13. De plannen van Sinaron

Jakira heeft het ook gezien en buigt zich naast de Dur, die hevig bloedend op de vloer ligt. Even concentreert ze zich en schudt dan haar hoofd, terwijl ze even glimlacht zonder dat de anderen het merken.

Ook Quana, die Kerto onderzocht, knikt nee.

‘Ze zijn beiden dood.’

‘Ik vraag me af hoe dat monster telkens kan verdwijnen. Niemand heeft hem het dorp zien verlaten.’

‘Dan moet hij hier nog ergens zijn. Of… zou hij een teleporteur zijn, zoals jij’ merkt Quana op.

‘Ik hoop van niet, want dan is hij zeer moeilijk te grijpen,’ zegt Jakira ernstig.

Op dat ogenblik komen Dargo en even later Sinaron toegelopen.

‘Dus ik had toch gelijk. Die schaduw moet het monster geweest zijn,’ glimlacht Sinaron wrang.

‘Seran Turgo. Het spijt me maar de Dur en de Dari zijn allebei dood,’ zegt Jakira, terwijl ze de kapitein aankijkt.

Even het stil.

‘Als we onze Dar dit nieuws brengen, zonder de schuldige te straffen. Dan stelt hij ons dadelijk terecht,’ fluistert de Seran.

‘We krijgen hem wel.’

‘Maar alleen als jullie er klaar voor zijn,’ zegt plots een stem achter hen.

‘Anya, Wat doe jij hier?’

‘Jakira, ik kom jullie alle vijf halen.’

‘Hoe?’

‘Met dit toestel, Rondo,’ antwoordt Anya en drukt een toets in.

Voor de ogen van onze vrienden verschijnt een energieboog.

Werkt die overbrenger dan…

‘Ja, deze wel. Omdat afgestemd is op de tempeloverbrenger’ antwoordt Anya.

‘Kan dat bij de onze…’

‘Nee, Jakira. Die is niet krachtig genoeg. Er zijn veel de veel ontladingen. Snel stap door overbrenger,’ dringt Anya aan.

‘Seran, blijf met uw mannen in dit dorp en help deze mensen. Maar onderneem verder niets. Als wij terugkomen, is het tijd om in actie te komen.’

Quana gaat als eerste, aarzelend gevolgd door Tena.

Jakira geeft Sinaron een teken, maar Anya zegt:

‘Sinaron gaat niet mee, Jakira. Zijn plaats is hier. Hij hoort bij de tempelwachters, niet bij de uitverkorenen.’

‘Wat? Anya, ik wil dat hij meekomt. Hij hoort bij mij, want ik hou van hem. Ik ga niet als hij niet mee mag,’ stamelt Jakira.

Anya kijkt haar streng aan, maar ze geeft niet toe. Even lijkt Anya na te denken, maar in feite communiceert hij met de K-8. Het duurt zeker vier minuten, terwijl ze hem allen afwachtend aankijken.

Plots zegt hij:

‘In orde. K-8 heeft toestemming gegeven.’

Even kijkt Jakira kwaad naar Anya.

‘Hij hoort bij ons,’ sist ze, maar het halogram reageert er niet op.

Hij kijkt beiden na, terwijl ze hand in hand de energieboog instappen. Hun vrienden volgen hen.

Een paar minuten later staan ze allen in een grote hal. Aan de andere kant staat een podium, waarop twee zuilen omhoog rijzen.

‘Waar zijn we nu?’ vraagt Tena.

‘Dat weet ik niet. Ik ben hier nog nooit geweest’

‘In de tempel, vrienden. Dit zijn tempelwachters, zij behoren tot mijn vroegere dorpsgenoten,’ legt Sinaron uit.

‘Was jij dan ook een boer?’ grijnst Rondo, die op dat moment uit de energieboog stapt.

‘Ja, maar ik behoorde tot de krijgers die voor de veiligheid en de jacht instonden.’

‘Ha, zo. Sinaron.’

Dan komt ook Dargo uit de energieboog, die dadelijk verdwijnt.

Op dat ogenblik ziet Turgo Anya voor zijn ogen oplossen in het niets. Even blijft hij naar de plek staren en draait zich dan om.

‘Laat ons de Dur en Dari de laatste eer bewijzen,’ zegt hij met gebroken stem.

Maar als ze de hut naderen waar beiden de dood vonden, komt een soldaat op hen toegelopen.

‘Se.ran. Ze .de. Dur. iss.

‘Halt. Zerno. Kalmeer eerst.’

De soldaat kijkt hem aan en ademt enkele malen diep in en uit.

Dan begint hij opnieuw.

‘De lichamen van Dur Foarna en haar zoon zijn een paar minuten geleden voor onze ogen verdwenen.

‘Wa.t dat kan.,’ stamelt de Seran, maar dan hoort hij de stem van Jakira in zijn hoofd.

Ze zijn in veiligheid, Turgo.’

Onze vrienden lopen intussen verbaasd in de tempel rond en proberen iets van de tempelwachter te weten te komen. Dan verschijnen Teson en zijn vrouw Kagin, die intussen ongeveer 21 jaar ouder geworden zijn en verbaasd naar de jongere Sinaron kijken.

‘Sinaron, wat is er met jou aan de hand. Het lijkt wel alsof jij niet ouder geworden bent,’ merkt Teson op.

‘Dat is ook zo, vrienden. Anya heeft mij gedurende achttien jaar een diepe slaap laten slapen. Ongeveer een drie jaar geleden werd ik gewekt om een opdracht uit te voeren.’

‘Wie zijn je vrienden?’ vraagt Kagin.

‘Zij zijn espers,’ zegt Sinaron stroef en kijkt Kagin aan.

De vrouw van Teson kijkt de vroegere rivaal van haar man aan en schrikt plots hevig. Haar hand schuift in een reflex naar haar zwaard. Maar halfweg in die beweging trekt ze haar schouders op.

‘Wat was dat voor iets. Het lijkt wel alsof Sinaron zwarte ogen had. Nee, dat zal wel een lichtspiegeling geweest zijn.’ gaat het door haar gedachten.

Voorzichtig kijkt ze hem weer aan en ziet niets vreemds meer. Even lacht ze naar hem en loopt dan naar haar man toe. Wat ze niet weet is dat Jakira haar gedachten opgevangen heeft, nadat zij de vreemde reactie opmerkte.

Zij ook al. Ik dacht dat ik het mij inbeeldde, toen we Janoro dood vonden,’ denkt Jakira en kijkt naar Sinaron.

‘Zou je mij niet aan je nieuwe vrienden voorstellen,’ lacht ze.

Verbaasd kijkt Sinaron haar aan en glimlacht dan:

‘Jakira, Dargo en Quana ken je al. Dit zijn Tena en Rondo. Zij zijn nieuw in de groep.’

‘Ik ben Kagin, tempelwachter, zoals deze mannen hier. Teson is mijn man,’ stelt Kagin zichzelf voor.

Dan kijkt ze naar Jakira.

‘En jij, Sinaron. Hoe is het met u……. en Jakira…’

Even kijkt Sinaron naar Jakira, die glimlachend zegt:

‘We zijn al meer dan een jaar samen, Kagin. Ik houd van hem met heel mijn hart.’

Kagin kijkt haar even aan…

‘Is het al meer dan een jaar… En wanneer trouwen jullie,’ vraagt ze.

‘Dat weten we nog niet. Maar dat hoor je wel op tijd,’ grijnst Sinaron.

‘We moeten verder, vrienden. De K-8 wacht op ons,’ merkt Dargo plots op.

Teson die de hand van zijn vriend op dat moment loslaat, voelt plots dat zijn vingers ijskoud worden, maar als hij het contact met de hand van Sinaron verbreekt, verdwijnt de koude.

‘Wat was dat?’ denkt hij verschrikt.

Sinaron kijkt naar hem, niet goed wetend wat er gaande is, maar dan wendt hij zich naar Jakira en haar vrienden.

‘Laat ons gaan, anders wordt Anya ongeduldig.’

Jakira slaat een arm rond die van haar vriend en loopt met hem naar de zuilen toe. Dargo en de anderen volgen hen de trappen op. Teson en de andere tempelwachters kijken hen na en zien hen plots verdwijnen. Enige seconden later materialiseren ze ergens anders op een onbekende plaats.

Als Jakira stoffelijk wordt, kijkt ze verbaasd om zich heen. Ze staat in een kleine hal met metalen en apparaten, waarop lichtjes aan en uit flikkeren.

Ook haar vrienden kijken met grote ogen om zich heen.

‘Welkom, in de K-8,’ zegt Anya op dat moment.

Verbaasd draaien onze vrienden zich om.

‘Is dit de K-8?’

‘Een klein deel ervan, Rondo. Kom, volg mij,’ antwoordt Anya.

‘Wat is de K-8 voor iets?’ vraagt Quana, maar Anya antwoordt niet.

Quana trekt haar schouders op en volgt samen met de anderen Anya een verlichte gang in. Na een paar minuten staan ze voor een anti-zwaartekrachtlift. Jakira en haar lotgenoten blijven even verrast staan.

‘Ga maar naar binnen en schrik niet. K-8 verwacht jullie,’ zegt Anya.

Tena, die voorop loopt, wijkt verschrikt achteruit.

‘Er is geen bodem… Hoe?’ stamelt ze.

Jakira grijpt haar plots bij de heupen vast en duwt haar dan de lift in.

‘Hee, wat. Nee…,’ roept Tena nog en wordt dan door het veld ondersteund.

Haar vrienden zien haar omhoog zweven.

‘Zie je, je moet geen angst hebben.’

‘Ja, Jakira. Maar jullie drie hebben dit al eerder gedaan, wij zijn hier voor de eerste maal.’

‘Kom, meisjes, we zullen haar maar volgen. Anders lacht ze ons misschien uit,’ grijnst Rondo.

Dargo en Sinaron volgen hen even later.

Enkele seconden na Jakira stappen ze zes verdiepingen hoger weer uit de lift. Anya materialiseert vlak achter hen.

‘Hebben jullie je vermaakt?’ vraagt hij.

‘Waar zijn we?’

‘In een controlecentrale van de K-8,’ meldt Anya.

‘He, wat is dit voor een vreemde…,’ stamelt Tena.

‘Tena, schrik niet, maar we bevinden ons in het bovenste deel van de K-8. Het ‘dak’ kan doorzichtig gemaakt worden, waardoor jullie dit zonnestelsel en de andere sterren kunnen zien.’

‘Maar waar is de lucht? He, wolken zijn er ook niet te zien?’ merkt Tena schrikkend op.

‘Die zijn hier niet meer. We bevinden ons niet meer op jullie planeet, maar in een klein ruimteschip, dat in een baan om deze planeet vliegt.’

‘Een ruimteschip. Wat is dat nu weer?’ zegt Rondo vragend.

‘Dat zal jullie later, tijdens jullie aanvullende opleiding, wel duidelijk worden.’

‘Kunnen we hier een lekker bad nemen, Anya. Of is er geen tijd voor,’ vraagt Jakira plots.

‘O, Jawel. Er is tijd genoeg voor. Zoveel je maar wil,’ grijnst Anya.

‘En dat monster dan. Misschien vermoord die intussen nog meer mensen,’ merkt Rondo op.

‘Anya, we mogen ook de kwalachtige wezens in de rivier, die mensen klonen, niet vergeten,’ zegt Jakira.

Nee, we vergeten hen niet, maar aan boord van dit schip Herast een andere tijdseenheid dan buiten. Deze tijdseenheid kan aangepast worden.’

‘Tijdseenheid, wat is dat?’ vraagt Tena.

‘Dat zal je, zoals ik al gezegd heb, over enige dagen wel duidelijk worden. Ga je eerst maar verfrissen, dan kunnen jullie na een goede nachtrust, morgen beginnen jullie te trainen,’ zegt Anya. ‘Kom, ik zal de weg naar de bemanningsruimte wijzen.’

Onze vrienden volgen Anya opnieuw naar beneden. Deze maal gaan ze acht verdiepingen naar omlaag en stappen uit in de verblijven van de bemanning.

Anya gaat verder en onze vrienden volgen hem. Op het einde van de gang houdt hij halt en wijst naar rechts.

‘Daar is de mannelijke afdeling.’

Dan slaat hij links af.

Als onze vrienden hen volgen, stopt hij plots.

‘Jij, jij en jij. Jullie naar de andere kant,’ zegt hij, terwijl hij op Rondo, Dargo en Sinaron wijst.

‘Anya, zijn Aya en Danor hier ook.’

‘Nee, Jakira. Zij bevinden zich nog steeds op jullie planeet. Door de storm moesten ze van richting veranderen en zijn nu op weg naar de tempel,’ antwoordt Anya.

Waarom de tempel en niet naar Jorgank, zoals wij.

‘Toen ze een geschikte schuilplaats vonden, waren ze dichter bij de tempel dan bij Jorgank.’

‘Ach zo…. Tja. ‘ zegt Quana.

‘Hebben ze geen hulp nodig,’ vraagt Rondo.

‘Nee, er is geen gevaar.’

Jakira rilt even, als ze zoiets als een koude wind naast zich voelt voorbijtrekken. Ze kijkt even om zich en merkt dat Sinaron naar de muur staat te staren.

‘He, schat. Is er iets?’

Sinaron draait zich met een ruk om.

‘Nee, ik was aan dat monster aan het denken. Hoe kon dat ontkomen, terwijl heel het dorp afgesloten was.’

‘Ja, dat is ook vreemd. Maar dat lossen we later wel op,’ glimlacht Jakira.

Terwijl de mannen naar de stortbaden voor mannen gaan, volgen de vrouwen Anya verder naar die voor de vrouwen.

‘Was jullie en ga dan uitrusten. Morgen moeten we de training beginnen,’ zegt het halogram nog.

Terwijl hij verdwijnt, begint Tena zich uit te kleden. Beiden anderen kijken glimlachend toe.

‘Amuseren jullie je,’ zegt Tena verontwaardigd.

‘Het is wel grappig.’

‘Wat…’

‘De manier hoe jij je kleren opvouwt,’ zegt Jakira.

‘O, dat… Tja, in mijn dorp doen we altijd zo. En jullie, Jullie gaan toch geen bad nemen met je kleren aan.’

‘Nee, Tena. Dat niet. Ga jij al maar,’ glimlacht Quana.

Tena trekt haar schouders op en kijkt naar Jakira.

‘Als jullie nu eens voortmaakten, dan kon een van jullie mij wijzen waar ik mij moet wassen.’

‘In die hokjes daar,’ zegt Quana en wijst links.

Tena kijkt even in die richting en dan naar de lachende Quana. Even aarzelt ze nog, maar dan loopt ze er mompelend heen. Maar nog voor ze halfweg is, lopen beide anderen haar voorbij.

Verbaasd loopt ze verder, terwijl ze Jakira en Quana, naakt in een hokje ziet verdwijnen.

Hoe hebben die hun kleren zo snel uitgekregen,’ denkt ze, als ze het hokje waar Jakira in verdween bereikt. Verbaasd kijkt ze naar haar kletsnatte vriendin. Voor het eerst in haar leven ziet ze een stortbad. Het water komt uit het plafond. Voorzichtig loopt ze verder en hoort Quana lachen.

‘Haast je maar, of wij zijn nog eerder klaar dan jij.’

Kwaad trekt ze haar schouders recht en stapt een hokje, zonder stromend water, in. Zodra haar voet de bodem raakt, spuit het water uit het plafond naar beneden. Tena is dadelijk kletsnat, maar al snel staat ze er ook onder te genieten.

Toen onze vrienden voor het eerst in het schip materialiseerden werden ze, door de hoofdcomputer van het schip, gescand. Hieruit bleek dat Jakira bloedresten tussen haar nagels had.

Terwijl onze vrienden onder het stortbad staan, onderzoekt K-8 het water dat wegstroomt en filtert de kleine vloeibare bloedresten eruit. Automatisch worden ze onderzocht en de computer slaat de gegevens op in zijn databank.

Jakira en haar beide vriendinnen, stappen intussen uit de droger. Tena merkt dat haar kleren verdwenen zijn. Op de plaats waar ze lagen ligt nu een kleine voorwerp in de vorm van een Pentagon. Tena kijkt er verbaasd naar.

‘Tena, niet zo staren. Dat zijn je nieuwe kleren,’ lacht Quana.

Tena kijkt even naar haar groenhuidige lotgenote, maar begrijpt er niets van. Dan kijkt ze naar Jakira.

‘Het klopt, Tena. Dat voorwerp is een hypsoon en ik denk dat deze voor jou is.

‘Waar dient dat dan voor?’

‘O, zo’n hypsoon kan van alles, kijk maar, meid,’ zegt Quana.

Tena kijkt om en staart verbaasd naar de vreemde kleren die gevormd worden. Ook Jakira heeft haar kleren gevormd en plaatst de hypsoon tegen de nek van Tena.

‘Pas op. Het kriebelt wel even,’ lacht ze.

Tena voelt een vreemd kriebelend gevoel in haar nek en tast even naar de plaats waar de hypsoon zich moet bevinden. Ze voelt er zo goed als niets van.

‘Veel doet hij niet. Ik sta nog steeds in mijn blootje.’

‘Dat kan ook niet anders, meesters. Je moet aan een bepaalde kledij denken. Neem het beeld, van de kledij die je wilt dragen, in gedachten,’ merkt Tena’s hypsoon op.

‘Hee, wie…’

‘Je hypsoon, Tena. Hij kan praten en je helpen indien het nodig is,’ zegt Jakira glimlachend.

Dargo heeft intussen aan Rondo laten zien hoe hij met zijn hypsoon zijn kleding kan vormen. Eerst was hij wel verbaasd, dat Rondo dit nog niet toegepast had, maar volgens zijn nieuwe vriend had Anya daar nog geen tijd voor gehad. Lachend lopen beiden naar Sinaron toe. De krijger is juist klaar met het verzorgen van zijn wonde. Hij kijkt hen nijdig aan.

‘Hebben jullie mijn kleren verstopt?’

Dargo kijkt de jongeman verbaasd aan.

‘Hij zou toch moeten weten….Wat is er met hem gaande?’ denkt Dargo, maar zijn hypsoon geeft hem een waarschuwing.

Hij doet alsof hij er niets van gemerkt heeft.

‘Nee, Sinaron. Ze liggen. He, nu je het zegt ze zijn verdwenen. De onze zijn er nog.’

‘Dit is K-8. Sinaron je kleren zijn hersteld en gereinigd. Einde bericht,’ klinkt plots een stem uit de muur.

‘Wie was dat?’ zegt Rondo, ‘Dat leek uit het plafond te komen.’

‘Dat was de tempelmeesteres. Hij spreekt altijd zo tot zijn volgelingen,’ antwoordt Dargo.

‘Heb je hem dan nog nooit gezien,’ vraagt Rondo.

‘Nee, alleen Anya zijn dienaar heeft zich aan ons vertoond.’

‘Kom, Dargo. Ik ga een bad nemen, anders zijn de vrouwen ons nog voor.’

Even kijkt Dargo naar Sinaron, maar deze knikt:

‘Ga maar. Ik kom straks wel. Ik ga eerst mijn wonde verzorgen.’

Dargo trekt zijn schouders op en volgt zijn nieuwe vriend.

‘Haast je,’ zegt hij nog.

Sinaron kijkt hen met een vreemde blik na, maar begint dan toch het verband te verwijderen.

Op hetzelfde ogenblik materialiseert Anya bij de drie vrouwen.

‘Zo, nu zien jullie er netjes uit. Willen jullie mij volgen?’

‘Worden we toegedekt,’ glimlacht Quana.

Maar Anya reageert er niet op en gaat verder. De vrouwen trekken hun schouders op en volgen hem dan maar.

Als ze de lift bereiken, houdt Anya halt en draait zich om.

‘Jakira, de eerste drie deuren rechts van de lift zijn jullie kamers. De mannen krijgen de kamers links.’

Jakira kijkt even om zich heen en vraagt:

‘Zeg, Anya. Hoeveel kamers zijn hier wel. Er zijn hier verschillende blokken met deuren.’

‘Er is plaats voor ongeveer tweehonderd bemanningsleden. Maar morgen kom je hierover meer te weten. Ga nu maar lekker slapen,’ antwoordt Anya en wordt langzaam doorzichtig.

Even later materialiseert hij achter Dargo en de anderen. Even observeert hij Sinaron, die nog steeds zijn kleren aan heeft. Terwijl hij hem aankijkt scannen de scanners de jongeman. De gegevens worden dadelijk aan de hoofdcomputer doorgestuurd. Diep in het binnenste van de Kia-2 verschijnen de gegevens op het centrale scherm. In de zaal staan lange rijen met vreemde bedden. Een ervan is geactiveerd. In het bed ligt een menselijke gedaante. De gegevens van computer van het ‘bed’ worden vergeleken met die van Sinaron.

In de K-8 kijkt Sinaron Anya aan en zegt:

‘Ik heb mijn kleren al.’

‘Laat maar, je hebt jezelf nog niet gewassen. Trekt ze maar uit, jongeman.’

Nadat Sinaron zich uitgekleed heeft, kijkt hij even naar het nieuwe verband om het been van de jongeman. Anya staart naar het hoopje kleren. Waarom trekt Sinaron zijn kleren uit, terwijl hij ze gewoon door zijn hypsoon kan laten verdwijnen. Het halogram stuurt constant gegevens door naar de hoofdcomputer. Als hij het antwoordt ontvangt heeft hij zekerheid. De kleren van de krijger zijn van echte stof gemaakt. Dit is Sinaron niet, maar een dubbelganger. Anya scant de plek met het verband nog dieper. Deze man heeft groen bloed.

Alleen weet hij nog niet wie Sinaron in werkelijkheid is. Maar de hoofdcomputer wil eerst weten wat deze Sinaron van plan is. Daarom onderneemt hij niets, wel laat hij de jongeman observeren. Misschien kan hij te weten komen, waar de echte is. Dan gaat Anya verder.

Op dat moment komen Dargo en Rondo, volledig gekleed, terug van de stortbaden.

‘Dat heeft me goed gedaan,’ merkt Dargo op.

‘Mij ook, maar het water was nogal koel.’

‘Daar wen je wel aan, Rondo.’

Dan merkt Dargo Jakira’s liefje op, die alleen in een slipje gekleed naast Anya staat.

‘Hee, Sinaron. Waar zat jij, zeker geen zin in een lekker bad,’ lacht Dargo.

‘Toch wel, maar ik moet eerst mijn wonde verzorgen,’ lacht de krijger en loopt dan naar de stortbaden toe.

‘Kom, volg me naar jullie kamers,’ zegt Anya tegen beiden anderen.

Ongeveer tien minuten later liggen de twee in hun bed en proberen de slaap te vatten. Plots horen ze stemmen op de gang en beiden beseffen dat de vrouwen op dat moment terugkomen. Een paar minuten later is het weer stil. Ook Jakira en beide anderen liggen in hun bed. Alleen Sinaron niet, Toen hij naar de stortbaden liep waande hij zich veilig en teleporteerde plots. Onderin het schip materialiseert hij, vlak bij zijn doel. Glimlachend kijkt hij naar de apparaten en loopt op een ervan af.

Intussen staat Jakira ook op en slaat een laken om haar lichaam. Ze kan niet slapen. Plots moet ze aan Sinaron denken. Iets geeft haar een vreemd gevoel. Onrustig verlaat ze haar kamer. Recht tegenover die van haar vindt ze telepathisch de slapende Dargo. Dan richt ze haar krachten op die links ervan. Er is niemand. In de kamer die het dichtst bij de lift gelegen is, lacht ze als ze de gedachte van Rondo binnendringt. Snel trekt ze zich terug.

Ik zal hem in zijn avontuurlijke droom maar niet storen,’ denkt ze lachend.

‘Waar zou Sinaron zijn?’ schiet het plots door haar gedachten.

Snel scant ze telepathisch de omgeving. Steeds verder en verder.

‘Ook niet in de verdiepingen boven mij. Zouden er hieronder nog meer zijn. Eens proberen.’

Langzaam dringen Jakira’s telepathische gedachten steeds verder naar beneden tot ze plots op die van Sinaron stoot.

Van schrik verstart ze echter.

‘He. Hij wil het schip vernietigen. Hoe. Wat waarom? Dat snap ik niet goed,’ denkt ze verbaasd.

Snel haast ze zich haar kamer binnen, terwijl ze haar kleren laat vormen.

‘Ik kan toch niet ongewapend. He, wat is dat?’ zegt ze, terwijl ze plots een klein zilveren voorwerp op het kastje naast het bed ziet materialiseren.

‘Weer een grapje van Anya, zeker,’ lacht ze en neemt het op.

Ze merkt dat het weer de vorm heeft van een Pentagon. in het midden staat hetzelfde teken als op haar rechterschouder.

‘Jakira, druk het tegen mij aan langs de rechterkant van je hals. Maar schrik niet te fel’ hoort ze de stem van de hypsoon plots.

Ze doet het en voelt het dadelijk een worden met de hypsoon.

‘Integratie voltooit,’ klinkt plots een zachte stem.

Haar kledij, die nog maar pas gevormd is, neemt dat een andere vorm aan. Eerst wordt het een riem en dan een blauw slipje, een groene lendendoek en een groen bovenstukje. In haar riem zijn er verschillende gevulde vakjes. Aan haar linkerzijde wordt een lang zwaard gevormd.

‘Wat is dit nu weer?’ stamelt ze verbaasd.

‘Dat ken je toch wel, meesteres. Een gewoon metalen zwaard,’ zegt haar hypsoon en gaat dan verder, “Ik denk dat je uitrusting nu volledig is, Jakira. Anya zal het je later wel uitleggen’

Dan vormt haar hypsoon twee armbanden om haar onderarmen.

Aan haar rechterzijde vormt zich een holster met een vreemde cilinder.

‘Waarvoor dat ding hier dient, weet ik niet,’ fluistert ze hardop, terwijl ze met haar rechterhand lichtjes tegen de cilinder klopt.

‘Dat is een energiezwaard,’ hoort ze plots de stem van haar hypsoon, die ze nog steeds om haar hals draagt.

Het apparaatje, dat in verbinding staat met de computer van de K-8. Krijgt op dat moment gegevens binnen over Sinaron.

‘Een energiezwaard. Leg later maar uit wat dat nu weer is,’ zegt Jakira, die hier niets van gemerkt heeft.

Lachend kijkt ze even in de spiegel.

‘Niet mis.’

Dan schrikt ze. De armband aan haar linker pols beweegt. Als het stopt is de gele streep, die over zijn hele lengte getrokken is, langs de bovenkant van haar arm.

‘Wat was dat?’

Snel wil ze haar armband uittrekken, maar dan denkt ze aan Sinaron.

‘Dat is waar ook Ik moet hem tegenhouden,’ zegt ze hardop.

‘Jakira, pas op. Dat is Sinaron niet. Hij is een esper. Bewakingsrobots zijn geactiveerd en onderweg.’ hoort ze de stem van de hypsoon nog, maar ze beseft juiste de betekenis van de woorden niet.

Even concentreert ze zich en teleporteert naar beneden.

Sinaron schrikt als hij haar stem achter zich hoort.

‘Sinaron, lieveling. Wat doe je hier?’

‘Jakira, jij hier?’

‘Waarom wil je het schip laten ontploffen?’ vraagt ze dan.

‘Het schip late.??? O, ik vergat mijn gedachten af te schermen.’

‘Je gedachten afschermen, waarom?’

‘Schatje, weet je nu nog niet wie ik ben. Je vriendin Iljane ontdekte het per toeval. Daarom moest ze sterven.’

‘Heb jij Iljane gedood. Nee, dat kan ik niet geloven. En Janoro.’

‘Ook, Jakira.’

‘Nee, dat kan niet waar zijn. Je.je,’ stamelt ze nogmaals

‘Toch wel, Jakira. Mijn naam is niet Sinaron, maar Gorok. Mijn opdracht is gelukt. Wij wisten van jullie bestaan en het plan was om jullie een voor een om te brengen. Maar het hoofddoel mochten we niet vergeten.’

‘Het hoofddoel?’

‘Ja, we wisten van het bestaan van een oude basis, maar niet waar ze zich bevond.’

‘Je hielt toch van mij, Sinaron.’

‘Sinaron wel, maar ik niet. Jakira. Je liefje doodde ik een paar minuten voor Janoro, toen hij aan de rivier stond te wachten. Dargo was de volgende, maar toen kreeg ik andere bevelen van onze leider Yavar. Zo begon ik aan ons plan en nam de plaats van Sinaron in.’

Jakira staart hem aan, zonder dat ze hem in feite ziet.

‘Dus dat bedoelde Janoro met de letters S.I.V.A het moest S.I.N.A. zijn. Hij wilde Sinaron schrijven,’ fluistert Jakira en kijkt hem dan plots aan.

‘Dat klopt. Bijna was mijn plan in duigen gevallen. Maar nu kan niets ons nog tegenhouden. Met jullie in deze basis reken ikzelf wel af. Je beide vrienden Aya en Danor zullen de tempel nooit levend bereiken en dan….’

‘Wat. Aya en Danor. Jullie willen….’

‘Ja, Jakira. Quana was de eerste van jullie groepje, die aan de aanslagen konden ontsnappen. Ik raakte haar goed, maar niet goed genoeg, ze overleefde mijn aanval aan de rivier, zoals je weet. De volgende maal dat ik haar aanval zal ze het echter niet meer overleven,’ hoort ze hem op dat ogenblik spottend zeggen.

‘Moordenaar. Een volgende maal zal er niet komen, trek je zwaard,’ sist Jakira, terwijl ze haar eigen zwaard trekt.

‘ Jij bent op dit ogenblik de enige die het weet. Jakira. Dus ik kan ik je niet sparen, zelf al zou ik het willen. Een mooie menselijke slavin zou me wel bevallen. Maar het kan niet zijn,’ lacht Gorok.

‘O, ja. Zo’n primitief zwaardje heb ik er niet voor nodig.’

Met een zwaar gekletter valt zijn zwaard op de vloer. Dan schrikt Jakira als hij langzaam in een schrikwekkend monster verandert.

‘Bereidt je voor om uw schepper te ontmoeten,’ sist hij, met zware stem.

‘Wat ben jij voor iets?’

‘O, ik kom van een andere planeet, Als je weet wat een planeet is, boerinnetje.’

‘Dat weet ik, Gorok. Ik ben geen boerinnetje meer,’ antwoordt Jakira, met trillende stem.

Zijn gedaante boezemt haar angst. Hij lijkt rechtstreeks uit de hel ontsnapt te zijn. Ze beseft echter dat ze deze gedachten van zich af moet zetten en probeert zich te concentreren. Gorok gunt haar echter de tijd niet en valt aan, terwijl hij twee van zijn armen in speerpunten verandert. Maar de jonge vrouw weerstaat zijn aanval. Haar zwaard beweegt bliksemsnel, waardoor geen enkele van zijn armen doorheen haar verdediging geraakt. Toch ziet Jakira hem glimlachen. Bijna op hetzelfde moment begint ze zich moe te voelen en haar bewegingen worden langzamer en langzamer. Ze voelt zich moe worden.

‘Wat heb ik toch. Zou hij… Ja, dat kan niet anders. Hij moet een esper zijn.’ schrikt ze.

Jakira wankelt achteruit tot ze met haar rug tegen de muur opbotst. Ze voelt zich zo zwak, dat ze haar zwaard nog nauwelijks kan vasthouden.

Lachend kijkt hij haar aan en geeft met een arm een licht tikje tegen haar zwaard. Jakira kan het niet vasthouden en het zwaard valt uit haar handen. Ze hoort het tegen de vloer kledderen, terwijl ze hem met grote ogen van angst aankijkt.

‘Ontsnappen kun je niet. Deze maal kan niets je nog helpen.’ roept hij uit, terwijl hij zijn krachten inschakelt. Jakira voelt zich dadelijk nog meer verzwakken.

‘Hoe doet hij dat toch.’ gaat het door haar gedachten, terwijl ze met moeite kan blijven staan.

‘Niet slecht, meid. Je bent sterker dan de anderen. Zo lang heeft nog nooit iemand mijn verlammende krachten weerstaan,’ sist hij met een grijns op zijn monsterachtig gezicht.

‘Jakira sluit haar ogen en concentreert zich, terwijl ze hem telepathisch scant. Diep dringt ze met haar gedachten in het innerlijk van Gorok. Al snel vindt ze wat ze zoekt en schermt zich af. Dit alles heeft maar een paar seconden geduurd. Als Gorok toeslaat heeft zijn verlammende kracht veel minder effect, als te voren. Jakira voelt zich steeds sterker worden en concentreert zich op haar verdediging. Tot de verbazing van Gorok is ze hem te snel af en slaat met haar armen een paar maal zijn scherpe armen opzij.

‘O, ja. Jij kunt ook van materie veranderen, schatje. Daar moeten we dan snel iets aandoen,’ sist hij en steek toe.

Maar Jakira springt opzij en wijst met haar hand naar de plaats waar haar zwaard gevallen is. Het wapen schiet op haar toe en met een snelle beweging grijpt ze het vast. Bliksemsnel springt ze recht en draait om haar as. Twee maal raakt ze een arm van Gorok, die hem krijsend terugtrekt.

Snel probeert ze de uitgang te bereiken, maar Gorok is haar voor en slaat haar tegen de grond. Twee maal slaat ze een arm van haar aanvaller opzij, maar op het moment dat ze terug op haar voeten staat, wordt de blonde vrouw in haar zij geraakt. Een van de andere vlijmscherpe armen dringt door heen haar been. Gorok trekt hem dadelijk terug.

Maar dan schrikt hij. De wonde van Jakira straalt plots een groen licht uit en langzaam ziet hij de wonde verdwijnen. Woedend springt hij op Jakira toe, maar ze is er niet meer.

‘Ik heb een goede leermeester gehad, Gorok. Zo gemakkelijk krijg je me niet. De anderen heb je kunnen verrassen, maar mij niet.’

‘Dat was niet slecht, Jakira. Maar toch kun je niet winnen. Je hebt je dood alleen maar uitgesteld,’ grijnst Gorok, alleen lijkt het voor Jakira dat hij een grimas trekt.

Dan richt hij zijn twee bovenste armen op het meisje en twee lichtstralen schieten op haar toe. Jakira wordt achteruit geworpen en vliegt over een aantal apparaten.

Wankelend komt ze weer overeind en ziet Gorok razend snel op haar toekomen. Maar Jakira wijkt deze maal niet achteruit. Ze springt vooruit en even is Gorok verrast. Hij mist, terwijl Jakira opzij rolt.

‘Jakira. Neem de cilinder in je hand. Snel,’ zegt de stem van de Hypsoon.

‘De cilinder?’ fluistert Jakira.

Dan tast ze naar de cilinder en doet wat de stem zegt. Ze trekt het ding met haar rechterhand los. Als ze op het groene kopje, naast haar duim drukt, wordt een lichtstraal van ongeveer een meter lengte uit de cilinder gevormd. Jakira schrikt even.

‘Pas op. Die straal is dodelijk,’ hoort zij de stem weer.

Gorok maakt intussen van deze kans gebruik en duikt snel op haar toe.

‘Zo’n trainingswapen zal je niet veel helpen, Schatje.’

‘Trainingswapen, Gorok. Die is geen…,’ sist Jakira en maakt achter elkaar enkele gevechtsbewegingen.

Bijna te laat merkt ze dat Gorok plots op haar toespringt. Ze springt achteruit, maar ze is niet snel genoeg, omdat hij zijn verlammende krachten vol op haar loslaat. Grijnzend steekt hij toe. Een arm doorboort Jakira’s rechter dij en de andere haar linkerborst.

‘In de val gelopen, Gorok,’ hoort hij haar lachen en trekt dadelijk zijn armen terug.

Verbaasd kijkt hij haar aan, terwijl haar lichaam terug in vaste materie verandert.

‘Gas kun je niet doden,’ fluistert ze en zwaait met het energiezwaard.

Gorok schrikt hevig als het zwaard doorheen een tafel suist. Hij beseft dat dit geen trainingszwaard is en grijpt naar de cilinder aan zijn riem. Opgelucht voelt hij de cilinder in zijn hand en activeert hem.

Jakira schrikt, maar wijkt niet. Gorok duikt plots op haar toe en een hevig zwaardgevecht volgt. Geen van beiden slaagt erin om door de verdediging van de ander te dringen.

‘Zeer goed, Jakira. Ik zou er spijt van krijgen, dat ik je moet doden. Maar het kan niet anders.’

‘Als jij dood bent zal ik geen spijt hebben, moordenaar,’ sist Jakira, terwijl ze onder zijn woeste uitval achteruit wijkt.

Plots zend hij zijn verlammende krachten opnieuw op haar toe. Jakira voelt zich plots zo zwak en wankelt achteruit. Met moeite kan ze zijn slagen afweren. Maar dan wordt haar energiezwaard uit haar hand geslagen. Het rolt een paar meter over de vloer tot tegen de wand.

‘Het einde, Jakira. Vaarwel,’ sist hij en grijpt haar bij de keel met een hand vast.

Langzaam heft hij haar van de vloer omhoog.’

‘Vaarwel ‘ zegt hij nogmaals en richt twee tot spiesen gevormd armen op haar borst. Maar op hetzelfde moment schiet Jakira’s energiezwaard op haar rechterhand toe. Gorok merkt de lichtflits als ze het activeert, maar het is te laat, Jakira haalt uit met het energiezwaard.

Gorok voelt een hevige pijn en dan wankelt hij achteruit. Verschrikt staart het monster naar zijn drie armen die op de grond liggen.

‘Vaarwel Gorok,’ hoort hij haar nog zeggen.

In een reactie heft hij zijn vierde arm op en probeert haar slag met zijn energiezwaard af te weren, maar zijn krachten vloeien met zijn bloed uit hem weg. Dan voelt hij iets door zijn borst dringen.

Terwijl Jakira haar energiezwaard terugtrekt, zakt hij stervend op de grond

‘Ya.var, de Ga.Ganza.rrr. z.a.l mi.j. wrek,’ fluistert hij nog en na een laatste stuiptrekking blijft hij doodstil liggen.

Even kijkt ze op hem neer. Een paar minuten blijft ze zo staan. Dan wankelt ze langzaam tot tegen een van de apparaten en laat zich moe op de vloer neerzakken. De tranen rollen over haar wangen, terwijl ze aan Sinaron denkt.

‘Vaarwel, Sinaron.’ fluistert ze nog voor ze snikkend het bewustzijn verliest.

Haar energiezwaard rolt uit haar hand. Zodra de cilinder het contact met haar huid verliest, schakelt hij zichzelf uit.

De volgende morgen worden de anderen wakker en trekken ook hun nieuwe kleren aan. Dan merken ze dat Jakira en Sinaron verdwenen zijn.

‘Die twee zijn tot over hun oren verliefd op elkaar. Zoals ik en Rondo. Zij zullen met hun tweeën wel alleen willen zijn,’ zegt Tena.

‘Misschien, maar zouden ze dan niet op een van hun kamers moeten zijn,’ merkt Dargo op.

Op dat moment verschijnt Anya voor de deur van de lift

‘Weet jij waar.’

‘Ja, Quana. Kom, volg me naar beneden.’

Even later verlaten onze vrienden beneden de lift.

Anya”s beeld wordt ook gevormd en dan gaat hij hen voor.

Dargo blijft plots met een ruk staan, waardoor Tena tegen hem op botst.

Plaats een reactie