maar dat is voor de blondine voldoende. Bliksemsel slaat ze toe. Ook Arjina’s genezen rechterarm, rolt weer in het gras. Arjina staart verschrikt naar Jakira, terwijl ze beseft, dat haar lange leven ten eind loopt. Maar Jakira blijft haar gewoon spottend aankijken en zegt met een dreiging in haar stem.
‘Zweer mij trouw, Arjina. En ik spaar je leven.’
‘Dat is iets dat nooit zal gebeuren, kloontje,’ roept Arjina uit en concentreert zich diep.
Haar linkerhand, groeit opnieuw aan, terwijl haar rechterarm vorm begint te krijgen. Dan reikt ze naar haar energiezwaard dat in het gras ligt. Als het naar haar toeschiet, reageert Jakira nog steeds niet.
‘Jij waagt om mij telkens weer, kloon te noemen, Arjina. Zeg niet dat ik je geen kans gegeven heb.’
Dan stapt Jakira op haar slachtoffer toe. Arjina doet alle moeite om haar wapen te heffen, maar ze krijgt het niet omhoog. Jakira houdt haar telekinetisch in een harde greep vast. Even blijft kloon haar grijnzend aankijken.
‘Doe Dargo de groeten,’ hoort ze de blondine zeggen.
Arjina concentreert zich hard, maar het mag niet baten. De blondine is te sterk. Met een snelle beweging slaat Jakira toe, terwijl ze Arjina loslaat. Arjiana probeert nog snel achteruit te springen, maar ze reageert niet snel genoeg. Haar hoofd rolt door het zachte gras, terwijl haar lichaam in elkaar zakt.
Even kijkt ze naar het hoofd van Arjina en richt zich dan tot de Droak en merkt dadelijk zijn afwijzende blik op. Ze voelt haar woede stijgen, maar haar tijd is nog niet gekomen.
Dan kijkt ze naar de Volkors.
‘Nu komen jullie aan de beurt, verraders.’
‘We zullen ons leven duur verkopen, Hera.’
‘Denken jullie dat ik jullie de dood van een krijger gun. Nee, dat nooit. Alleen trouwe krijgers genieten van die eer. Jullie zullen van pijn voor mij voor mij kruipen en om genade smeken…,’ bromt Jakira, maar dan merkt ze telepatisch de gedachten van Sorane op die achter Droak uit de barst in de grond omhoog zweeft.
‘Pas op, Her,’ roept ze.
Maar de Droak glimlacht alleen maar als hij een overbrengersveld activeert voor hem en de blondine. 
‘Die grijnst echter en zegt:
‘Dit behoort tot mijn plan, kloonvrouw. Kom…’
Voor Sorane iets kan doen zijn beiden verdwenen. Sorane blijft alleen staan en kijkt naar haar vrienden.
‘Laat hen maar.’
Twee vrouwen lopen naar Dargo toe. Maar ze zien dadelijk dat hij dood is.
‘Deze man is dood, Hera.’
Sorane slikt even, want als ze het lichaam van Arjina ziet liggen, beseft ze dat haar plannetje gelukt is. De elf kijken haar verbaasd aan, want de tranen rollen over de wangen van de roodharige naar beneden, maar toch glimlacht ze heel even.
‘Vaarwel, kloonvrienden,’ horen ze haar fluisteren.
Op dat moment materialiseert een andere roodharige.
‘Blijf van hen af, vervloekte moordenaars,’ roept die uit, terwijl ze haar wapen activeert.
De twee Volkor vrouwen, richten zich op en wijken achteruit.
‘Verdomme, huurmoordenares. Hoort dat uitschot bij jou?’
‘Nee, Tena. Wij hebben geen van allen met deze doden te maken. De kloon van onze vriendin Jakira dode beiden.’
‘De kloon van….. Ik zie geen kloon, Sorane Nador.’
 ‘Hoe je geslaagd bent hen te doden weet ik niet, moordenares. Maar ik zal hun dood bestraffen.’
‘Ik heb hen niet gedood, Tena. De evenbeelden van die klonen waren zoals jij mijn vrienden in een ver verleden.’ 
‘Evenbeelden zeg jij. Je bent niet meer dan, een laffe moordenares en vrienden. Laat me niet lachen, dat zijn we nooit geweest. Verdedig je of ik…’
‘Sorane spreekt de waarheid, Hera Tena.’
‘Je medeplichtigen liegen, Sorane. Verschillende van die daar liggen dood in het gras. Dat zegt genoeg. Zo te zien heb je volkors gebruikt om mijn twee dierbare vrienden af te matten en dan heb je gewoon afgemaakt.’
Van woede stormt Tena met geactiveerd energiewaard op Sorane af. Sorane wil echter geen gevecht met haar, dus geeft ze een snel beveel aan haar hypsoon en zoveel zij als de bevrijde Volkors lossen in het niets op.’
Trillend van woede laat Tena haar energiezwaard zakken en schakelt het uit. Dan knielt ze met tranen in de ogen naast Dargo, die meer dan tienduizend jaar haar medestrijder was, en sluit zijn ogen. Dan richt ze zich op en wankelt naar Arjina, de dochter van Quana, die ooit een van haar beste vriendinnen was. Naast het hoofd van Arjina, valt ze op haar knieën. Het is te veel voor haar. Ze kent hen al duizenden jaren en nu liggen ze hier dood zoals ieder ander levend wezen op de grond.
‘Ik zal jullie wreken, vrienden. Sorane en haar moordenaars zullen door mijn hand sterven, al is het mijn laatste daad in mijn lange leven,’ fluistert ze, terwijl de haat zijn invloed diep in haar binnenste vergroot.
Tena beseft echter niet dat ze langzaam, maar zeker naar de zwarte weg afdrijft. Even kijkt ze om zich heen en merkt in de verte de bergen op. 
‘Anya, ik heb je hulp nodig,’ fluistert ze.
Naast haar wordt Anya, het uiterlijk van haar Hypsoon, opgebouwd.
‘Ik weet niet of ik je nog als medestrijder kan aanvaarden, Tena. Je haat stijgt.’
‘Ik wil alleen mijn twee vrienden een voorlopige rustplaats geven.’
Een paar seconden zegt Anya niets.
‘Twee kilometer van hier aan de rand van de rotsen is een ruimte onder grond.’
‘Wil je ons daarnaartoe overbrengen, Anya.’
Dadelijk worden de lichamen van Dargo en Arjina in een groen veld gehuld en dematerialiseren. Iets later volgt Tena. In de onderaardse grot staart ze naar haar beide dode vrienden. Ze neemt het hoofd van Arjina aarzelend in haar handen en legt het boven haar lichaam, waar het zou moeten liggen.
‘De moordenares en haar dienaren zal ik opsporen en doden, vrienden. Dat zweer ik,’ fluistert ze.
Als ze zich omdraait merkt ze niet dat de lichamen van Dargo en Arjina tot stof vervallen. Buiten voor de grot blijft ze staan en hoort plots een stem zeggen:
‘Het spijt me, Tena. Ik heb je lang gediend, maar ik vrees dat die tijd voorbij is. Wie de zwarte weg betreedt, kan mijn meesters niet meer zijn.’
Tena schrikt op en beseft dat haar kleren langzaam verdwijnen.
‘Anya, nee. Dat kan je niet doen.’
Maar Anya antwoordt niet meer.
Tena hoort iets zacht op de vloer van de grot vallen en merkt het pentagon op, dat ooit het hare was.
‘Anya, alstublieft ik heb je nodig,’ fluistert ze.
‘Jij wil je vrienden wreken, Tena. Maar diezelfde vrienden zouden zich nu van je afkeren. Zij bleven tot het einde de witte weg volgan, maar jij niet meer. Want wraak behoort tot de zwarte weg, die jullie allen bestreden in een ver verleden.’
Tena kijkt naar het pentagon en bukt zich. Aarzelend neemt ze het pentagon op en beseft dat ze niets meer heeft. Geen kleren, geen geld, geen wapens en zelfs eigen innerlijk heeft ze verraden. En dat is volledig de schuld van Sorane en haar moordenaars.
‘Nee, Tena. Dat is hun schuld niet. U wil geen gerechtigheid meer, maar wraak. U bent de schuldige.’
‘Als je me niet wil helpen, Anya. Zwijg dan maar,’ zegt ze met een stem die trilt van woede.
Woedend stampt Tena met haar voet op de vloer. Dan kijkt ze even om zich heen. Maar ze bevindt zich in een afgesloten ruimte. Even concentreert ze zich en dematerialiseert. Want ze moet ergens kleding zien te vinden. Na een zestal sprongen materialiseert ze onopgemerkt in een pashokje van een kledingdzaak in de stad. Het hokje naast het hare is bezet, maar de vier anderen zijn leeg. Door de ogen van enkele mensen kijkt ze naar de kledij tot ze iets geschikts vindt. 
Een gedachte is genoeg om een slipje en en beha in de kleur die ze altijd al mooi vond, te apporteren. Met moeite kan ze de beha vastmaken, want het is zeer lang geleden dat ze er nog een echte aan had. Ze is gewoon dat die door Anya gevormd werd. Met het slipje heeft ze het makkelijker.
‘Nu nog een lange broek, een hemdje en een jasje,’ denkt ze.
Een paar minuten later is ze weer verdwenen alsof ze er nooit geweest is. Alleen heeft ze een probleem, er stonden beveiligingscanners. Hierdoor werd haar aanwezigheid gedectecteerd en doorgestuurd naar de beveiligingsfirma, die de gegevens in beelden omzetten.

Plaats een reactie